Gerrie Mühren: That's Entertainment De discussie over wie de beste Nederlandse voetballer aller tijden was, is doorgaans een korte. Bij de vraag wie de mooiste voetballer voet baller aller tijden is, vallen wat meer namen. Eén van hen is steevast Ger rie Mühren, de hypertechnicus van het Ajax rond 1970, die naam maak te met technische hoogstandjes waar nu, dertien jaar na zijn vertrek, nog verlekkerd aan wordt teruggedacht. Na nog wat omzwervingen over de binnen- en buitenlandse velden is Mühren inmiddels al weer een tijdje neergestreken op zijn geboortegrond in Volendam. Gerrie Mühren - broer van Arnold, neef van Pé, en neef van een andere Arnold, die van de Cats, de Mührens zijn prominent aanwezig in het dijkdorp - is voor de tweede keer bij de plaatselijke voetbalclub terug als assistent-trainer met een belangrijke voorliefde voor de jeugd. Het voetbal in Volendam bloeit weer volop. "We hebben 76 elftallen op het ogenblik; dat is wel een beetje te veel voor die paar velden. Maar alles wat kind is voetbalt hier. En allemaal in één vereniging. Dat er in Volen dam maar één vereniging is, is vrij uitzonderlijk. In Groesbeek hebben ze er geloof ik al zes." "Karatetrap" Een eenheid die het nodige bijdraagt aan het succes van de club. Maar beslist niet het enige, voegt Mühren daaraan toe. "Ze voetballen hier nog op straat ook, en dat is wel uniek. En noodzakelijk ook, want daar begint alles. Als je niet op straat voetbalt ontbreken er een paar bladzijden uit het boekje, en dat kun je dan niet meer inhalen op het veld. Wij waren vroeger uren voorzetjes aan het af werken op een muur. De karatetrap zal ik maar zeggen, en die zie je bijna niet meer, want niemand heeft hem geleerd. Hier in Volendam leren ze dat zichzelf."Leuk en aardig, maar op straat voetballen wordt voor de Amsterdamse jonge tjes zo langzamerhand wel een pro bleem. "Inderdaad. De velden zullen in de zomermaanden ook opengesteld moeten worden, en dan de kinderen maar laten voetballen. Sommige ver enigingen doen dat al. Maar kinderen hebben daarbuiten natuurlijk veel meer tegenwoordig. Televisie, com puterspelletjes, tennis, en allerlei an dere sporten gelukkig. Vroeger had je alleen maar voetbal. Ook in Volen dam roomt het tegenwoordig af vanaf een jaar of zestien. Je houdt zowel de mentaal sterksten over natuurlijk, maar er vallen een hoop af die veel met een bal kunnen. Volendamse voetballers willen nog wel eens bij de minste of geringste tegenslag stop pen. Als je aan de jongetjes hier vraagt wat ze willen worden, roept er niet één "profvoetballer". Nou, vraag het die knaapjes bij Ajax maar eens. Hier willen ze gewoon lekker ballen. Vroeger had je die mentaliteit hier wel. Wie hier naar Volendam kwam was bij voorbaat al geslagen op basis van inzet. Later kwam dat Braziliaan 6 se strandvoetbal erin. Daarom had den we mensen van buiten nodig. We hebben nu nog maar een stuk of vier Volendammers in het eerste, maar er wordt weer veel aan de jeugd gewerkt. En hopelijk zie je over vijf jaar weer alleen maar Volendam mers in het eerste." 16 jaar: debuut Ook in de tijd dat Gerrie zelf bij de jeugd speelde, was er al oog voor het talent. Al op zijn zestiende debu teerde hij in het eerste:"Tegen Fortu- na, met Dick Tol nog, Karregat, Veer man, Aaltje Keizer in het doel, Janny Schilder, die lange. Een heel ander team dan nu. We keken echt tegen die ouderen op, dat gebeurt nu niet meer. Maar ze hielpen je ook veel meer. Echt amateuristisch was het nog. Nu krijg je meer haat en nijd omdat het om geld gaat. Het voetbal was natuurlijk ook anders, tegen woordig moet je conditioneel veel sterker zijn. Maar wel leuker om te zien, er werd meer over de vleugels gespeeld." Als 22-jarige, in 1968, verkaste Ger rie naar Ajax, dat hem vier jaar eer der al begeerde. "Maar ik zat toen nog op de Grafische School en ik moest nog in dienst. Na mijn dienst tijd ben ik alsnog naar Ajax gegaan." Daarmee was hij de derde Volen- dammer die zijn voetbalheil elders zocht. In navolging van Janny Schil der en Dick Bond moest ook de 22- jarige Mühren in zijn woonplaats het woord "overloper" meermalen horen. "Tot ik Europa Cup ging spelen. Toen kwamen diezelfde mensen voor kaartjes aan de deur. Schilder had het echt moeilijk, maar het was voor de mensen even wennen." Even wennen was het voor Gerrit zelf ook:"lk had net een knieblessure ge had en toen ik 's zomers naar Ajax ging moesten we gelijk het Amster damse Bos in; ik met Heinz Stuy op m'n rug. En vijf keer trainen op een dag in plaats van drie keer in de week. Dat waren de eerste twee we ken bij Michels." Toch zou Mühren al snel zijn debuut in Ajax-1 maken. "Mijn concurrenten waren Henk Groot, Klaas Nuninga en Bennie Muller. Ga d'r maar aan staan. Maar daar dacht ik nooit aan. En bij Michels was het simpel: je haalde het of je viel af. Gerrie Mühren was een regelrechte strafschopspecialist. Koelbloedig onder alle omstandigheden leg de Gerrie de bal in om het even welke hoek. Hier zien we de allereerste Mühren -penalty in de wedstrijd tegen FC Den Bosch.

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1989 | | pagina 8