Op de trainingen is Bobby Haarms voor zijn pupillen een harde, maar goudeerlijke trainer. Voor 'zijn' jongens gaat hij door het vuur en wanneer er een triomf te
vieren is, zoals hier bij Ajax-winst van KNBV-Beker, dan straalt Bobby's Ajax-hart.
Bobby Haarms uit de Meer, maar
niet lang en nooit ver weg: "Ik ben in
1960 als trainer begonnen bij ODA,
een heel klein clubje in Duiven-
drecht, dat heet tegenwoordig CTO.
Daar heb ik drie jaar het vak geleerd.
We- hadden een veld waarop je alles
moest doen. Als trainer was je me
teen ook terreinknecht, ballenjongen,
kantinebaas. Toch kun je als begin
nend trainertje niet beter beginnen
dan in de onderste regionen, waar je
ongelooflijk veel moet doen. Je leert
er enorm veel van. Na drie jaar ging
ik naar Nautilus op de Valentijnkade,
waar ik kampioen ben geworden met
de ploeg, en daarna nog een jaar
naar Aalsmeer".
Onverwacht was Haarms in 1965 in
eens weer volledig Ajacied. "Ik werd
plotseling gebeld door Rinus Michels,
die pas trainer was geworden bij
Ajax, en die vroeg me om als partti
mer de amateurs te komen trainen.
Ik was zo blij als een kind dat ik bij
mijn eigen club kon terugkomen. Ik
was altijd lid gebleven bij Ajax, en je
blijft die verbondenheid natuurlijk wel
houden. Ik heb twee jaar de ama
teurs getraind, en daartussendoor
ook vaak met Gert Bals, die een
parttime-baan had en pas later kon
trainen. Het was eigenlijk ook al een
hele eer dat Michels dat aan me
overliet".
Aanvankelijk derde trainer achter Cor
Brom en Hannie Grijzenhout, schoof
Haarms geleidelijk aan verder op in
de "hiërarchie". "Toen Cor wegging
kwam ik in volledige dienst als jeugd
trainer, en trainde ik overdag bij het
eerste. Dan stond ik van 's morgens
negen tot 's avonds half elf op het
veld. En dat gebeurde met volledig
enthousiasme. Ik heb tenminste nooit
het gevoel gehad niet met mijn hart
bij een training te zijn. In 1970 ben ik
onder Kovacs eerste assistent gewor
den". Ajax won toen alles wat er
maar te winnen viel, maar er was, zo
weet Haarms, geen sprake van ver
zadiging bij de spelers. "Jongens als
Cruijff, Neeskens, Hulshoff, Keizer,
kwamen allemaal uit een normale
baan, op kantoor, in een magazijn,
bij een krantje, noem maar op. Die
hebben altijd in hun achterhoofd ge
had dat als ze hun best niet deden
ze terug moesten naar dat grauwe
kantoor. Tegenwoordig krijgen ze
meteen vanuit de schoolbanken een
contract". De prestatiegerichte men
taliteit die er van oudsher bij Ajax
heerst, heeft volgens Haarms alles te
maken met de jeugdopleiding bij de
club. "Ik zeg altijd dat je niet alleen
thuis wordt opgevoed, maar ook bij
Ajax. Er is een mentaliteit bij Ajax
waarbij je leert je aan bepaalde
regels te houden. En er moet gewon
nen worden. Een gelijkspel is al een
beetje twijfelachtig, en verliezen
betekent een begrafenisstemming".
Dat zal dus niet meevallen met die
sfeer dit jaar, brengen we voorzichtig
te berde. "Ach, dat komt wel weer
terug", reageert Haarms luchtig.
"Daar ben ik helemaal niet bang
voor. Je moet even wachten op de
aanstormende jeugd. We hebben in
de beker ook met een heel jongen
ploeg gespeeld, en je ziet het. Je
moet geen paniek maken, er is talent
genoeg".
Na de periode-Kovacs volgden
George Knobel, Kraay, opnieuw
Michels, Ivic, Cor Brom, Leo Been
hakker en Aad de Mos. Negen
hoofdtrainers in zeventien jaar tijd. In
1981 zegde Ajax het contract met
zijn trouwe werknemer plotseling op.
"Natuurlijk was er wel een bepaalde
teleurstelling, maar er is geen ruzie
geweest of zo.
Het bestuur wilde een andere organi
satie, met Linder en De Mos. Je kunt
zoiets niet uitleggen, maar ik was wel
zoveel Ajacied dat ik bereid was dat
pasje terug te doen in het belang van
de club. Ik ben drie jaar weggeweest,
waarin ik een jaar in Aalsmeer
getraind heb en twee jaar Volendam
als assistent van Beenhakker en
Hughes. Dat jaar met Beenhakker is