Onderwaardering
Engeland
naar huis bellen om bepaalde zaken
te regelen."
Om even terug te komen op de inlei
ding: keepers worden vaak beoor
deeld op hun schijnbare gemoeds
rust. Een kalme keeper staat voor
zekerheid. Is dat wel zo?
Stanley:"Dat vind ik natuurlijk niet! Ik
ben heel anders dan Sjaak. Ik kom
heel druk over, ik laat zien dat ik
meeleef. Ik ben heel intens met de
wedstrijd bezig, dat uit zich op die
manier, dat lijkt misschien onrustig.
Maar wat is een rustpunt?
Ik ben heel druk maar ben deson
danks toch een rustpunt, anders zou
ik allang niet meer in het eerste spe
len, denk je wel?"
Sjaak:"Het gaat om de innerlijke
rust. Stan kan innerlijk heel rustig
zijn, heel koelbloedig een bal uit de
kruising pakken, terwijl hij uiterlijk
toch heel druk is. Die innerlijke rust
kan een journalist niet peilen. Hij ziet
Stanley bezig en schrijft dan op dat
Menzo niet in Oranje hoort omdat hij
veel te zenuwachtig is.
Ik vind zoiets een heel slechte zaak."
Stanley:"Het zijn gewoon vooroorde
len. Ik vind dat dom. Ik blijf mezelf,
wat men ook zegt of schrijft.
Trouwens, Jean-Marie Pfaff, dat is
een lekkere rustige, zeg."
Keepen bij Ajax is iets bijzonders.
Keepen bij een topclub is over het al
gemeen al anders. Zoveel ballen krijg
je niet in een wedstrijd. Perfekte con
centratie is aldus een ontzettend be
langrijk aspekt van het keepen bij
een topclub.
Stanley:"Vroeger, als we in een
wedstrijd ver voor stonden dan hoop
te ik wel eens dat er een bal op goal
zou komen. Dat ik wat te doen zou
krijgen. Op die momenten was het
moeilijk de concentratie vast te hou
den. In de loop van de tijd leer je wel
om bij de les te blijven. Nu heb ik lie
ver dat de aanvallers van de tegen
partij lekker wegblijven. De nul hou
den is belangrijk en geeft een lekker
gevoel, ook als ik niets te doen heb
gehad."
Sjaak:"lk heb nog wel eens moeite
met die concentratie. Ik mis natuurlijk
ook wel wedstrijdritme. Ik heb maar
eens in de zoveel tijd een wedstrijd
en dan moet het gebeuren.
Je moet dan weer oppassen niet
overgeconcentreerd te raken. Als ik
mezelf erop betrap dat mijn concen
tratie minder wordt, ga ik me met de
organisatie bemoeien. De bal blijven
volgen, de spelers coachen, dat soort
dingen.
Stanley:"Weet je wat het is? Een
keeper kan alleen maar fouten ma
ken. Een spits kan tien kansen mis
sen, maar als hij de elfde erin schiet
dan wordt hij misschien nog Man of
the Match ook.
Een keeper wordt ondergewaar
deerd. Ik haal mijn waardering niet
uit kranten of commentaren maar uit
mijn medespelers en uit mezelf."
Sjaak:"Keepers hebben een grote
verantwoordelijkheid. Het is mis
schien wel de belangrijkste schakel
uit het elftal. Als je je doel schoon
houdt, ben je in ieder geval verze
kerd van een punt. Ook op de trans
fermarkt worden keepers onderge
waardeerd. Het beste voorbeeld is
Preud'homme. Hij is een man die
echt verschrikkelijk veel punten wint
voor zijn team. Er is geen club die er
echter over peinst om ettelijke miljoe
nen guldens aan hem te besteden."
Zoals al vaak verteld en geschreven
zijn keepers van een apart slag. Ze
horen erbij, maar eigenlijk ook weer
niet. Paradoxaal genoeg zijn ze wel
van eminent belang voor een ploeg.
