JOOP STOFFELEN EEN EIGEN MENING Wie zich wel eens ophoudt in de ruimten waar het Neder lands Voetbal bijeen komt en daar maar een klein beetje de ogen de kost geeft, zal Joop Stoffelen meer dan eens hebben aangetroffen bij recepties, in perskamers en derge lijke. De coach van de oud-internationals houdt wel degelijk zijn contacten warm in de voetbalwereld, en is nog regel matig te signaleren bij Ajax, de club waar hij tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog triomfen vierde. Een officiële functie bij zijn oude club heeft Stoffelen nooit gehad, en daar zit hij ook niet om verlegen, vertelt hij:"Er is ooit wel gesuggereerd dat ik me kandidaat moest stellen voor de ledenraad of zo, maar ik ben bang dat ik daarvoor te veel een eigen mening heb." "Ajax is nog steeds een echte vereniging, geen stichting of een BV. Harmsen schermt daar graag mee. Of dat zo ver standig is weet ik niet, dan zou je dieper op de zaak moe ten ingaan. Er gaat teveel geld bij Ajax om, en alles is te commercieel om het nog een echte club te noemen. Dat moet misschien ook wel, maar je ziet wat er nu gebeurt. Er is te gemakkelijk ge- en verkocht; spelers worden te ge makkelijk afgestoten. Als je dan spelers koopt die het hele jaar aan de kant zitten, mankeert er iets aan. Vroeger had den ze tien of twaalf elftallen bij Ajax, nu geloof ik nog maar drie. Gewoon omdat het allemaal teveel geld kost. En dat is zonde, van de vereniging blijft zo niets meer over. Het is een kritische opening van een gesprek waar de naam Ajax overigens met affectie wordt uitgesproken. "Natuurlijk, Ajax is niet meer de club waar ik als jongetje lid van ben geworden, maar het is en blijft wel m'n club. Ik heb er zoveel jaar plezier van gehad, dus ik blijf er heus wel lid van." In 1936 verruilde Stoffelen het shirt van SEO voor het rood wit van Ajax. "Ik ben het eerste jaar nog afgewezen bij Ajax. Er was toen nog een enquêtecommissie die besliste of je lid mocht worden. Ik had een proefwedstrijd gespeeld, en ik kreeg toen een brief dat er geen plaats voor me was omdat er teveel aanmeldingen waren. Jammer genoeg heb ik die brief kennelijk weggegooid; ik had natuurlijk danig de pest in. Op de training vroeg Jack Reynolds, de trainer, waar ik was. Toen er werd gezegd dat ik was afgewezen, zei Reynolds dat ik een week later weer op de training moest komen. Ik wilde eigenlijk niet meer, maar ik ben toch maar gegaan. Zo ben ik alsnog bij Ajax gekomen." Veel spijt heeft Ajax van die eigengereide beslissing van zijn bewierookte trainer nooit hoeven hebben. Stoffelen maakte al snel carrière bij zijn nieuwe club. "Reynolds was een trainer die naar mijn idee precies trainde zoals het moest. Je liep een rondje en trok een sprintje, maar verder deed hij alles met de bal. En in een partijtje gaf hij aanwij zingen. Als je niet links kon trappen moest je een paar uur met je linkerpoot komen oefenen. Ik heb ook hele vrijdag middagen met hem geoefend op ballen hoog voor de goal, precies voor de tweede paal te laten vallen. Dat was erg praktisch. Later heeft Rinus Michels heel wat van die bal len erin gekopt." Die praktijkgerichte trainingen genieten nog altijd Stoffe- lens voorkeur:"Ze hebben het tegenwoordig maar steeds Het gezelschap Nederlands Elftalspelers dat 'historie'' schreef door te gen Engeland op Huddersfield met 8-2 te verliezen... Nog staan de ge zichten opgewekt. Bovenste rij v.l.n.r.: Paauwe, Roozen, Kraak, Laken- berg, Van Raalte, Vermeer en Smit. Onderste rij: De Vroet, Kaufmann, Van der Linden, Bergman, onze vriend Joop Stoffelen, Wilkes, Drager en Potharst. over het collectief. Ik vind dat zo'n onzin. Een elftal is een collectief, maar er moet stemming inkomen. Je moet el- kaars fouten opvangen. Michels gebruikt het woord collec tief graag, maar die gebruikt wel meer termen waar ik het niet mee eens ben. "En via de woorden "voetbal is oorlog" die zijn exploeggenoot ooit uitte, belandt Stoffelen bij het onderwerp spelverruwing:"Het kan dan wel je be roep zijn, maar het is belachelijk dat je iemand in elkaar schopt omdat er zoveel geld op staat. Je gaat in de maat schappij toch ook niet iemand in elkaar slaan als er geld te verdienen valt? Ik vind dat een erg goedkoop excuus. Als je iemand in een wedstrijd een oplazer geeft moet je zoveel tact hebben om hem daarna weer op te tillen, maar tegenwoordig gaan ze nog even op je hand staan ook. Het is gewoon een kwestie van fatsoen. En van tactisch voet balinzicht denk ik. "Het is niet de enige verandering ten kwade in het spel", aldus Stoffelen. "Vroeger probeerden ze zoveel mogelijk goals te maken, tegenwoordig zo min mogelijk tegen te krijgen. En het publiek komt niet voor ploegen die met zijn elven voor de goal staan. Niemand durft meer de verantwoording te nemen om gewoon eens van dertig meter afstand een loei te geven." Juist dat laatste was het handelsmerk van Stoffelen, die als spil heel wat doelpunten voor Ajax fabriceerde. "Ik ver waarloosde op die momenten mijn verdedigende taak wel, maar ik had lucht genoeg om op tijd weer terug te zijn. En ik wilde elke bal hebben. En nu verschuilen te veel spelers zich. Er schort denk ik veel aan de begeleiding bij de prof clubs. Ik ben er van overtuigd, dat er in elk gedeelte van het land talent genoeg rondloopt. Maar als je ziet wat er bij de meeste profclubs uitkomt, vind ik dat zeer en zeer po ver. En dat verdedigende voetbal is voor de spelers ook niet leuk. Voetbal moet een goedbetaalde hobby zijn, en er zijn er genoeg die met zo'n smoel naar het veld gaan. Ik heb vroeger elke dag met evenveel plezier gevoetbald, en als dat niet anders kan moet je iets anders gaan doen. Maar misschien wil het publiek ook wel te veel. Je betaalt voor je kaartje, en je mag dus best af en toe kritiek heb ben, maar het is een schande zoals PSV door sommige supporters werd behandeld toen ze tegen Ajax speelden." V%r

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1988 | | pagina 7