Ei Piet Keizer debuteerde in het eerste elftal van Ajax op 5 februari 1961 tegen Feyenoord. Keizer scoorde 189 doelpunten en is één van de weinige profvoetballers, die altijd bij één en dezelfde club is gebleven. In totaal speelde Keizer 490 wedstrijden voor Ajax, waarvan 365 in de nationale competitie. Sjaak: 'Je moet de ouwe routines erbij halen die die gasten ook op hun kloten moeten kunnen geven. Bogarde met de verdediging en John Bosman met de spitsen aan de slag. Ja, die Bogarde moet potver dorie bij de verdedigers zijn van het eerste elftal, daar moet hij drie keer in de week mee aan de slag. Dat kan hij, maar het gebeurt niet. Waarom hebben wij geen stopper van twee meter.' Klaas: 'Al die dode momenten, waar wij goals tegen krijgen. Zo onnodig en zonde. Wat volwassener mensen in je team kan een voor deel zijn. We moeten niet vergeten dat toen Johan kwam, waren wij allemaal wat ouder. Hij was 17 en wij waren ver in de twintig. Wij hebben bij wijze van spreken Johan opgevangen en dat was goed. We waren allemaal ouder en op een zeker moment rijper en volwassener onder leiding van Rinus Michels. Als je dat zo op die manier zegt, dat moet je ook laten weerspiegelen in je artikel, want je kunt het niet los zien van de financiële mogelijkheden van de buitenlandse clubs. Als in Engeland één club aan mediarechten veel meer krijgt dan alle Nederlandse clubs bij elkaar, dan heeft dat invloed. Dat heeft ook invloed op de hele jonge jongens die heel goed zijn, ook eerder weg ziet gaan. Die aspecten moeten je wel meenemen. Het moet niet een verhaal worden waar we alleen maar kritiek hebben als ouwe l.... Dat is niet de bedoeling.' Sjaak: 'Ik blijf zeggen dat Ajax absoluut de meeste talenten heeft van Nederland, daar kan niemand tegen op. We moeten alle kennis die Ajax in zich heeft gebruiken om de jeugd op te leiden.' Klaas: Ze moeten dat wel over kunnen brengen. Dat kan niet ieder een.' Welke vraag is er nooit gesteld, die eigenlijk gesteld had moeten worden Zoals, wat is een trainer, een echte trainer? Sjaak: 'Wat ze gewoon weer aan moeten houden is één dag per week naar het Bosplan. Is heerlijk voor ze. Mannetje op je nek door het zand heen. Dat heb ben ze één keer gedaan en allemaal helemaal kapot.' Piet: 'Je ziet gelijk vooruitgang.' Alom gelach en hilariteit van mannen die dat wel heb ben gedaan en kotsend langs de zandheuvel stonden. Sjaak: 'Ze vonden het zo erg, dat ze ermee gestopt zijn.' Piet: 'Wordt toch eens wakker man. We praten over vandaan en morgen en niet meer over vijftig jaar geleden.' Sjaak: 'Mogen ze niets meer doen dan?' Piet: 'Ja, natuurlijk moeten ze dingen doen. Maar die verantwoorde lijkheid, die ligt bij de coaches.' Klaas: 'Trainers! Daar gaat het om. Die continu met de groep bezig zijn en ze verbeteren.' Piet: 'Een trainer is iemand die, ongeacht welke speler, hem helemaal stijf scheld als hij iets verkeerd doet. En als hij uitgesproken is, zegt 'kom op we gaan het weer proberen'. Dat is voor mij een trainer, die zit er direct op, die zit er direct bij. Een voorbeeld van een trainer die Piet Keizer speelde zijn eerste wed strijd voor Ajax op 5 februari 1961 tegen Feyenoord en zijn laatste tegen FC Amsterdam op 13 oktober 1974. In totaal speelde Piet 491 officiële wedstrijden en maakte 189 doelpunten. Piet Keizer was een legendarische voetballer, wars van verering en nog steeds. De vraag wie de beste was, Keizer of Cruijff, hield de supporter tussen 1960 tot 1970 voortdurend bezig, rivalen of gabbers? Twee heel verschillende personen die elkaar altijd vonden op het veld. Wie zegt het? De Professor. je bijna niet ziet. Een jaar of zeven, acht geleden begon Frank de Boer hier te trainen bij de D'tjes. Ik stond daar naar te kijken en op een gegeven moment was hij bezig met een paar verdedigers en hij ver telde hun hoe ze moeten koppen. Dus hij riep iemand die een voor zet gaf, haalde een verdediger erbij en een aanvaller, en hij deed het ook nog voor. Hij vertelde wat ze verkeerd deden, vertelde hoe het wel moest. En op een gegeven moment begon het te lukken. Dat is mooi en een goed voorbeeld van hoe het moet.' En dan was het stil en duurde het even voor de laatste woorden werden gesproken. Piet: 'Je raakt iets en je deelt iets uit ervaring wat je geleerd hebt. Dat zou met alles moeten gebeuren. Dat is ook de filosofie, maar het gebeurt niet zo direct. Dennis Bergkamp doet dat ook. Die praat met de aanvaller, pakt de bal en doet het voor. Die jongen doet het en begrijpt dat. Hij is altijd bezig. Piet, dat doe ik het liefst van allemaal, zegt Dennis.' Het zijn Ajacieden die mannen van de ronde tafel, maar hebben ze gelijk of hebben ze een punt? Deze denktank van ervaring, van veel winnen met mooi en gedurfd voetbal. Eigenwijs, maar wel bewezen win naars die hun zegje doen over hun Ajax, altijd kri tisch naar zichzelf en naar de ander. Vanaf de zijlijn is het goed zien en beleven, in het veld zal het anders zijn. Dat ken ik niet. Dus kan ik daar geen oordeel of advies over hebben. De mannen van de ronde tafel kunnen dat wel en hebben dat gedaan. Aan de lezer de vraag wie heeft gelijk en wie ziet het spelletje voetbal als het geheel van acties, waar fouten worden gemaakt en taken verkwanselt. Voetbal, het blijft een groots en heerlijk spel van II tegen II, verslavend en prikkelend, met de ervaring van de meesters van weleer die hun verhalen vertel den en ervaringen met ons deelden. Heren, bedankt. Nico Smith Piet Keizer Zij die de baas zijn over de bal, die in een hoog tempo kunnen uitvoeren wat hun ogen zien en wat hun hersenen ingeven, zullen er altijd bovenuit blijven steken.

AJAX ARCHIEF

Jaarverslagen Vereniging (vanaf 1964) | 2016 | | pagina 31