fff
NfliAX
Toen het nieuwbakken bestuur van
een nieuw op te richten Amster
damse voetbalvereniging in 1900
besloot de baby 'Ajax' te dopen,
handelde het helemaal in de geest
van die tijd. Rond de jonge voetbal
sport hing een zeker aureool van
heldhaftigheid dat er weliswaar
nooit helemaal is afgesleten, maar
toch wel wereldser vormen heeft
aangenomen. Clubs mochten dan
ook graag teruggrijpen op de
oudheid voor hun namen. Latijnse
namen als Excelsior, Concordia of
UD (Utile Dulci), maar vooral namen
uit het Griekse verleden, Sparta,
Hercules, Achilles, Lycurgus,
Xerxes, deden het goed, en gaven
bovendien een air van ontwikkeling
aan de bestuursleden van de club.
Ajax paste in dat rijtje. Er waren twee
Griekse helden met die naam (de
gangbare transcriptie van de Griekse
spelling is overigens Aias): Ajax de
Grote en Ajax de Kleine. De Grote,
waarnaar de club ongetwijfeld
genoemd is, was de zoon van Tela-
mon, koning van het eiland Salamis.
Hij onderscheidde zich tijdens het
beleg van Troje, toen hij op eigen
houtje de Trojanen tegenhield die op
het punt stonden het Griekse kamp
aan te vallen en de schepen in brand
te steken. Ajax, gevierd als de grootste
held na Achilles, bevocht twee befaam
de collega's: Hector (dat duel eindigde
onbeslist) en Odysseus. In die laatste
kamp ging het om de wapenrusting
van Achilles, die beiden claimden. De
slimme Odysseus, geholpen door de
godin Athena, werd de winnaar. Het
dient gezegd, Ajax toonde zich geen
groots verliezer: hij stortte zich na de
nederlaag van ellende in het zwaard.
Er bestaan twee lezingen: in de ene
beroofde hij zichzelf onmiddellijk van
het leven, in het andere richtte hij in
blinde waanzin eerst nog een slachting
aan onder een kudde vee in de veron
derstelling dat het Odysseus en zijn
mannen waren, om zichzelf vervolgens
uit schaamte alsnog het zwaard door
het lijf te jagen. Met dit laatste verhaal
treedt Ajax als hoofdpersoon op in een
tragedie van Sophocles, eveneens
'Ajax' geheten. Een moderne bewer
king van het stuk was vorig jaar in
Amsterdam te bewonderen.
Een andere Griekse held met de naam
Ajax, 'de Kleine', was eveneens een
koningszoon, uit Oileus in Midden-
Griekenland. Ook hij vocht bij Troje,
niet zelden zij aan zij met de Grote
Ajax. Een dapper man, maar wat
onbesuisd: na de val van Troje nam hij
enkele voorwerpen weg uit het
heiligdom van Athena. Deze godin nam
daarop wraak door het schip waarop
Ajax naar huis voer, met met de
bliksem in de grond te boren.
Ajax uit Leiden en Rabat
De keuze voor 'Ajax' als naam was
zeker geen unieke. Integendeel: wie
sportkranten uit de eerste jaren van de
nieuwe eeuw doorbladert, zal in de
uitslagen van de eerste klasse al
wekelijks de naam Ajax tegenkomen.
Het betreft hier echter de naamgenoot
uit Leiden, die later zou terugvallen en
een fusie aanging met een andere
Leidse club, De Sportman, onder de
naam ASC. Maar in andere steden was
de naam Ajax inmiddels opgedoken.
Ook in Leeuwarden, in Schiedam en in
Bredenbroek bestonden clubs met die
naam, al waren ze allen bijna weer
even snel verdwenen als ze waren
opgericht. Overigens is er slechts één
wedstrijd bekend waarin het
Amsterdamse Ajax een naamgenoot
bekampte. Dat was in een
vriendschappelijke wedstrijd in het
seizoen 1916-1917, toen Ajax Leiden
met 12-1 werd afgeslacht.
