Piet Ouderland,
nog steeds een band met Ajax
Temidden van de bonte verzameling sterren die het Ajax-
elftal ook in de jaren vijftig en zestig al rijk was, viel Piet
Ouderland op het eerste gezicht nooit zo op. De nu 54-
jarige ex-Ajacied viel onder de categorie waterdragers, al
werd dat woord destijds nog niet gebruikt (en nu trouwens
ook niet meer, bedenk ik ineens). Toch was de al op jonge
leeftijd wat kalende kruin van Ouderland negen jaar lang
een vertrouwde verschijning in de Ajax-ploeg. Tussen 1955
en 1964 droeg hij 261 maal het roodwitte shirt ineen officië
le wedstrijd, en ofschoon hij het merendeel van die wed
strijden in de verdediging opereerde, pikte hij tussendoor
nog 26 doelpunten mee, waaronder menige belangrijke
treffer. 'Ik was één van de spelers die er ook stonden als het
minder goed liep', karakteriseërt hij zelf zijn speelstijl, 'en
die spelers worden gauw vergeten. Dat hindert ook niet,
maar men praat altijd over figuren die bij 4-0 een schitte
rende goal maken, en dat is niet zo moeilijk. Wouters is
momenteel een heel verdienstelijke speler bij Ajax. Spelbos
krijgt veel kritiek, en is natuurlijk ook geen elegante voet
baller, maar hij staat er wel. Ik was wel een harde verdedi
ger, maar ik schopte nooit iemand bewust de laan uit. Als je
kunt voetballen hoeft dat ook niet. Ik vind de meeste verde
digers tegenwoordig niet van topniveau. Gebrek aan
techniek, aan klasse of mentaliteit, noem het maar wat je
wilt. Ik heb met heel wat grote namen gespeeld, maar ik
vind ze niet zoveel meer waard voor een ploeg dan ik was.
ledereen heeft zijn verdienste in een ploeg. Ik heb met Piet
Keizer altijd fijn gevoetbald, maar hij met mij ook. Hij liep
nou niet over van 't verdedigen, en dan had hij mij weer
nodig. Maar als je wat respect voor elkaar kunt opbrengen
is het goed, alleen kan niet iedereen dat. Ik wel, en daarom
ben ik een goede teamsporter.
Voor Piet Ouderland (de KNVB vermeldt nog een J. als
tweede voorletter, maar waar die vandaan komt weet de
eigenaar van die naam zelf ook niet) was de komst naar
Ajax niet overdreven verrassend. Bij buurman OVVO had
de (toen nog) aanvaller zich in de kijker gespeeld toen Ajax
hem als 22-jarige aantrok om te helpen de club van een
plaats in de nieuw te vormen eredivisie te verzekeren. Al in
zijn eerste seizoen speelde Ouderland zich naar het scheen
definitief in de basis, om een jaar later zijn plaatsje weer te
verliezen.
'Ik speelde maar de helft van de wedstrijden omdat Rinus
Michels weer vaak werd opgesteld. En die had de oudste
rechten,' kan Ouderland zich dat jaar nog goed voor de
geest halen. Een jaar later had hij zich terug gevochten in
de basis. 'Ik was aanvankelijk aanvaller. Dat ik verdediger
ben geworden is uit nood geweest. Geelhuizen was toen
linksback. Een enorme vechtjas, maar beperkt in zijn
techniek. Hij werd toen ziek geloof ik, en tegen Enschede
werd ik als back opgesteld. Dat bleek een openbaring te
zijn, en de elftalcommissie en de trainer konden niet meer
om me heen.'
In zijn nieuwe functie kon Ouderland meteen aan de bak
om met Ajax de landskieuren te gaan verdedigen in het
Europa Cuptoernooi, nadat in 1957 voor het eerst sinds
jaren de landstitel weer was binnen gesleept. De wedstrij
den die Ajax daarin speelde leverden hem een aantal mooie
herinneringen op: 'Tegen Wismutscoordeikthuisdeenige
goal. Een mooitje. Ik zie hem nog voor me. Een schitterend
passje van Sjaak Swart binnendoor, en ik kwam van links af
4 naar binnen en schoot hem als een raket via de binnenkant
van de paal erin. Mijn heleziel en zaligheid zat in dat schot.
