Nadat de Spelen van Berlijn in 1916 waren geannuleerd in verband met de oorlogsomstandigheden, kwam Nederland in 1920 opnieuw tot brons, met namens Ajax Jan van Dort en het enfant terrible van die dagen, de wispelturige vleugelspeler Jan de Natris. En tenslotte werd in Parijs in 1924 voor de derde keer een bronzen plak behaald, met opnieuw De Natris in de ploeg. Het was het laatste concre te succes voor Oranje tot de veel besproken zilveren WK van 1974. Tot de opkomst van de grote toer nooien speelde Oranje slechts een handvol wedstrijden per jaar, en de cijfers van de meeste spelers van de oude garde vallen dan ook wat lager uit dan tegenwoordig het geval zou zijn. Zo speelde een geweldenaar als Wim Gupffert maar driemaal in Oran je, de onbetwiste doelpuntenkoning en topscorer-aller-tijden bij Ajax, Piet van Reenen, slechts tweemaal (en zonder te scoren). Rob de Wit daarentegen kwam in zijn korte carrière in een jaar tijd tot acht interlands. De kortste interlandcarrière van een Ajacied was tot nu toe weggelegd voor René Notten, die op 22 novem ber 1975 tegen Italië 17 minuten mocht meespelen, zij het dat hij in dienst van FC Twente al vier inter lands had verzameld. Hennie Meijer kwam tot 22 minuten (vriendschappelijk tegen de Belgen vorig seizoen) en Rob Witschge debuteerde op 4 januari van dit jaar tegen Israel met 33 minuten. De man die jarenlang de internatio naal meest ervaren Ajacied zou blij ven, was Wim Anderiesen, de spil die tussen 1926 en 1939 in totaal tot 46 interlands kwam en in die ama teurjaren slechts Harry Denis en Gejus van der Meulen boven zich moest dulden, alsmede de jarenlan ge koploper, Feyenoorder Puck van Heel. Zijn totaal van 64 wedstrijden werd pas in 1979 verbeterd door een andere Ajacied, Ruud Krol. Die speelde op 5 september van dat jaar op IJsland zijn 66e wedstrijd van de 71 die hij als Ajacied zou noteren. Als speler van Vancouver Whitecaps en SSC Napoli Zou hij zijn totaal tenslotte op 83 brengen, een voorlo pig nog onbedreigd aantal. Inmiddels is Van Heel naar de derde plaats gezakt omdat ook Feyenoor der (en heel even Ajacied) Wim Jansen (65) hem voorbijstreefde. Op de topscorerslijst heeft Ajax de eerste plaats net niet kunnen grijpen. Die eer komt nog altijd Faas Wilkes toe, die in dienst van vier verschillen de clubs 35 maal raak schoot. De weigering van Johan Cruijff om zich nog langer voor Oranje beschik baar te stellen, hield in dat hij op 33 bleef steken: 19 voor Ajax, 14 namens Barcelona. Overigens, de eerste Ajacied die voor Nederland scoorde, was Theo Brokmann. Op 9 juni 1919 scoorde hij acht minuten voor tijd in het oude Stadion van Amsterdam tegen Zwe den de gelijkmaker. Via het lichaam van een verdediger, maar de treffer werd op zijn naam geschreven. Precies zeven minuten later was Wim Gupffert de volgende Ajacied. Hij bracht in de voorlaatste minuut de eindstand op een toch nog ruime 3-1. Nederlands record-international is Ruud Krol. Eerst als linkerverdediger en later als libero speelde hij maar liefst 83 interlands. De huidige trainer-coach van KV Mechelen vertegenwoordigde zijn land 71 keer als Ajacied. In zijn 83 interlands kwam Krol drie keer tot scoren. 1 7

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1989 | | pagina 19