moet ik wel de zelfdiscipline opbren
gen om er echt iets van te maken. Ik
wil wel maar het valt niet altijd mee
hoor."
Keren we terug naar het terrein
waarop het voor Marciano makkelij
ker uitblinken is: het voetbalveld.
In korte tijd maakte hij de sprong van
het juniorenvoetbal naar de Eredivi
sie.
Regelmatig imponeert de jongeman
met zijn fraaie stijl, zijn sterke ingre
pen en zijn originele oplossingen.
Maar Marciano is de eerste om te er
kennen dat hij de fijne kneepjes van
het voetbalvak nog niet allemaal on
der de knie heeft.
"De overstap van het tweede elftal
naar het eerste viel wel mee, maar je
merkt al gauw dat je nog veel te le
ren hebt", reageert Marciano Vink.
"Ik kan niet een specifiek aspekt in
mijn spel aanwijzen dat veel beter
moet of dat erg slecht is. Er ont
breekt op elk onderdeel nog iets en
de "konstante faktor", het regelmatig
goed spelen, ontbreekt nog. Dat is
echt een kwestie van ervaring. Van
veel wedstrijden spelen en door
schade en schande wijs worden.
Op het veld, in de wedstrijd, leer je
het meest. Nee, het is niet een zaak
van gebrek aan kracht. Wel van ver
delen van de kracht. Dat is nu echt
iets wat je door het spelen van
wedstrijden leert.
Ik kan me van dit jaar nog geen per-
fekte wedstrijd herinneren. De laatste
keer dat ik echt vond dat het hele
maal liep zoals het moest, is al weer
lang geleden. Met de A-junioren
speelden we tegen De Graafschap
en het liep als een trein. Niet alleen
met mijzelf maar met het hele elftal.
In die westrijd kegelde ik de bal
vanaf dertig meter keihard in de
hoek. Over die eerste wedstrijd, vorig
jaar tegen Sparta, was ik gedeeltelijk
tevreden. In de eerste helft liep het
lekker, maar na de rust zakte ik wat
weg."
Nationale selekties
De faam die Marciano verwierf in de
Nederlandse kompetitie had ook in
vloed op de wedstrijden die hij speel
de met het Olympisch Elftal en Jong
Oranje. In de vriendschappelijke in
terland tegen Denemarken moest
Marciano de leider zijn op het mid
denveld, maar hij speelde in het met
weinig belangstellenden omzoomde
veld van Volendam een mindere
wedstrijd.
"Ja", erkent Marciano Vink,"het liep
tegen Denemarken niet zo lekker en
later, tegen IJsland ging het hele
Een uitstekende balcontrole en een fiks aanvallende drang horen tot de eigenschappen van de talent
volle Marciano Vink. Hier zien we de verdediger aanvallend ten strijde trekken tegen FC Twente. De
rollen zijn omgekeerd want de tacklende man is Twente's spitsspeler Claus Nielsen.
maal dramatisch. Het is overigens
iets waar ook de andere Ajacieden,
zoals Richard Witschge, Frank en
Ronald de Boer en Dennis Bergkamp
maar ook jongens van buiten Ajax
last van hadden.
Bij Ajax ben je één van de velen in
het elftal, geen leider en dat leider
schap wordt wel een beetje van je
verwacht in de nationale selekties.
De druk is minder dan bij Ajax en
daarom moet je je meer dwingen tot
concentratie. Dat lukt nog niet te
best en dat heeft tot gevolg dat je
slecht speelt. Tegen Denemarken
bijvoorbeeld was ik steeds een half
metertje te laat. De instelling moet
beter, daar ben ik me van bewust."
De top bereiken
De ambitieuze Marciano Vink weet
wat er aan schort. Welke zaken
verbeterd moeten worden. Wat zijn
sterke maar vooral wat zijn zwakke
punten zijn.
Maar Marciano weet ook heel goed
wat hij wil: de top bereiken.
En dat moet bij Ajax gebeuren. Een
paar maanden terug tekende hij een
verbintenis met Ajax voor de duur
van vier jaar. Na die vier jaar ziet
Vink wel weer verder.
"Ik wordt wel eens vergeleken met
Frank Rijkaard", besluit Marciano,
"maar dat is in de eerste plaats een
idee van de pers en andere mensen
in de voetbalwereld. Ikzelf heb daar
nog nooit zo bij stilgestaan, al vind ik
het wel een enorm kompliment om
met Rijkaard vergeleken te worden.
Zijn manier van voetballen spreekt
me ook aan, maar het is niet zo dat
ik me per sé aan Rijkaard spiegel.
Wél een voetballer die ik me ten
voorbeeld mag stellen, dat is iets an
ders. Voorlopig heb ik nog niet echt
veel gepresteerd en er is nog veel te
leren."
Marciano Vink is en blijft dan ook
gewoon Marciano Vink. Een voetbal
ler met grote mogelijkheden en een
eigen stijl en, bovenal, een enorme
drang om een plaatsje in het voetbal
paradijs te bemachtigen.