Morele verplichting "Tja, hoe lastig was ik? Heel lastig denk ik. Ik zette me af tegen leiding, wat voor soort leiding dan ook. Dat was zo bij Ajax, maar ook thuis en op school. Ik heb een hele moeilijke pe riode gehad, dat duurde een jaartje of twee. Had waarschijnlijk te maken met de puberteitsperikelen. De ene had daar meer last van dan de ander. Ik was zo'n ander, had er dus veel last van. Mijn omgeving trouwens ook. Maar ik ben er toch geen slecht mens van geworden. Ik werk nu zelf met jongens uit die leeftijdsgroep, zitten ook van dat soort knapen bij. Niet zo erg als ik was, maar ik zie wel eens jongens waarvan ik dan denk 'hé, zo'n type was ik vroe ger ook'. Hoe ga ik daar mee om? Je moet die jongens evenals de anderen behandelen: met respect. Je moet ze verantwoording durven geven, je moet die jongens belangrijk maken. De las tigste jongens zijn ook vaak de beste spelers die je hebt. Je hebt ze gewoon nodig. Niet ten koste van alles, zeker niet. Maar door zo'n knaap verant woording te geven, belangrijk te ma ken, zit hij met een morele verplichting opgescheept die hij wel in móet los sen. Anders gaat hij af voor de rest. Iedere jongen heeft zijn eigen karakter, zijn eigen waarden en normen. Als trainer moet je jezelf dan flexibel opstellen. Zwart-wit bestaat niet in de voetballerij. Er is zeker een verschil tussen de jeugd die bij Ajax komt of die je tegen komt bij AZ of Haarlem. De laatste twee clubs zijn stichtingen, hetgeen dus betekent dat de voetballers die bij die clubs terechtkomen al minstens zestien of zeventien jaar oud zijn. Een jongen van zestien is geestelijk al een stuk gevormd, geeft al richting aan zijn eigen leven. Zo'n jongen is op die leef tijd al moeilijker te beïnvloeden. Een jongen bij Ajax komt hier in de regel al terecht op een leeftijd van zeven, acht jaar. Op die leeftijd is iemand nog te vormen. Een jochie dat hier komt spe len, komt in een heel aparte cultuur terecht met vaste patronen, regels, normen en waarden. Hij went aan fre quent en scherp trainen, verantwoor ding afleggen en strakke kaders, waarbinnen overigens heel wat moge lijk is. We geven ze ook niet de gele genheid om op school te verslappen. Wat betreft studie-ontwikkelingen hou den we steeds de vinger aan de pols. Een jeugdspeler moet hier verantwoor ding afleggen over school, over te laat komen, over gedrag binnen en buiten het veld, over voeding, te laat naar bed gaan. Over alles eigenlijk. We zijn inderdaad vaak opvoedkundig bezig. Hoe hoger die jongens komen op de interne voetballadder, hoe ge motiveerder ze vaak raken. Want het eerste nadert en dat is toch hun doel waarom ze bij Ajax zitten. Wij geven ze dus instrumenten waarmee ze aan zichzelf kunnen werken. Als één van onze jongens dan zestien is, dan is hij bekend met de diverse disciplines waaraan men moet voldoen om ooit kans te maken op het spelen in top voetbal. Qua mentale vorming, en dat is veel breder dan je denkt, lopen jongens die bij een club als AZ of Haarlem terecht komen gewoon vaak achter. En dan praten we nog niet eens over de opleiding qua voetbal. Niets ten nadele daarvan, maar dat is wel het verschil tussen Ajax en de voetbal-stichtingen." Apies van veertien „Het is vreselijk jammer dat er geen landelijke B-junioren competitie is. Wij moeten nu allerlei kunstgrepen toepas sen om onze B-junioren in een klasse te kunnen laten spelen waarin ze nog enige tegenstand hebben. We wilden ze graag in de klasse Inter regionale A-junioren laten spelen, zo dat ze wat meer weerstand hebben. Die jongens hebben er niets aan als ze steeds andere B-junioren op kun nen rollen. Ze moesten, om in die klas se te mogen spelen, eerst enkele voorronde-wedstrijden afwerken. Daar zijn ze doorheen gekomen en nu