Simon Tahamata: 'Als de spelertjes binnenkomen, dan geef ik ze allemaal een hand. Ook de man die in het hok zit, tegen die man zeg je ook goedemorgen. Want die doet ook iets voor de club. Kinderen komen hier bij ons, een beetje opvoeden hoort erbij'. Alles hangt van een paar mensen af en de vraag is, 'hoe gaat die organisatie meer en breder worden'. Daar proberen wij een stuk invulling aan te geven. Dus wat kunnen wij anders en beter organiseren met het oog op de toekomst. Juist ook voor de ouderen, maar ook met allerlei andere generaties en met elkaar. lopen keek men mij al vreemd aan (staal op tegels). Tijdens de training ben ik er vol ingevlogen en heb ik een paar behoorlijke tikken uitge deeld. Vanaf dat moment was ik geaccepteerd. Ik heb tot en met het seizoen '86 '87 voor Ajax gespeeld, in totaal 7 jaar. Als ik het goed heb scheurde ik op mijn 26ste, door een overtreding, alles in mijn rechter knie af. Zowel de kruisbanden, binnenband als de meniscus waren compleet weg en er kwam een einde aan mijn periode bij Ajax. Daarna heb ik nog bij AZ en FC Utrecht gespeeld. Sonny Silooy, verdediger en rechtsbuiten in 268 wedstrijden, Ajax Academy, KNVB. Sonny: Naar Ajax komen? Ik mocht niet eens van mijn vader naar Ajax! Die zei, 'je bent nog veel te jong, je mag niet.' Ik zei: 'ik ga wel'. 'Dan doe je alles maar zelf', zei mijn vader. Uiteindelijk heb ik moeten wer ken bij hem. Van de zes weken schoolvakantie moest ik vier weken werken zodat ik alles zelf kon betalen: mijn schoenen, mijn abonne ment, alles. Ik ging altijd met de trein en de tram. Toen ik het eerste elftal haalde en mijn debuut maakte op mijn zeventiende jaar, gaf hij mij een hand en zei tegen mij 'vanaf nu moet je het zelf verder doen'. Dat was het. Mijn vader kwam nooit naar een wedstrijd kijken, niet in 'De Meer' en ook niet in het Olympisch Stadion. Hij heeft ook geen wedstrijd gezien met het Nederlands elftal, alleen voor de televisie. En altijd maar kritiek hebben, want je doet het nooit goed in zijn ogen. Aan de ene kant heeft mij dat wel gesterkt en mentaal zo sterk gemaakt, dat het mij niets deed. Dat heb ik mee gekregen. Mijn vader zei altijd 'wij zijn anders. Wij zijn donker, je moet er altijd voor zorgen dat je beter je best doet dan bijvoorbeeld de blanke mensen'. We werden wel nagekeken, toen waren het de Molukkers en Surinamers, en daar kwamen Turkse en Marokkaanse mensen bij. Sommige mensen weten niet het verschil tussen een Marokkaan, een Turk en een Molukker. Wij moesten er altijd voor zorgen dat je het rechte pad beloopt en dat je altijd het voor beeld bent. Daarnaast was ik voor de mensen uit Amsterdam ook nog een boer. Vandaar dat ik een hoop moest bewijzen voordat ik geaccep teerd werd. Ik moest tegen alles en iedereen opboksen. Niet alleen binnen Ajax en binnen het voetbal, maar naar mijn gevoel ook in de rest van de maatschappij. Altijd oppassen met wat je zegt. Ik weet ook wel dat ik soms dingen zeg, die rottig mijn mond uitkomen en dat helpt dan weer niet. Waren we over voetbal aan het praten? 29

AJAX ARCHIEF

Jaarverslagen Vereniging (vanaf 1964) | 2018 | | pagina 29