Gevaarlijk woord
Dilemma
dan, hij heeft gelijk, of, er zit wel wat
in wat hij zegt. Dat neem je in een
volgende wedstrijd dan weer mee. Zo
ga je steeds vooruit, als het goed is,
hahaha".
Ajax heeft op de linksbuitenplaats
vaak spelers gehad die het publiek
vermaakten. Van Piet Keizer via
Jesper Olsen naar Rob de Wit en
Rob Witschge. Met Bryan Roy heeft
Ajax wederom een speler waarvoor
het publiek naar het stadion komt.
Een publieksspeler, volgens Bryan
Roy een gevaarlijk woord, zit meestal
tussen twee vuren in. Enerzijds is er
het publiek dat steeds maar weer die
fantastische aktie, die flitsende pas
seerbeweging wil zien, anderzijds is
er de trainer die allereerst geïnteres
seerd is in de effektiviteit van het
spel van de publiekslieveling. Het
wordt alleen maar moeilijker omdat
de speler maar wat graag aan de
roep van zijn fans wil voldoen.
Intuïtief zoekt hij zijn man op, vast
van plan deze zijn hielen te laten
zien. Het is moeilijk de trainer én het
publiek tevreden te houden, of niet
Bryan?
"Voor mij wel. Het blijft een gevaar
lijk woord, publieksspeler. Je speelt
in eerste instantie voor de punten,
dat kan niet altijd met mooi voetbal
gepaard gaan. Ik tracht meestal wel
om het publiek een fijne middag te
bezorgen, maar het is belangrijker
om de effektiviteit van je akties opti
maal te laten zijn. Het lukt momen
teel vrij aardig. Als het 4-0 is dan kun
je wat meer aardige dingetjes doen,
van tevoren moeten we er eerst voor
zorgen dat die stand op het bord
komt. Als ik de bal heb dan doe ik
bijna alles op intuïtie. Verdedigend
bekijk ik alles, dat gaat niet op intuï
tie, bij mij niet tenminste. Een verde
diger heeft dat wel, die hebben ver
dedigend gevoel voor positie en waar
de bal gaat komen.
Waar ik op kick? (eerlijk zeggen,
houden wij hem voor)
Als er een goal wordt gemaakt na
tuurlijk. (nee, zeggen wij, eerlijk? Niet
wanneer je iemand door de benen
speelt?) Nee, dat doet me echt niet
zoveel. Als iemand anders een mooie
aktie maakt, kan ik daar wel op
kicken. Het is wel aardig als je eigen
aktie lukt, of als je zélf scoort, maar
dat ik erop kick, nee. (nog niet hele
maal overtuigd vragen we: doe je
nog andere dingen om je tegenstan
der te imponeren?) Hoe bedoel je?
Oh, praten of zo. Nee, dat doe ik
niet. In een wedstrijd heb je altijd wel
bepaalde geniepigheden, maar daar
doe ik meestal niet aan mee. Vind ik
niet nodig. Het gebeurt ook niet zo
vaak dat tegenstanders tegen me
aan beginnen te praten. Af en toe,
maar ik reageer daar zelden op".
In het verlengde hiervan komen we
terecht bij het mentale niveau van
het Nederlandse voetbal. Is dat niet
een beetje achtergebleven bij het
technische en taktische niveau van
de Nederlandse voetballer? Als we
het WK nabeschouwen. Als we zien
dat PSV wordt uitgeschakeld door
Montpellier. Nederlandse ploegen
wenden te weinig zaken aan om een
wedstrijd te winnen, zou je mogen
stellen. Het kan in internationaal
voetbal niet blijven bij technisch en
taktisch goed verzorgd voetbal. De
andere aspecten kent men niet. PSV
wordt uitgeschakeld door Montpellier
en het aantal gele kaarten voor
PSV'ers stokt al bij één.
De Fransen kregen er drie plus één
rode. Je kunt erover zeggen dat dat
niet hóórt in het voetbal, maar feit is
dat het gebeurt! Italianen wenden bij
voorbeeld alles aan, óók wat God
verboden heeft, om een wedstrijd te
winnen. Dat zie je zelden in Neder
land. Wat Roda JC twee jaar geleden
eens flikte in Bulgarije tegen Sredets
Sofia, daar sprak de hele Nederland
se pers schande van. Nu wordt Ne
derlandse clubs matheid en zachtaar
digheid verweten.
Roy begrijpt eerst niet waar we naar
toe willen. Na enkele andere voor
beelden komt hij met het volgende:
"In Italië zijn de spelers gemener. De
spelers worden daar zo opgevoed.
Die professionele houding wordt er
daar van jongs af aan ingepompt.
Winnen is alles. Hier heerst mis
schien teveel het idee 'jammer jon
gens, volgende keer beter'. Op zich
wel te waarderen, maar als je op
jacht ben naar successen
De nieuwe richtlijnen voor de
scheidsrechters in Nederland bijvoor
beeld zijn heel erg goed, vind ik. Ze
moeten er allemaal nog aan wennen,
maar als het straks allemaal wat dui
delijker is, dan betekent dat aantrek
kelijker voetbal. Bij internationaal
voetbal kunnen we dan echter weer
de kous op de kop krijgen, daar gel
den inderdaad andere wetten. Het is
een dilemma. Aan de ene kant is het
goed dat er nu strenger opgetreden
wordt, aan de andere kant kan het bij
internationaal voetbal verkeerd uit
pakken voor ons. Ja, ik vind dat als
ik van achteren wordt neergemaaid,
dat de schuldige speler daar een ro
de kaart voor moet krijgen".
Tot slot praten we nog even over de
toekomst. Het blijft altijd speculeren
maar het is gezond om bepaalde am
bities te hebben. Waar liggen Roy's
grenzen? Wat heeft hij voor ambi
ties? Klinkt in die ambities ook het
besef door dat hij als linksbuiten van
een uitstervend ras is?
"Ik heb vergaande ambities, (en dan
ontwijkt Bryan Roy heel subtiel de ei
genlijke richting van de vraag, even
slinks als hij zijn tegenstanders im
mer in de luren legt) Ik denk niet dat
het uitmaakt dat ik nu op de linksbui
tenpositie speel. Ik vind mezelf geen
pure linksbuiten. Ik heb vroeger ook
vaak linkshalf gespeeld. Als spits in
een twee-spitsen-systeem? Nee, dat
heb ik nog nooit gespeeld. Ik kan dat
op dit moment ook niet. Als spits
moet je nog meer kracht hebben, en
natuurlijk scorend vermogen. Dat heb
ik nog niet. Ik werk er wel aan. Zoals
ik nu nog met doelrijpe kansen om
spring, dat slaat nergens op. Ik moet
eigenlijk veel meer gaan scoren. Mis
schien mis ik de scherpte voor de
goal, misschien koelbloedigheid, ik
weet niet waarom het niet lukt. Ik
krijg toch kansen genoeg".
Jerinho
Roy zoals we hem kennen, bal aan de voet, zijlijn
aan de linkerhand, zijn gezicht zet al aan tot een
actie, de rest van zijn lichaam volgt weldra.