2G3mm l|by m wt%, - TJ »i WÊÊfm^ ,£a» jJm? i w- w if;!|p Voor de buitenlanders in Ajax-dienst is het steevast een doorn in het oog dat zij geen plaatsje krijgen in de 'galerij der internationals'. Die bevindt zich in de gang naar de Ajax-kleedkamer en met name Sören Lerby maakte zich er steeds druk over dat hij, die samen met Frank Arnesen als Ajacied zijn debuut in het Deense nationale elftal maakte. Van de 78 Ajax-internationals zijn er, nadat het afgelopen jaar Jan de Boer en Dolf van Kol ons ontvielen, nog 53 in leven. De oudste van hen is Wim Volkers, voor zover we kunnen nagaan tevens de enige nog in leven zijnde oud-international die nog uit de vorige eeuw stamt (van 1899). Volkers kwam tussen 1924 en 1932 tot zeven interlands, een aantal dat drastisch werd beperkt door een con troverse met de toenmalige feitelijke baas van de nationale keurtroepen, Karei Lotsy, "Karei de Kerel". Niettemin mag Volkers nog graag en met trots de zilveren sigarettendoos laten zien die hij van zijn al even trotse werkgever kreeg en waarin zijn interlands staan gegraveerd. Twee of meer clubs Wat tevens opvalt is het aantal Ajacieden dat zowel voor Ajax als voor andere clubs het Oranje aantrok. In de amateurjaren was dat een uitzondering; slechts De Natris en Drager wisselden tijdens hun interna tionale loopbaan van club. De Natris vertrok in 1921 naar De Spartaan, keerde vervolgens terug naar Ajax en verhuisde daarna naar het toen verre Arnhem, waar hij voor Vitesse nogmaals voor zijn land uit kwam. Guus Drager debuteerde in 1939 als DWS-er in Oranje, en ver kaste in de oorlog naar Ajax. Daarom kon hij pas in 1946 als Ajax- speler in de vaderlandse ploeg aan treden. Nadat het voetbal een betaalde zaak werd was het wisselen van club gemeengoed geworden. Van de 47 spelers die als (semi)prof bij Ajax tot international promoveer den, hebben slechts 19 niet tevens voor een andere club aan de interna tionale weg getimmerd. Grootste "wisselaars" daarbij waren een drietal spelers. Johnny Rep, voor het eerst opgedraafd namens Ajax en sindsdien ook voor Valencia, Bastia en St. Etienne. Ruud Geels, die in 1974 voor Oranje debuteerde als speler van FC Brugge, een half jaar later naar Ajax kwam en nadien ook voor Anderlecht en PSV nog naar Zeist kwam. Ook Wim Kieft kwam sindsdien tot vier clubs: na als Ajacied met het Oranje kennis te hebben gemaakt in 1981, kwam hij nadien als speler van Pisa, Torino en PSV nog tot wedstrijden voor de Nederlandse ploeg. De andere spelers die voor vier verschillende clubs uitkwamen waren Wilkes, Van Hanegem en Gullit. Negen Ajacieden Een record dat Ajax vast in handen heeft, werd gevestigd op 25 maart 1987. Vanaf de 83e minuut speelden negen Ajax-spelers in Oranje tegen Griekenland. De opstelling in die wedstrijd, die in 1-1 eindigde, was op dat moment: Van Breukelen (PSV); Spelbos, Bosman, Silooy; Wouters, Rijkaard, Mühren; Winter, Van Basten, Gullit (PSV), Van 't Schip. Bosman speelde vanaf de 71e mi nuut in plaats van Ronald Koeman, Winter was Van der Gijp komen ver vangen; beide uitvallers speelden eveneens voor PSV. Met dat aantal brak Ajax haar oude record. Op 2 mei 1973 namelijk, waren acht Ajacieden in de basis aangetreden. Tegen Spanje speelde Nederland (dat met 3-2 zou winnen) met: Van Beveren (PSV), Suurbier, Israel (Feyenoord), Hulshoff, Krol; Neeskens, Haan, Van Hanegem (Feyenoord); Rep, Cruijff en Keizer. In de 57e minuut moest Hulshoff het veld ruimen voor Feyenoorder Dick Schneider. Maar het wereldrecord op dit gebied staat op naam van Anderlecht, dat ooit, op 30 september 1964, het vol ledige Belgische elftal leverde in een wedstrijd tegen Nederland. Nadat aanvankelijk alleen de doel man (Delhasse van FC Luik) niet bij deze clubmoot hoorde, werd de Brusselse overheersing totaal toen na de rust ook Anderlecht-keeper Trappeniers in de ploeg verscheen. Het Engelse Corinthians had in 1894 en 1895 het volledige Engelse elftal geleverd, maar daarbij dient te wor den aangetekend dat een aantal spe lers tegelijkertijd ook voor andere clubs speelde. De achtenzeventig Oranje-gekleurde Ajacieden in de spelersgang vormen een rij die tot trots stemt, en als stimulans mag gelden voor alle be ginnende spelers die langs die me terslange reeks naar het veld wande len. Als ze, moegezweet, teruglopen, zien ze aan het eind van de collectie dat er nog voldoende gang over is voor nog tientallen foto's... Evert Vermeer

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1989 | | pagina 21