"IK BEN TYPISCH STEFAN PETTERSSON"
Als je Stefan Pettersson ziet dan
komt hij over als een heel koele,
rustige, nuchtere man. Een typische
Zweed denk je al gauw, want zo
staan Zweden over het algemeen be
kend. Zie bijvoorbeeld de Zweedse
tennissers, die zich schijnbaar door
niks en niemand uit het veld laten
slaan. Je vraagt je af of Stefan Pet
tersson schuchter is of juist boorde
vol zelfvertrouwen. Ook in het veld
manifesteert de Zweed zich op die
geheel eigen wijze. Zelden of nooit
boze grimassen richting tegenstan
ders of scheidsrechter, nooit een on
vertogen woord tegen medespelers.
Altijd rustig. Zelfs zijn doelpunten
viert hij uiterst bescheiden. Bij
penalty-gevallen zal hij niet gauw op
zijn strepen staan en buitenspel is
buitenspel, de grensrechters krijgen
altijd gelijk. Je kunt je twee dingen
afvragen die volkomen paradoxaal
zijn: Is Stefan Pettersson de beste
prof die een trainer zich maar wen
sen kan, óf, is Stefan wel genoeg
met zijn vak, en dat is in eerste
instantie winnen, bezig?
In onderstaand interview hebben we
niet de intentie Pettersson volledig te
analyseren, maar krijgen we toch wel
een beter beeld van de voetballer en
Zweed-in-hart-en-nieren Stefan
Pettersson.
Met dank voor zijn openhartigheid.
Allereerst: Vind jij jezelf een echte
spits?
"Wat is een echte spits? Ik speel bij
Ajax zoals ze mij willen gebruiken. Ik
ben geen spits als Marco van
Basten. Ik heb net een artikel over
Willem Kieft gelezen en hij zegt:
'Ik ben geen spits die eerst vier of
vijf man passeert en dan scoort'.
Dat ben ik ook niet. Maar zijn wij dan
geen echte spitsen?"
Je hebt ook het type Hugo
Sanchez, altijd op de juiste tijd
op de juiste plaats.
"Zo'n type ben ik ook niet. Ik ben
toch weer meer een meevoetballen-
de spits. Altijd geweest ook. Ik ben
hier bij Ajax alleen nog meer in de
punt naar voren gaan spelen, dan
dat ik in Zweden deed. Maar dat
heeft te maken met het systeem. In
Zweden speelt men doorgaans met
twee spitsen, en dan kóm je meer
voor de goal dan dat je er al staat.
Ik hoef bij Ajax ook wat minder te
verdedigen zodat ik kracht overhoud
Stefan Pettersson op de spitsen zoals alleen een ballerina dat lijkt te kunnen
om voorin te benutten. Ideaal voor
een aanvaller".
Maar heb je als spits in een twee-
spitsen systeem niet meer ruimte?
"Ja, dat misschien wel. Hier hebben
wij twee echte vleugelspelers en ik
moet oppassen dat ook zij de ruimte
krijgen. Je moet constant oppassen
dat je de zaak niet dicht loopt. Ik blijf
dus zoveel mogelijk in het centrum
want anders loop ik Van 't Schip of
Roy in de weg. Dat is in een twee-
spitsen systeem natuurlijk anders.
Daar ben je constant aan het swit
chen, van links naar rechts en terug.
Ik moest toen ik bij Ajax kwam inder
daad wennen aan het spelen met
twee flankspelers. In aanvallend op
zicht ging het wel goed, maar in ver
dedigend opzicht moest ik steeds
weer kijken of ik met de laatste man
of de stopper mee moest als één van
de twee inschoof. In het begin wilde
ik nog teveel doen, liep ik bij balver
lies direct met mijn directe tegen
stander mee. Nu gaat dat beter.
Jan Wouters geeft vaak aan of ik
mee door moet zakken, of dat ie
mand anders de inschuivende man
opvangt".
Wat betekent meer voor je, scoren
of laten scoren?
"Het belangrijkste is dat we blijven
winnen, maar ik kan niet zeggen dat
het één belangrijker is dan het ander.
Ik ben het wel eens met de trainer,
die zegt dat ik in bepaalde situaties
egoïstischer moet zijn. Hij vindt dat ik
te vaak nog kijk of er iemand anders
beter voor staat bij een scoringskans.
Ik moet dan aan mezelf denken en
die bal zelf maken. Ik weet dat al
lang van mezelf, dat ik te weinig
egoïstisch ben. Maar het is wél zo,
dat ik in veel gevallen met mijn rug
naar het doel sta en dan heb je een
goed overzicht van wie met zijn neus
richting doel staat én dus gunstiger
staat in veel gevallen. Ik heb ook niet
de snelheid van Van Basten of Berg
kamp om snel weg te draaien en
weg te sprinten, dus ik moet wel voor
een andere oplossing kiezen".
Kan het nog in het huidige voetbal:
een spits die alleen kansjes afwacht? 9