STAN L'IMENZO
Inhoudsopgave
"IK HEB EEN HEKEL OM NAAR VOETBAL
TE KIJKEN"
Magazine
Clubnieuws
Intervieuw met Stanley Menzo 3
Intervieuw met Dennis Bergkamp 7
Kroniek
Van de voorzitter
Voor U gelezen
Ajax 2
Ajax Zaterdag 1
Ajax Zaterdag 2
Ajax Zaterdag 3
Juniorenoverzicht
Snippers en Herfstbladeren
Notulen van de ledenvergadering
van 24 januari 1991 35
13
17
19
19
23
23
23
25
33
In het seizoen 1983-1984 maakte hij zijn
debuut in het eerste elftal van Ajax. Hans
Galjé was eerste man en Stanley, samen
met Sjaak Storm, tweede. Hij werd dat
seizoen ook nog een periode uitgeleend
aan Haarlem, waar hij negen wedstrijden
onder de lat stond. Ook het daarop vol
gende seizoen wist Galjé Menzo nog uit
de ploeg te houden, maar daarna was het
over voor Haagse Hans en begon bij Ajax
het tijdperk Menzo. Dat viel niet helemaal
toevallig samen met de komst van de
nieuwe trainer/coach: Johan Cruijff. De
ze liet Stanley als een soort laatste man
op de rand van zijn strafschopgebied
spelen en vaak zelfs ver daarbuiten.
Sinds de komst van Cruijff is Stanley
Menzo nooit meer uit het eerste elftal ge
weest. Blessures daargelaten natuurlijk.
Hij zette een nieuwe trend in, al deed Jan
Jongbloed soortgelijke werkzaamheden
tijdens het WK '74. Maar feit blijft dat de
donkere atleet niet meer uit het elftal is
weg te denken. De geregelde bezoeker
van Ajax-wedstrijden zit tijdens een Eu
ropa Cup-avondje wel eens te wachten
op een keeper als er door de tegenpartij
een diepe bal gespeeld wordt. Je ver
wacht dan dat de betreffende doelman
ver uit zijn goal komt om de pass te on
derscheppen, maar wacht tevergeefs op
het moment dat de goalie het beeld in
komt rennen. Dat geeft eigenlijk het beste
aan hoe gewend een Ajax-supporter is
aan de speelwijze van Stanley Menzo. En
hoe gewoon wij dat zijn gaan vinden.
Wat wij doorgaans ook normaal vinden is
dat Ajax veel doelpunten maakt. Als de
machine wel eens hapert, zoals na de
winterstop, komt er vrijwel direkt kritiek.
Maar verandert er in zulke periodes iets
voor een keeper. Neemt de druk toe?
"Het is eigenlijk geen verandering,"
meent Stanley,'wij hebben wel vaker
van die periodes dat wij moeilijk scoren.
Dan neemt de druk wel wat toe, maar dat
geldt niet specifiek voor mij. Daar heeft
de hele achterhoede mee te maken. Maar
zoiets gaat ook altijd weer voorbij. Het
kan lang of het kan kort duren: opeens
gaan wij weer scoren
"Of ik nooit jaloers ben op de keeper van
de tegenstander?herhaalt Stanley de
vraag. "Niet echt. Ik speel toch liever bij
Ajax. Maar serieus. Iedere doelman die in
De Meer moet spelen kan een lekkere
middag hebben. Je krijgt erg veel te doen
en dat is fijn voor een keeper. Je kunt
groeien. Maar ik speel bij Ajax en heb an
dere belangen. Ik moet negentig minuten
lang scherp blijven. Ook al krijg ik weinig
of niets te doen. Er kan zich te allen tijde
een moment voordoen dat ik er moet zijn.
Dan móet ik er ook zijn, want anders ga ik
af. Dat vereist dus een enorme concen
tratie."
- .-^ÉÉfeyf
I
MM
Wij kunnen ons voorstellen hoe een trai
ner een veldspeler op zijn taken voor de
komende wedstrijd wijst. Bijvoorbeeld:
Winter moet op Romario spelen. Dan zal
de aanwijzing ongetwijfeld luiden: Aron,
blijf 90 minuten bij de les. Je dénkt datje
hem in je zak hebt, maar dan plotseling
Dus...
Hoe gaat zoiets in z'n werk met een kee
per? "Voor de wedstrijd krijg ik sowieso
altijd informatie over de spelhervattingen
van de tegenstander,vertelt Stanley,
"dus: corners en vrije trappen. Zaken die
voor de verdediging en met name de kee
per héél belangrijk zijn. Er wordt dus ook
met een keeper wel degelijk kontakt ge
houden. De zaken die van belang kunnen
zijn, worden doorgenomen."
Wat wij dit seizoen een beetje missen is
die fantastische wreeftrap, een paar de
cimeter boven de grasmat, naar een vrij
staande Ajacied ter hoogte van de mid
denlijn, nadat Stanley Menzo een voorzet
heeft onderschept. Een trap waar iedere
voetballer trots op zou zijn. "Soms ge
bruik je die trap tien keer in een wedstrijd
en soms tijden niet," antwoordt Stan.
"Het hangt van het moment af. Hoe ik
aan die mooie trap kom? Trainen. Ge
woon trainen. Honderden, misschien wel
duizenden keren herhalen. Dan wordt het
op een gegeven ogenblik een automatis
me. Al blijft altijd de kans bestaan dat het
een keer niet lukt."
Trainen doet Stanley Menzo veelal sa
men met Edwin van der Sar. Tijdens de
trainingen met keepers-trainer Frans
Hoek is zijn fraaie trap ook te bewonde
ren. Hij flikt kollega Van der Sar kunstjes
door de bal plotseling in de korte hoek te
schieten, als Edwin een voorzet ver
wacht. En Hoek ook, want dat is de ei
genlijke opdracht. "Dinsdag-avond moet
Edwin spelen met het tweede en traint hij
niet zo hard. Ik wel op dinsdag. Dan ben
ik keihard konditioneel bezig. Edwin as
sisteert dan meer. Donderdags is het an
dersom Dan assisteer ik meer,zegt
Stanley Menzo. "Wij hebben meestal
veel gein tijdens de trainingen. Je moet
goed bezig zijn, hard werken. Maar een
geintje of een dolletje ertussendoor
hoort erbij. Dat brengt dat extra plezier.
Het is ook elkaar scherp houden, want als
Edwin twintig voorzetten gepakt heeft, is
het goed even te laten merken dat hij al
twee meter van de eerste paal weg is, als
de bal nog moet komen. Dan gaat-ie dus
even in de korte hoek en ligt die lange te
balen. Wij zijn serieus bezig, maar een
beetje speels moet kunnen op een trai
ning. Dat houdt het plezier er in. Ik heb
een hele goede verstandhouding met
Edwin. Dat is heel belangrijk, wantje trekt
altijd met elkaar op. Je traint samen, doet
de warming-up samen, ligt op één kamer
als wij op trainingskamp zijn. Je praat dus
veel met elkaar. En dat hoeft echt niet al
tijd over voetbal of keepen te gaan. Dat
kan overal over gaan
"Nee, ik ga nooit kijken als Edwin moet
spelen," vervolgt Stanley, "ik heb er na
melijk een hekel aan om naar voetbal te
kijken. Ook op televisie. Al is de wedstrijd
nog zo belangrijk. Ik kijk dan even, maar