Michael van Praag: „we zijn een stukje op de goede weg" Bij het verschijnen van dit laatste clubblad van het seizoen 1989-1990, praten we met de voorzitter van Ajax over het afgelopen seizoen, maar ook over het heden en de toe komst van de club. Want dat er nog wel het één en ander staat te gebeuren is wel duidelijk. Het nieuwe bestuur heeft het de afgelopen tijd niet kado gekregen, maar ondanks vele tegenslagen werd dan toch maar het landskampioenschap binnengehaald. Een uitste kende basis om verder te gaan op weg naar de Europese top, het uiteindelijke doel van dit bestuur. Even voor de opening van de Mondiale in Italië praat ik met de voorzitter van Ajax over een aantal zaken met be trekking tot de club. "Nee, ik ben niet zo'n Nederlands Elftal freak. Normaal gesproken boeit het mij allemaal niet zozeer. Maar nu Ajax zoveel internationals levert, plus bovendien de bonds coach, is er natuurlijk sprake van een totaal andere situatie en volg ik alles op de voet. Dan is die betrokkenheid er na tuurlijk wel. Ik ga alleen naar NederlandEngeland. Verder niets. Ik heb me voorgenomen het in deze tijd wat kalmer aan te doen en wat afstand te nemen van alles, want het is nogal druk geweest in de afgelopen tijd. Wat zich verder allemaal heeft afgespeeld met betrekking tot de KNVB en het Nederlands Elftal is een zaak van 'de bond en daar heb ik verder geen commentaar op. Laten we het over Ajax hebben. Als ik terugkijk op wat het bestuur tot op heden heeft ge daan, dan stel ik dat we een klein stukje op de goede weg zijn. En dat is prettig te constateren, want op het moment dat ik ja zei op de vraag of ik voorzitter van Ajax wilde wor den, had ik het gevoel dat de club vrij moeilijk zat. Het heeft ook lang geduurd voordat er een bestuur was ge vormd en dat was ook de reden om ja te zeggen. Het leek me gewoon leuk om iets voor Ajax te doen. Vrij onbevangen ben ik er eigenlijk aan begonnen, met in feite als enige houvast het rapport Gianotten waarin de toe komstige taak van het bestuur ten opzichte van de profes sionele staf heel duidelijk omschreven stond. Dat sprak mij aan. Ik wist toen wel wie er verder in het bestuur zouden plaats nemen. Hennie Henrichs kende ik helemaal niet. Arie van Os en Uri Coronel waren mensen van wie ik wist dat zij enorm de handen uit de mouwen zouden steken, zodat ik dat deel van de werkzaamheden die in de portefeuille van een voorzitter zouden komen, zou kunnen combineren met mijn werkzaamheden. En ik moet zeggen dat het precies zo is uitgekomen als ik gedacht had, ook qua tijdsindeling. Toen ik eenmaal voorzitter was en inzage kreeg van wat stukken, ben ik wel geschrokken. Ik had altijd gedacht dat Ajax een welvarende vereniging was, maar dat bleek niet het geval te zijn. Dat was voor ons een reden temeer om er extra hard tegenaan te gaan. Vooral op het financiële vlak. Alle lof mag worden toege zwaaid naar Uri Coronel, die toch maar kans heeft gezien de club aan extra financiën te helpen, wat heus geen eenvoudige zaak is. Wat de sponsoring betreft hebben we zo langzamerhand bereikt wat we wilden bereiken. We hebben een nieuw kontrakt gesloten met de ABN-Bank, dat ingaat op 1 juli 1991. Dan wordt voor het shirt betaald wat wij in gedachten hadden. De hele sponsorpoule is uitgebreid. We willen er nog éen subsponsor bij hebben. Dan zijn we waar we willen zijn, wat de sponsoring betreft. Verder zijn er door Arie van Os maatregelen genomen om te komen tot een betere organisatie op kantoor. Het was daar stil blijven staan en men was teveel afhankelijk van vrijwilligerswerk, met alle respekt overigens, maar bij een club als Ajax kan dat natuurlijk niet. Er zijn nu taakom schrijvingen, wat meer personeel, dus moet het allemaal beter lopen. In het algemeen vind ik wel dat de organisatie bij Ajax stil is blijven staan. Ook daar wordt hard aan gewerkt. Het stadion is eigenlijk alles waar het om draait. Wij hebben nog heel weinig kunnen doen om het onze toe schouwers wat makkelijker te maken en dat komt door het simpele feit dat wij ieder ogenblik de beslissing kunnen vernemen omtrent de bouw van een nieuw stadion in Amsterdam. Als je binnen een aantal jaren mag rekenen op een nieuw stadion, ga je nu geen enorme investeringen doen in het huidige stadion. We hebben al een jaar lang meegedacht over de ontwikkeling van dat nieuwe stadion, waarbij alle problemen in één keer zouden zijn opgelost wanneer tot de bouw wordt besloten. Wat wij dus tot op heden aan ons eigen stadion hebben gedaan zijn in feite lapmiddelen geweest. We hopen het besluit van de Gemeente Amsterdam nu zeer snel te ho ren, zodat we weten waar we aan toe zijn. Na het besluit om tot de bouw over te gaan duurt het toch nog drie jaar voor alles klaar is. Zo lang moeten we dus in ieder geval nog met ons eigen stadion verder. Eén ding is zeker: de toekomst van Ajax hangt helemaal af van de bouw van een nieuw stadion. Wij kunnen nooit de Europese top halen met een stadion voor slechts 20.000 mensen, te weinig sky-boxen, slechte bereikbaarheid, slechte parkeergelegenheid, enz. Dat moet allemaal veel beter. Met een nieuw stadion zijn al die problemen op te lossen. Waar we ook erg druk mee bezig zijn geweest, is het behouden van de beste spelers, en ik denk dat we daar aardig in geslaagd zijn. Met de belangrijkste jongens heb ben we de kontrakten opgebroken en vernieuwd. We ho pen natuurlijk dat die spelers nog lang bij ons blijven, maar mocht men toch besluiten te willen vertrekken dan blijft er in ieder geval voor de vereniging wat geld over om moge lijk wat anders te kopen. De organisatie met Leo Beenhak ker verloopt zeer goed. Door de nieuwe trainersstaf krijgt hij ook de gelegenheid zich wat meer met de organisatie bezig te houden en wat meer aandacht te geven aan de jeugd en het amateurvoetbal. Wat ik erg graag zou willen verbeteren is het nieuw leven inblazen van het clubleven bij Ajax. Ik vind het op dit mo ment maar een dooie boel. Er gebeurt helemaal niks. Dat heeft ook wel z'n oorzaak. Toen wij aantraden was er spra ke van het instellen van een amateurbestuur. Dat was ook een aanbeveling uit het rapport Gianotten. Dat zou in sep tember 1989 z'n beslag krijgen. Dus hebben we gezegd: laten we op dat punt nu even niets doen. Straks als dat

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1990 | | pagina 29