Richard Witschge uit de schaduw Richard Witschge (19 jaar) is op dit moment aan zijn zesde seizoen bij Ajax bezig. Waarvan drie jaar bij de A-selektie. In het bezit van een drie jarig full-profcontract heeft hij dit jaar de definitieve doorbraak gepland. Veel voetbalinsiders zijn al langer gecharmeerd van de kwaliteiten van het talentvolle broertje van Rob Witschge, maar verweten hem te vens een eigenwijze instelling en te weinig rendement in zijn spel. Ook Richard twijfelde nog tot voor kort over het uitblijven van zijn door braak. Doch, tijdens de tweede we deropstanding van Ajax dit seizoen, snoerde Richard al zijn critici de mond. Met opvallend volwassen spel tegen clubs als PSV en FC Gronin gen veroverde hij behalve zijn felbe geerde linkshalfplek in Ajax 1 ook een uitgebreid interview in dit Ajax- magazine. Twijfel Vreugde en verdriet zijn twee begrip pen die in de (voetbal)sport onlos makelijk met elkaar verbonden zijn. Vorm en vertrouwen bepalen daarbij de prestaties. Dennis Bergkamp en Aron Winter hebben al eerder bewezen wat een gezonde dosis zelfvertrouwen voor een sporter kan betekenen. Ook Richard Witschge is wat dat be treft een treffend voorbeeld. Vooral het laatste half jaar kende hij een mindere periode. "Ja, ik heb wel m'n twijfels gehad. Zo rondom de winterstop wilde ik ook weg bij Ajax; het duurde me allemaal te lang. Ik constateerde ook geen stijgende lijn. Spitz Kohn vertrouwde me echter in een gesprek toe, dat ik voor geen prijs zou worden verkocht. Ik heb daarop de beuk erin gegooid en ben harder voor mezelf gaan trai nen. Onder andere door veel kracht training. De kans die me vervolgens werd gegeven, heb ik met beide han den gegrepen. Ik heb m'n spelstijl in zeker opzicht wel aangepast. Ik zal wel altijd m'n eigen op intuïtie geba seerde spelletje blijven spelen, maar ik ben nu ook niet te beroerd om er harder bij te gaan werken." Botsen De spelvreugde straalt in ieder geval weer van Richard zijn spel af. "Inderdaad, maar dat komt ook om dat er weer voldoende felheid in mijn spel is terug te vinden. Want het voetbal in de eredivisie lijkt wel sim pel, maar je vergist je enorm in het hoge tempo en de kracht die je daar voor nodig hebt. Dat is niet te verge lijken met een tweede elftal. Met de gretigheid heeft het altijd wel goed gezeten. Toen ik dit seizoen in de voorbereiding warm moest lopen, liep ik ook op een gegeven moment naar de dug out toe en zei dat ik warm was. Ja, je krijgt zo al gauw het predicaat eigenwijs opgespeld, maar in de dug out zit ik mezelf al leen maar te verbijten. Ik word regel matig eigenwijs genoemd. Maar of dat terecht is? Het wil wel eens voor komen dat ik iets niet snel aanneem en ja, ik denk dat dat ook door m'n opeisende spelwijze komt. Dat botste overigens met Kurt Linder. Hij vond dat ik te vaak om de bal riep, terwijl ik niet altijd vrij stond. In de voorbe reiding vroeg ik op een gegeven mo ment om de bal en leidde vervolgens een goal in. Linder vond echter dat ik niet had moeten roepen en haalde me, na een wergwerpgebaar van mijn zijde, weer naar de kant." Vrijuit en met de nodige fantasie voetballen staat bij Witschge centraal. "Dat is ook de reden dat ik pas als tweede jaars C junior bij Ajax ben gaan spelen. Bij SDW kon je jezelf lekker uitleven. Je moet volgens mij ook niet te vroeg bij Ajax gaan spe len. Als je zeven jaar bent, krijg je al een taak mee in het veld. Van spel vreugde is dan geen sprake. Men zou bij Ajax in de jeugd ook best eens wat socialer met elkaar om kun nen gaan. Al met al doorliep Witschge free wheelend de opleiding van Ajax. Ook Johan Cruijff erkende de talenten van de linkspoot en liet hem reeds op 17-jarige leeftijd tegen AZ uit de buteren in de eredivisie. Gedurende het hele gesprek steekt Richard zijn bewondering voor Johan Cruijff niet onder stoelen of banken. "Toen Cruijff Ajax trainde, was er constant sprake van een spannings veld die door de hele club voelbaar was. Dat spanningsveld was hier tot voor een maand niet merkbaar. Destijds ging het allemaal wat profes sioneler. Er was één leider. Bij Johan Cruijff was de techniek de basis, maar je kreeg ook wel degelijk een taak mee in het veld. Hield je je daar niet aan, dan werd je eruit gegooid. Hoe goed je ook was. Zo speelde ik met Ajax 1 voor de Europa Cup in Ierland. Een week later moest ik ech ter met het derde elftal mee. Voor 11 Een sterk punt binnen het voetbalarsenaal van Richard Wischge is zijn traptechniek. Die wordt hier gedemonstreerd in de wedstrijd Ajax—RKC. Het slachtoffer van Richards gekrulde voorzet is de Belg Leo van der Eist.

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1989 | | pagina 13