'OORTMANi DE BOER EEN JOMCM PROF OP WEG NAAR DE TOR "Poortmans" luidt de bijnaam van de linksachter van Ajax en heeft de lezer een voetbalhart dan begrijpt hij dat die bijnaam ontsproten is uit de voorliefde om de bal tussen de benen van de tegenstander door te spelen. De jongeman die die fraaie bijnaam mag voeren is één van de jongste telgen uit de talentrijke Ajax familie: Frank de Boer. Op 15 mei viert Frank, uiteraard samen met zijn tweelingbroer Ronald, zijn negentiende verjaardag. Maar ondanks zijn jeugdige leeftijd is Frank "Poort mans" de Boer reeds nu een volledig ingeburgerde steunpilaar van de Ajax-verdediging. Debuteerde broer Ronald een jaar geleden al in de hoofdmacht van Ajax, voor Frank lag een dergelijk hoog tepunt iets verder in 1988. Toevallig debuteerden beide broers wel in een wedstrijd tegen dezelfde club. Ronald kreeg zijn eerste kans het vorig seizoen als invaller tijdens de turbu lente wedstrijd tegen PEC Zwolle die een hoogst merkwaardige score van 6-4 in Ajax-voordeel opleverde. Ronald was de maker van het vijfde Ajax- doelpunt. Voor Frank de Boer was er de bittere smaak van een nederlaag weg te slikken toen hij op 21 septem ber van het afgelopen jaar zijn opwachting maakte. Ook tegen PEC maar nu in Zwolle. Ajax verloor met maar liefst 4-1 en invaller Frank kon daar weinig aan doen. Kans In de betreffende wedstrijd kwam Frank in het veld voor de aan het hoofd gekwetste Mark Verkuijl. Die speelde toen nog als linksachter en iedereen hield er rekening mee dat, was Verkuijl weer opgelapt, Frank plaats zou moeten maken voor zijn meer ervaren collega. In eerste instantie gebeurde dat ook maar een omzetting in de Ajax-defensie leverde Frank de Boer een nieuwe kans op. En die kans greep hij met beide handen. Op de doorweekte grasmat van het Olympisch Stadion draafde Frank in de Ajax-basis op tegen PSV. Mark Verkuijl werd geprobeerd als voor stopper en Frank de Boer schoof door van de wisselspelersbank naar de linksachter plaats. Het resultaat is bekend. Verkuijl deed het voortreffelijk als centraal verdediger en Frank de Boer verbaasde vriend en vijand met zijn overtuigende en technisch goed onderlegde spel. De werkelijke entree van Frank viel dus samen met de start van Ajax' herstel. Week-in, week-uit toonde Frank zijn goede vorm. Tegenstanders werden uitgeschakeld en aanvallend liet de jonge vriend uit Grootebroek ook zien heel wat in zijn mars te hebben. Marathon Met plezier blikt Frank de Boer terug op het duel met PSV. "Eigenlijk zie ik die wedstrijd als mijn werkelijke debuut", begint hij. "Die partij tegen PEC Zwolle beleefde ik als invaller en bovendien was het resultaat er ook De eerste keer dat Frank de Boer als basisspeler een wedstrijd in Ajax-1 begon was tegen PSV in het Olympisch Stadion. Op de doorweekte grasmat van het Stadion toonde Frank zijn flair meteen al ondubbelzinnig. PSV-er Berry van Aerle ondervindt de aanvallende drang van Ajax' jonge linksachter. een om snel te vergeten. In feite is het met Ajax-PSV echt begonnen." Dat er op zijn talenten een beroep werd gedaan door de technische staf van Ajax was geen grote verrassing maar toch wel een emotionele gebeur tenis. Frank daarover: "Ik had ook het vorig seizoen al een paar keer op de reservebank gezeten. Je maakt het dan allemaal van dichtbij mee en je weet dat het er in zit dat je er een keertje in moet wanneer iemand geblesseerd zou raken. De trainers, Spitz Kohn en Louis van Gaal, kennen me goed en ze wisten dus wat ze aan me hadden. Maar met name tegen PSV had ik wel wat last van zenuwen. Ik heb het idee dat de spanning me parten speelde want na een kwartier had ik het gevoel alsof ik een marathon had afgelegd. Verdedigend ging het wel aardig maar aanvallend kon het veel beter. Ik verspeelde nogal wat ballen door een slechte passing, maar het resultaat was natuurlijk geweldig." Verdedigen en aanvallen Wat opvalt in het spel van Frank de Boer is zijn drang tot aanvallen. Een drang die hij met de nodige flair en techniek omzet in daden. "Aanvallen doe ik graag", bevestigt Frank, "vreemd is dat niet want tot ik een jaar of vijf terug samen met Ronald naar Ajax kwam speelde ik als linksbuiten. Een kennis van mijn vader, Piet Hoogenhoudt, tipte ons bij Cees Groot (de vroegere Ajax-jeugdtrainer die nog niet zo heel lang geleden overleed, red.). We hebben toen een training meegemaakt en bovendien zag Tonnie Bruins Slot ons spelen in het Noord- Hollands elftal. Ze vonden ons goed genoeg en zo kwamen Ronald en ik bij Ajax terecht. Eenmaal op Voorland werd ik als linkerverdediger gepro beerd. Dat ging goed maar het aan vallen zit me dus wel in het bloed. Ik denk dat ik een goede techniek heb en daar maak ik gebruik van. Het is waar, ik wil wel eens een tegenstander uitspelen en omdat je verdediger bent valt dat extra op. Vooral wanneer je iemand door de benen speelt. Toch doe ik dat niet óm het door-de-benen- spelen. Het is gewoon op dat moment de beste oplossing om je tegenstander voorbij te komen. Trouwens, in de eerste plaats ben ik verdediger en moet ik mijn direkte tegenstander uitschakelen. Dat vraagt wel eens om een minder mooie oplossing. Zo nu en dan vergeet ik dat de bal gewoon weggeramd moet worden om een gevaarlijke situatie op te lossen. Tegen

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1988 | | pagina 18