speelt de B1 dus iedere week tegen de A-junioren. Denk erom, dat zijn dus wedstrijden tussen jochies van veer tien en vijftien jaar tegen jongens van zeventien of achttien. Ze krijgen dus nu te maken met een enorm fysieke weerstand. We zouden eerst eens aanzien hoe het zou uitpakken.. Want als ze iedere wedstrijd als kegels om ver gelopen zouden worden, dan gaat het zijn doel voorbij. Was dat het geval geweest dan konden we alsnog terug naar de gewone competitie voor B- junioren. Het blijkt echter dat we voet ballend gewoon sterker zijn maar dat we alleen fysiek wat problemen heb ben. Blessures hebben we niet gehad maar je merkte wel dat de jongens vooral na de eerste wedstrijden wat meer tijd nodig hadden om te herstel len. We gaan er dus ook mee door. Het zou natuurlijk beter zijn als er een landelijke B-junioren competitie zou komen. Dan zouden de beste leeftijds genoten uit Rotterdam, Den Haag, Eindhoven en Utrecht tegen elkaar spelen. Nu moeten we het noodge dwongen zoeken in vooral fysieke weerstand, op het gebied van lichame lijke kracht. Dat is ook wel zinvol, maar ideaal is het niet, want onze B-spelers zijn voetballend tot op heden nog be ter dan die A-junioren. We hebben nu een aantal competitie-duels gespeeld. Alles gewonnen. Tegen ADO '20 bij voorbeeld. Hun A1 tegen onze jon gens van veertien jaar, want het zijn ook nog eens eerste-jaars B-spelers. De B1 van vorig jaar is zo goed als helemaal doorgestroomd naar de A1. We zouden het helemaal niet erg vin den als ze af en toe een nederlaag aan hun broek zouden krijgen. Het is een bekend gegeven dat je alleen van je fouten echt leert. Het is onze doel stelling niet om kampioen te worden in die klasse. De jongens moeten men taal en fysiek sterker worden, sneller leren handelen, sneller denken en op lossingen leren zoeken. Als ze bijvoor beeld ballen van de flanken voor het doel blijven gooien en ze zien dat de spitsen er in de lucht niet aan te pas komen tegen de langere en sterkere tegenstanders, dan moeten ze zelf een oplossing zien te vinden om anders tot resultaat te komen. Op sommige mo menten hebben ze het heel moeilijk. Tegen ADO '20 staan ze bij rust met 0-1 achter. De tegenstander was vre selijk fanatiek. Die jongens waren hier komen kijken hoe wij spelen, ze heb ben daar vervolgens de hele week op getraind, hebben zich terdege voorbe reid. Logisch, ze spelen tegen Ajax en willen niet verliezen van apies van veertien jaar. Dat is dan een tegen stander die 200% gemotiveerd is en daar komen ze dan tegen te spelen. Bij rust was het dus 0-1 en ik vond dat heerlijk. In de tweede helft gaan ze plotseling moeiteloos naar 3-1, terwijl ze nog verschrikkelijk veel kansen la ten liggen. Dat soort wedstrijden moe ten we dus meer hebben. In de rust hebben ze naar een oplossing gezocht en ze hebben die gevonden. Dat mo gen wij als trainers graag zien. De druk moet steeds groter worden, want daar moeten ze mee om leren gaan. Wij willen onze spelers met achttien, negentien jaar rijp hebben voor het eerste, dat vraagt deze tijd gewoon. Zeker bij Ajax." Eerst 'poetsen' Dan onderbreken we Gerard van der Lem even. Een vraag doemt op als hij vol vuur zijn verhaal vertelt: Hoe valt het te rijmen dat jullie Ajax-trainers zeggen dat een kampioenschap niet belangrijk is voor de jeugd, terwijl iedere voetballer juist altijd wil winnen. Ik kan me voorstellen dat een linksbui ten het niet alles vindt om linksachter te moeten spelen, zeker niet als dat achteraf het resultaat van een wed strijd heeft bepaald. Voor een jeugd speler is winnen toch ook belangrijk, die heeft het toch niet in de smiezen dat een bepaalde omzettng goed is voor zijn ontwikkeling?

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1990 | | pagina 13