BOBBY HAARMS BEGINT AAN ZIJN TWEEDE VEERTIG JAAR Een beter cadeau had Bobby Haarms zich niet kunnen wensen bij zijn veertigjarig jubileum als Ajacied. Direct na de traditionele officiële ont vangst van de "oudgedienden" door het bestuur met hapje, drankje en woord van de voorzitter schreef Ajax-2 geschiedenis door na Sparta ook FC Groningen uit het bekertour- nooi te knikkeren. Tijdens het perspraatje van Tonny Bruins Slot zit Bobby in een hoekje te glunderen. Hij zal de laatste zijn te beweren dat het allemaal zijn verdienste was, maar hij weet donders goed dat het ook een bekroning was van het vele werk dat hij voor zijn club heeft ver zet, deze 52-jarige "opbouwwerker" in het Ajax-bastion. Een uitstekende aanleiding al met al om met Bobby Haarms terug te blikken op een lange carriere als speler en trainer bij Ajax. Bobby Haarms, geboren aan de Middenweg, werd in 1947 als twaalf jarig ventje (jonger kon toen nog niet) lid van de club die recht tegenover zijn ouderlijke woning speelde. "Je moest drie proefwedstrijden spelen, en ik werd aangenomen. Tot mijn verwondering, want er waren honder den jongetjes. Ajax was ook als ama teurclub al zeer vooruitstrevend, en alleen de beste jongetjes werden aangenomen. Ik heb daarna alle hoogste jeugdelftallen doorlopen tot ik in het eerste elftal debuteerde". Dat debuut was op 28 september 1952 tegen Heracles, en staat Bobby nog goed voor de geest. "Het was de afscheidswedstrijd van Jan Potharst. Rinus Michels speelde mee, Gé van Dijk, Co Bouwens, Klaas Bakker. Later kwam daar Eddy Pieters Graafland bij, waarmee ik in de jeugd altijd samengespeeld had". In 1954 kwam het betaalde voetbal en was de toen 19-jarige Haarms opeens semi-prof. "Een hele ommezwaai. We kregen een contract voor f 25 voor een overwinning, f 15 voor een gelijkspel en niks als we verloren, en vijf gulden per trainings avond. Niet zoveel, maar vijfentwintig gulden was toen meer dan nu na tuurlijk. En toen we in 1957 Europa cup gingen spelen kregen we extra premies, dus dan had je aan het eind van de maand wel eens tweehon derdvijftig gulden op je bankrekening staan, en dat was een hoop geld voor en jonge jongen". De carrière van Haarms als speler bij Ajax vertoont een merkwaardige parallel met die van Piet Ouderland, onze gesprekspartner van enkele Ajax-magazines geleden: beiden wa ren vaste keus, maar maakten de landskampioenschappen van 1957 en 1960 vanaf de tribune mee, in het geval-Haarms beide malen ten gevol ge van een "knietje". "Vic Bucking- Bobby Haarms meelevend op de bank. ham, toen onze trainer, vond dat je niet echt gevoetbald had als je nooit een voetbalknietje had gehad. De eerste keer ben ik door veel trainen teruggekomen, maar in 1960 besloot ik te stoppen. Buckingham raadde me toen aan in het trainersvak te gaan". Daarvoor had Haarms de eigenschappen voorradig, vond de Brit. "Ik was in wezen niet zo'n heel grote voetballer, ik had het vooral van mijn inzet en mentaliteit. Als je bij Ajax wordt aangenomen kun je natuurlijk wel voetballen, maar ik moest meestal spelers uitschakelen. "Enigszins verlekkerd noemt Haarms wat klinkende namen op die hij ooit lamlegde: Abe Lenstra, Faas Wilkes, Cor van der Gijp, Kees Rijvers, Char ley van der Weerd. "Naar dat soort wedstrijden keek je natuurlijk wel uit. We speelden toen het W-M-systeem, en die jongens waren als binnenspe- lers dan mijn tegenstanders. Daar was je de hele week mee bezig. Er was nog nauwelijks televisie, dus je ging in boeken en wedstrijdverslagen de sterke en zwakke punten van zo'n speler opzoeken. En dan de wedstrij den tegen Feyenoord natuurlijk, die hadden altijd een enorme sfeer. Ik hoor nog Dick van Rijn op de radio zeggen: "Feyenoord-Ajax, 0-5, Feyenoord wel opgekomen". Het semi-profvoetbal verkeerde nog duidelijk in de kinderschoenen, en de spelers van toen waren pure liefheb bers. "Je werkte tot vijf uur bij je baas, en daarna ging je 's avonds trainen. Met het betaalde voetbal kwamen er meer trainingen en lange re reizen. Daar ging veel tijd in zitten, maar daar dacht je niet over na. Je was apetrots dat je er bij mocht zijn". Niettemin vindt ook Haarms dat de huidige situatie te prefereren valt. "Over Ajax moet je natuurlijk niet praten, die kunnen overdag trai nen, maar bij Volendam werkten ze tot drie uur, half vier. Dat wordt dan meestal financieel geregeld met de werkgever, en dan kunnen ze om half vijf trainen. Dat is natuurlijk al een hele stap vooruit vergeleken met onze tijd. Dan kun je na de training tenminste rustig eten en uitrusten". Na het min of meer gedwongen ein de van zijn spelersbestaan verdween

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1988 | | pagina 5