Maar ook in het buitenland bestonden,
en bestaan er nog steeds, diverse
Ajaxen. Het bekendste is waarschijnlijk
de club van die naam in het plaatsje
Rabat op Malta. Een club die in 1985
en 1986 de landstitel aldaar veroverde,
en in 1986 zelfs de 'doublé';
internationaal heeft Rabat Ajax nog
nauwelijks van zich laten horen, maar
de stille hoop dat het grote en kleine
Ajax elkaar nog eens treffen in
Europees verband, blijft onverminderd
aanwezig.
Ook in Griekenland loopt een Ajax
rond, zij het een kleintje. In Salamis,
niet ver van Athene, speelt een club
van die naam. In 1975 werden
vriendschapsbanden aangeknoopt met
die verre neef middels een
vriendschappelijk duel in Griekenland,
waarbij Ajax Amsterdam werd
vertegenwoordigd door het C-elftal.
Tenslotte is er nog een Ajax dat op
eersteklas-niveau opereert. Daarvoor
moeten we naar Australië. Een land
waar de samenleving is opgebouwd uit
allerhande etnische groepen, en dat is
te zien aan de clubnamen: Sydney
Croatia, Preston Makedonia en West
Adelaide Hellas generen zich duidelijk
niet voor hun afkomst. Een andere club
met een achterban van Griekse
afkomst is Ajax uit het plaatsje Green
Gully. Kennelijk geen imposante plek
op de aardbodem, want op onze grote
gezinsatlas hebben we het zo snel niet
kunnen vinden. De club acteerde tot
voor kort in de middenmoot van de
National Conference, de competitie van
het zuidelijk deel van Australië. Maar
sinds enkele jaren is op het immense
continent een grote nationale
competitie gevormd, en daaruit is
Green Gully Ajax inmiddels verdwenen.
Wie scherp oplet, kan de naam in de
Britse kranten nog wel eens
terugvinden, omdat 's zomers de
voetbalpools aldaar vrolijk doordraaien,
niet zelden met gebruikmaking van
Australische wedstrijden.
Buiten het voetbal vinden we in de
sportwereld merkwaardig genoeg de
naam Ajax niet terug. In het verleden
waren er weliswaar honkbal-,
basketball- en cricket clubs met die
naam, maar dat was geen kunst: het
waren immers onderdelen van de
voetbalclub. De honkballers verdwenen
in de jaren zeventig als laatste uit De
Meer en sindsdien wordt er nog
slechts gevoetbald. En van tijd tot tijd
geklaverjast.
Ajax-dreef
Een blik in de grote boze buitenwereld
laat regelmatig het woord Ajax
opduiken. Merkwaardig genoeg heeft
het gemeentebestuur nooit een straat
naar Ajax genoemd, zelfs niet toen
rond 1930 de namen werden
uitgedeeld in het Plan Zuid en
daarvoor een greep uit de grabbelton
met Griekse helden werd gedaan.
Hygiea, de Parnassus, Minerva, Jason
en zijn Argonauten, allemaal waren ze
present maar Ajax niet. In Utrecht
echter kwam er in de jaren zestig wel
een Ajax-dreef.
Brandblusapparaten
Niettemin vinden we de naam Ajax wel
degelijk in het Amsterdamse
stadsbeeld terug. Niet zelden gebeurt
dat in de Watergraafsmeer, waar
enkele bedrijven zich koesteren in de
nabijheid van de internationale
bekendheid. Sigarenmagazijn Ajax is
een vertrouwd voorverkoopadres recht
tegenover het stadion, maar we vinden
even verderop ook een
damesmodezaak, en tot voor kort
bevond er zich ook een autorijschool
Ajax in de polder. Verder is er bijna
geen kantoorgebouw in Nederland
waar we de naam Ajax niet kunnen
ontwaren: op de haspels van de
brandslangen, die afkomstig zijn van
de firma Ajax Brandblusapparaten.
Ook hier is er een rechtstreeks
connectie met de voetballers: het
bedrijf was ooit eigendom van Jan de
Boer, befaamde keeper van het Ajax
uit de jaren twintig en enkele malen
ook actief in het Nederlands elftal. Niet