leven op hun linkerbeen. Gerson, een speler uit het antieke Brazilië van 1970 was altijd zijn favoriet. Volgens de Betondorpeling hebben dat soort voetballers meer dan rechtsbenigen. Alleen de verschijning al. Ze lopen anders, trappen anders, slepen met de bal, hun lichaamshou ding is vreemd en ze hebben als hobby goochelen. Ze denken ook an ders. Ze zien het spelletje op een andere manier. Voorbeelden zijn er te over. Behalve de genoemde Gerson is er de onovertroffen Diego Maradona. Anderen: Rafael Gordillo (Real Ma drid), Jesper Olsen (nu Bordeaux), Coen Moulijn, Arnold Mühren, Piet Keizer, en ga zo maar door. Ajax' linkerkant kan zich wellicht in de rijen der linkse onsterfelijken gaan plaatsen. "Is dat zo? Dat wist ik niet van Cruijff. Nu ik er over nadenk zit er wel iets in. Nee, ik voel me niet an ders dan rechtsbenigen. Ik ben be hoorlijk links. Rechts gaat het wel maar het kan nog veel beter. Het passen lukt vrij aardig maar uit de draai de bal ineens ploffen (let op: nieuw modewoord) dat is nog moei lijk. Ik train daar wel op tijdens de trainin gen. Inderdaad ziet het er nog wel eens lullig uit als je dan een zwieper maakt, maar daar heb ik maling aan. Daar zijn de trainingen ook voor, om aan je basisvaardigheden te werken. Je moet ervoor zorgen dat je beter, completer wordt als voetballer. Ik vind het geen aanfluiting als een topspeler stijf links of rechts is. Meestal kunnen ze toch nog wel aar dig spelen met dat andere been. Mijn vader was wel een speler die echt tweebenig was. Het is natuurlijk een voordeel als je een bal niet voor je goede voet hoeft te kappen. Zeker weten. Het valt niet mee om dat te leren, ga jij maar eens links schrijven als je eigenlijk rechts bent. Ik denk dat weinig mensen kunnen lezen wat er staat." Leo Beenhakker Op dit moment is het in een interview met Richard Witschge bijna onvermij delijk om even terug te komen op 'de affaire' van de afgelopen herfst. Wil Richard er nog over praten? "Nee. Die tijd is geweest. Een rot- tijd. Over en sluiten. Ik heb hard ge werkt om terug te komen in het eerste en dat is me gelukt. Ik heb niet het gevoel dat ik nu an ders speel. Het zal best zo zijn maar ik voel dat zelf niet zo. Leo Beenhakker is een fijne man. Als trainer en als mens. Hij was trainer van een topclub bij uitstek. Dan heb je wat in je mars en kun je wat af dwingen bij de spelers van een nieu we club. Ajax is natuurlijk een heel ander verhaal voor hem. Bij Real had hij te maken met gelouterde profs. Het ging er daar niet om wat ze gin gen winnen maar hoeveel ze gingen winnen. Hier is dat anders, dat zal wennen geweest zijn voor hem. We hebben een erg jonge ploeg en bij ons is het nog steeds de vraag of we wat gaan winnen. Aan het begin van een seizoen, bij de eerste trainingen kun je al zien of een trainer goed is of niet. Met Lin- der hadden we allemaal snel door dat het niets zou worden." Na de 'rot-tijd' ging het hard met Ri chard Witschge. Tijdens de wedstrijd tegen PSV in Portugal zagen veel mensen (want: live op televisie bij Veronique) een nummer 10 die beze ten voetbalde, gebruik maakte van al zijn mogelijkheden en dat zijn er niet weinig, maar tevens geconcentreerd speelde. In de wedstrijden daarna voor beker en competitie trok Witsch ge de lijn door en dat leverde compli menten op in de zin van een uitver kiezing voor het Nederlands Elftal, een uitnodiging tot contractverlen ging bij Ajax maar ook een serieuze belangstelling van