RON WILLEMS:
lie ben nog niet waar ik wezen moet
M
Vorig seizoen deed zijn komst veel
stof opwaaien in het kleine voetbal-
Nederland. Ajax had het gewaagd
om voor Ron Willems een bedrag
van bijna twee miljoen gulden over te
maken aan FC Twente.
In tijden dat er in Europa voor een
veelvoud van dat bedrag spelers van
de hand gaan bleek dat toch nog iets
opmerkelijks. Elders zal men van dat
bedrag nauwelijks hebben opgeke
ken. Ja, de tijden veranderen en dat
is ook te merken aan de enorme be
dragen die de transakties op de voet-
balmarkt behelzen.
Ron Willems stond op dat moment
volop in de schijnwerpers en de jon
ge middenvelder stak zijn blijdschap
over zijn overgang niet onder stoelen
of banken. Logisch, de ambitieuze
Willems gold als een groot talent en
na bij PEC Zwolle te zijn opgevallen
was de eerste stap, die naar subtop
per FC Twente, geslaagd.
In Enschede deed Willems opnieuw
van zich spreken als veelscorende
middenvelder.
Over het blessureleed dat Willems
parten speelde in de voorbije maan
den willen we het eigenlijk niet meer
hebben, al is het moeilijk om aan dat
onderwerp volledig voorbij te gaan.
De lijdensweg van Willems heeft
daarvoor een te grote invloed gehad.
Feit is in elk geval dat Ron Willems
het vorige seizoen niet verder kwam
dan een handvol voetbalminuten in
het eerste elftal. Alleen in de
wedstrijd Ajax—Roda JC (3-3) kwam
hij in aktie.
We zijn nu ruim vijftien maanden ver
der en Ron Willems kijkt een stuk
gelukkiger uit zijn ogen.
Hoewel de aanloop naar dit seizoen
nog steeds gekenmerkt werd door de
naweeën van zijn herstel, kwam Wil
lems op z'n Amsterdams gezegd
"aan de bak".
Aanvankelijk nog aarzelend, bijna on
wennig, maar na verloop van tijd met
meer zelfvertrouwen en elan.
In Ajax' uitwedstrijd tegen Haarlem
kwam Ron Willems ook weer tot sco
ren. Zijn eerste Ajax-doelpunt, een
heerlijk doelpunt dus. Het was er
eentje van typische Willems-makelij.
Komend vanuit het middenveld stort
te hij zich bij de eerste paal vol op
portunisme tegen een voorzet aan.
Een week later was het ijs helemaal
gebroken. Tegen FC Groningen droe
gen twee van de drie Ajax-
doelpunten het signatuur van Ron
Willems. Het tweede was er ook één
waar Ron het patent op heeft: goed
timend kopte hij de voorzet van
Johnny van 't Schip hard tegen de
touwen.
Een bevrijding, die goals? Ron Wil
lems glimlacht. Hij is natuurlijk blij
met zijn produktie, maar hij is nog
niet helemaal tevreden:"Natuurlijk is
het heerlijk om weer te scoren. Dat
geeft het nodige zelfvertrouwen,
maar om te zeggen dat het nu
meteen veel beter gaat vind ik over
dreven.
De vorm schommelt op dit ogenblik
op een zeventig procent. Ik kan nog
beter. Het heeft alles te maken met
ritme. Je komt er niet onderuit,
wanneer je een lange periode niet
hebt gespeeld dan moet je gewoon
weer wennen aan het snellere voetbal
in de eredivisie.
Voor sommige akties heb je dan
teveel tijd nodig en verspeel je de bal
in situaties waarin je dat anders niet
zou zijn overkomen. Omdat je nog
teveel op de bal let wordt je overzicht
minder, soms kan je direkt spelen
maar omdat je het niet "ziet" gaat
het mis. Kwestie van tijd, ik weet ze
ker dat het in orde komt.
Op de training ben ik daar natuurlijk
wel veel'mee bezig, maar het blijft
een groot verschil: training of en
wedstrijd".
Tropenmaanden
We kijken nog even terug naar de
"zwarte periode" waaruit Ron
Willems nu is ontsnapt.
"Tropenmaanden waren het", vertelt
Ron,"ik werd aldoor maar met die
blessure gekonfronteerd. Logisch,
maar wel vervelend op den duur.
Er is ook wel gesuggereerd dat het
"tussen m'n oren" niet goed zat.
Dat de blessure meer een mentale
zaak was én geen lichamelijke.
Ik heb daar zelf om moeten lachen.
Niets was minder waar.
Ik speel al vanaf m'n vijftiende be
taald voetbal en ik weet wel wat er te
koop is. Van al die opmerkingen heb
ik me toch weinig aangetrokken.
Vaak komen zulke dingen naar voren
door journalisten die slecht zijn inge
licht.
De ingreep op zich was toch behoor
lijk zwaar. Aanvankelijk heb ik daar
een beetje te licht over gedacht. Aan
het begin van dit seizoen had ik ge
hoopt alweer helemaal klaar te zijn
voor het grote werk, maar dat viel