En daarna tegen Vasas stonden we bij rust met 2-0 voor
door twee doelpunten van mij. Een balletje van Bleyenberg
binnendoor en hard in de verste hoek. De tweede was een
beetje gelukkig. De keeper schrok kennelijk een beetje van
me, want hij durfde niet op de bal te duiken en wou hem
wegknallen. Maar hij schoot tegen mij op en zo in het doel.
We hebben uiteindelijk 2-2 gespeeld, eigenlijk door twee
fouten van Eddy P. G., die pas naderhand bij Feyenoord
sterk voor zijn goal is geworden. Maar de Hongaren hadden
een goede ploeg. Toen stond ik bij de topscorers. Bij Gento
en Di Stefano, dat was wel geinig. Maar die droom was
gauw over.' Ajax verloor de return met 4-0. De voorberei
ding op een Europa Cupduel verschilde nogal van
tegenwoordig:
'Naar Wismut zijn we met de trein geweest, maar dat is
meteen de laatste keer geweest. Zeventien uur duurde die
reis, en een armoe in Oost-Duitsland toen, niet te beschrij
ven. Naar Hongarije zijn we met het vliegtuig geweest. Als
voorbereiding op een thuiswedstrijd moesten we verlet aan
onze baas vragen, en Ajax moest dan die uren betalen. Dus
die moest twee tientjes hebben, die vier, een heel gesjoe
mel. Dan kwamen we om één uur bij elkaar en gingen we
naar de Cinema Royal aan de Nieuwenwijk, daar draaide
dan een of andere knokfilm. En daarna gingen we plat in
Krasnapolsky, gingen we twee uur slapen. Dan kregen we
een biefstuk en gingen we naar het stadion. Na afloop stond
er dan een schitterend koud buffet en om een uur of één
taaiden we af. Dan moest ik nog mijn orders schrijven voor
mijn werk, die bracht ik dan naar de Dam. Inmiddels was het
drie uur en de volgende morgen stond ik om half negen
weer bij een klant.'
Een voorbeeld van de soms wel erg volle dagindeling van
de toenmalige semi-profs. 'Ach, we zijn er niet slechter van
geworden,' meent Ouderland terugkijkend. 'Maar eigenlijk
moeten die jongens van nu meer kunnen dan wij. We train
den vier of vijf keer per week 's avonds. Buckingham heeft
toen ingevoerd dat we op zaterdagmiddag ook nog een
uurtje gingen trappen.'
Ajax' tweede landstitel in het betaalde voetbal, in 1960,
werd zonder Ouderland behaald, al had dat niets met zijn
voetbalkwaliteiten te maken: 'Ik was toen aanvoerder van
Ajax; Ger van Mourik was geschorst in verband met het
gedrag van de ploeg tijdens de trip naar Afrika.
Ik stond op de nominatie voor het Nederlands elftal, maar ik
heb toen geelzucht opgelopen, en daar ben ik het hele jaar
mee bezig geweest. Ik ben zelfs mijn kontrakt kwijtgeraakt,
en dat heb ik op eigen kracht met wat steun van Buc
kingham terugverdiend. Een heel treurig seizoen, waarin ik
net op mijn top was. Daarom ben ik maar tot zeven inter
lands gekomen. Ik heb uiteindelijk twee jaar bij Oranje
gezeten, waarin ik zeven keer heb gespeeld en zeven keer
wissel ben geweest. Maar ik heb erg hard moeten knokken
om terug te komen. Gelukkig was ik wel een knokker.'
Intertoto
Een landstitel zou Ouderland nooit meer winnen, maar de
Intertoto-bokaal vormde in 1962 een redelijk alternatief. En
ook in dit toernooi deed Ouderland van tijd tot tijd van zich
spreken.
'Ik heb nog eens een belangrijke goal gemaakt. Tegen
Malmö, daar stond een heel goede keeper in het doel, ene