Bij een warming-up zie je voetballers
die individueel hun warming-up doen
en vaak gezamenlijk een warming-up
besluiten. De reserves doen hier niet
aan mee, maar staan in een plukje
bij elkaar wat te lummelen (met de
bal) of het publiek te onderhouden
met wat hoogstandjes. De keepers
zijn ook apart bezig. Met z'n tweeën
zijn ze geconcentreerd aan het op
warmen. Het lijkt vaak of ze van de
wereld zijn afgeschermd, zo nadruk
kelijk en fanatiek zijn ze met elkaar
en met de bal bezig.
Stanley:"Voor een eerste keeper is
een tweede keeper ontzettend be
langrijk. Hij bepaalt voor een deel
hoe scherp je aan een wedstrijd be
gint. Voor mij persoonlijk is een goe
de warming-up van enorm belang.
Iedere keeper heeft zijn eigen
warming-up-programma. Bij mij moet
dat ook precies afgewerkt worden. Je
zoekt vaak al je wedstrijd naargelang
het weer. Bij nat weer vraag ik om
hard geschoten ballen over de grond.
Bij wind zijn ballen door de lucht be
langrijk, zowel van voren als van de
flanken. Je krijgt er dan wat zicht op
hoe de wind de bal kan beïnvloeden.
Je bent met de omstandigheden be
zig. Ook bij een hobbelveld zijn bal
len over de grond belangrijk. Je moet
je overal op instellen tijdens zo'n
warming-up. Mijn warming-up moet
me een lekker gevoel geven. Je hebt
van die momenten, dan denk je: shit.
Zoals voor de beker tegen PSV.
Sjaak schiet vanaf de zestien-meter-
lijn een bal, die gaat zo maar door
mijn benen. Balen, zeg. Zoiets blijft
bij mij nog wel eens hangen. Niet al
tijd, maar het kan. Een tweede kee
per bepaalt hoe jouw warming-up er
uit ziet."
Sjaak:"Ik probeer de warming-up van
Stanley zo goed mogelijk te doen. Ik
schiet alle ballen zodat Stanley ze
kan pakken. Wel zo moeilijk mogelijk
natuurlijk, maar het heeft geen zin
om de ballen zo te schieten dat Stan
er niet aan kan. Dan heeft de
warming-up geen zin. Je bent name
lijk niet alleen met je lichaam bezig,
maar ook met je geest. Je bouwt je
concentratie verder op. Ik baal ervan
als ik eens een bal naast schiet.
Soms plaats ik ballen, soms is het
ogen dicht en knallen en maar zien
wat Stan ermee doet. Van dat soort
ballen komen in een wedstrijd ook
nog wel eens op je af."
Men spreekt nog wel eens over twee
soorten keepers: de lijnkeeper en de
wat meer 'vliegende keep', die als
sterk punt het uitkomen heeft. Stan
ley Menzo heeft nog het minste weg
van een lijnkeeper, Sjaak gaat al iets
meer in de richting van de lijnkeeper.
Sjaak (péinzend):"Een lijnkeeper,
een lijnkeeper, wat is dat eigenlijk? Is
dat het onderscheid tussen iemand
die vaak uitkomt en iemand die voor
al hoge flankballen pakt?"
Stanley:"lk denk dat je die alleen in
Engeland nog hebt."
Sjaak:"ln Nederland moet een kee
per zowat van alle markten thuis zijn.
Het ligt eraan wat voor verdedigers je
voor je hebt. In Groningen had ik op
een gegeven moment De Wolf en
Koevermans voor me, dan kun je een
hoop uit handen geven.
Je moet als keeper altijd met het
spel meedoen, anders wordt je ge
fopt."
Stanley:"Als men weet dat je toch al
tijd op je lijn blijft dan geven ze een
balletje achter de verdediging, een
beetje snelle jongen staat zo voor je
neus. Zeker in onze stijl van voetbal
len moet ik veel uitkomen. Ik houd er
niet zo van om steeds op de lijn te
staan, maar toch zou ik wel in Enge
land willen keepen."
Stop. Hier houden we even halt.
Dit is moeilijk te vatten. Stanley is
geen lijnkeeper, hij houdt er ook niet
van om steeds op de lijn te staan, en
toch wil hij wel in Engeland keepen.
Terwijl hij weet dat een keeper daar
vooral op de lijn zijn mannetje moet
staan. Theo Snelders is wel een kee-