PSV... Witschge debuteerde in Oranje tegen het nationale team van Italië. Hij was voorbestemd in die wedstrijd een koppel te vormen met Erwin Koe man. De bondscoach hoopte daar mee tot een bevredigende invulling te komen voor de Mühren-rol. De wedstrijd was matig maar Witsch ge liet zich door de fluitconcerten niet van de wijs brengen. Het was al leraardigst om te zien dat hij bleef proberen zijn directe tegenstanders een loer te draaien. Heel knap en ge durfd in een wedstrijd die geldt als test voor een eventuele uitverkiezing voor de WK-selektie. "De selektie voor Oranje gaf aan dat ik op de goede weg ben. Dat ik steeds probeerde om om De Napoli heen te gaan ligt opgesloten in mijn spel. Als het de ene keer niet lukt zegt dat niets over een volgende po ging. Ik had wel de hele tijd de bal kunnen gaan schuiven, maar daar heeft ook niemand iets aan. Zeker niet in zo'n wedstrijd waar toch al weinig gebeurde. Een mannetje pas seren, iets leuks doen, dat hoort bij me. Als ik de bal krijg dan weet ik vaak nog niet wat ik ga doen. Of het moet zijn dat ik al een goede af- speelmogelijkheid heb gezien. Ik doe veel op intuïtie. Tegen Italië was ik vaak het eindpunt in de opbouw. Dan kun je twee dingen doen. Vanaf de zestien-meter voortzetten of de ach terlijn proberen te halen. Vaak kom je dan nog iemand tegen waar je om heen moet. Ik heb dat een beetje af gewisseld. Het was moeilijk spelen voor me. Bij Ajax speel ik vaak ach ter de bal terwijl ik in het Nederlands Elftal juist voor de bal moest spelen. Heel anders. Ik kan zo wel spelen. Wil dat ook graag voor het Neder lands Elftal, maar een ideale positie vind ik het niet. Je hebt meer aan mij als ik achter de bal speel. Ik had die Italianen overigens veel feller verwacht. Het viel allemaal nog wel mee. Of ik droomde van de win nende goal? Nou, gedroomd niet, je hoopt er wel op, zeker in je eerste A-interland. Wat de contractverlenging betreft kan ik kort zijn. Ik wil mijn contract best met twee jaar verlengen. Ik lees nu in de kranten over een verlenging tot 1995. Dat is weer zoiets van de pers. Zelf heb ik daar niets van ge hoord. Mijn contract loopt nog ander half jaar door, dat is een feit. De belangstelling van PSV streelt me. Het is altijd leuk als een goede club interesse in je heeft. Meer niet. Ik heb in Rob Jansen van de VVCS en mijn vader twee uitstekende advi seurs. Een zaakwaarnemer is niet eng. Ik ben overal zelf bij en mijn va der weet wat ik voel en wat ik wil." Als laatste gespreksonderwerp fun geert het competitie-verloop en de kansen van Ajax op een kampioen schap. Vele Ajax-supporters vragen zich na iedere wedstrijd opnieuw af of Ajax inderdaad de titel gaat bin nenhalen. De strijd blijft spannend en het is lang geleden dat Ajax zo'n se rieuze kandidaat voor het kampioen schap was. "Ik weet dat we kampioen kunnen worden. Sterker: Ik heb het gevoel dat we het worden ook. We krijgen nog een heleboel moeilijke wedstrij den. Zoals tegen clubs als MVV die met z'n elven op de doellijn gaan lig gen, een stom doelpunt maken en dan alles, letterlijk alles geven om die voorsprong tot het einde vast te houden. Dat soort wedstrijden zullen we nog wel meer krijgen. Tegen RKC hebben we laten zien dat we leren om met zulke tegenstanders om te gaan. Vaak gaat het erom wie het eerst scoort. Het is het beste als wij dat dan zijn, dan worden we kampioen... Jerinho

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1990 | | pagina 9