gei dat het niet rommelt binnen de club* m Presentatie Bestuursraad ALV 12 septet in de huishoudii rten- 5n. Op 18 februari stroomde de Toekomst vol met de allerjongste deelnemers aan deTalentendagen. Heini Otto verwelkomde iedereen in de kantine. Op het veld deed elke deelnemers zijn best in de hoop nog een keer terug mogen komen voor nog een test. Aan de Ajax-scouts de taak dat te beoordelen. Op dit moment is jouw belangrijk ste functie natuurlijk die van bestuursraadslid. Het afgelopen seizoen was het eerste jaar dat jullie met volledige bezetting heb ben gedraaid (op 20 maart 2012 werden namelijk de laatste twee leden benoemd, red.). Een van de doelstellingen was dat 'het zakelijke Ajax' wat meer een voetbalvereni ging moest worden. In hoeverre is dat al gelukt? 'Binnen de bestuursraad zeker. Ik vind dat wij er heel erg zijn voor de vereniging. Er zijn ook al heel veel activiteiten - feesten en par tijen - geweest voor de vereni ging. Daarnaast heb ik het gevoel dat er meer binding is met de mensen die werknemer zijn, dat we die ook weer meer bij de club laten horen. Dat is moeilijk, want Ajax is eigenlijk nog steeds een vereniging, maar dan met professionals. En die professio nals moeten wij dichter naar de vereniging brengen. Daar zijn we hard mee bezig. Het helpt ook wel dat we nu drie titels op rij hebben gepakt.Als het loopt, is er minder te morren - maar ik vind wel dat we wakker moeten blijven.We moeten ons niet in slaap laten sussen.' Wat zijn jouw voornaamste bezig heden binnen de bestuursraad? 'Elk lid van de bestuursraad heeft min of meer een eigen rol met eigen taken.Voor mij is dat de middenbouw: de jongens van de B2, de CIde C2 en dit jaar de DIDie teams hebben leiders en als er dingen spelen kunnen die bij mij terecht. Ze kunnen mij aanspreken of bellen, ik noteer alles en bespreek dat vervolgens Dick Schoenaker in de bestuursraad. Links Jan Buskermolen, rechts Tonny Bruins Slot. met de anderen op de tweewe kelijkse bestuursraadsvergade ring. Samen met Cees Vervoorn enTonnie Bruins Slot ben ik ook aanspreekpunt voor de scouting en de medici. Puur om te horen of er wat leeft, of het allemaal goed naar de zin is dat soort dingen.' Een andere doelstelling was dat er meer openheid moest komen, dat het bestuur beter te benaderen moest zijn. Hoe is dat tot nu toe verlopen? 'Elke keer als ik hier op de Toe komst kom dan krijg ik wel een vraag van een lid. Dus, die trans parantie is zeker aanwezig. Het belangrijkste is dat je hier bent. Als je thuis gaat zitten, kan nie mand je aanspreken. De meesten stappen gewoon op ons af. Er zijn geen drempels meer van 'Oh, we hebben een bestuur in een drie delig pak - die kunnen we niets vragen'. Het is wat laagdrempeliger gewor den? 'Ja zeker. Komt misschien ook omdat we met z'n zevenen zijn. Als je met z'n drieën bent en je moet hier elke dag zijn, dan is dat gewoon niet te doen. Ik meen me te herinneren dat vroegere bestuursleden niet zo vaak op de Toekomst waren. Dat is nu veel meer. Wij zijn echt aanwezig. Daar hoor ik ook veel positieve geluiden over.' Is er ook negatieve feedback? 'Oh, zeker. Mensen die klagen over iets, dat kan. Dat moeten wij dan oplossen.' Kan je daar een voorbeeld van geven? 'De nieuwe placering in de ArenA bijvoorbeeld, ledereen kwam zo'n beetje op een andere plek te zitten. Daar hebben we natuurlijk wel vragen over gehad. Er zijn altijd mensen die niet goed zitten. Dan probeer je er toch nog het beste van te maken om ook die mensen tevreden te stellen. Maar goed, er speelt altijd wel wat. Er zijn altijd dingen die niet lekker lopen - dat hou je altijd. Het belangrijkste is dat wij daarvoor open staan en dat iedereen bij ons kan aankloppen, ledereen heeft onze mailadres sen tegenwoordig en we krijgen die mailtjes zeker binnen. Ze weten ons wel te vinden.' Wot is jou van het afgelopen jaar het meest bijgebleven? 'Toch het landskampioenschap, denk ik. Dat is immers de ultieme doelstelling. Dat behaal je, op een bepaalde manier, met de hele club. Natuurlijk moeten de spelers het doen op het veld, maar ze moeten ook de rust hebben om te kunnen presteren. Wij moeten er dus met z'n allen voor zorgen dat het niet rom melt binnen de club.Als de dag daar is, dat je kampioen kan wor den, dan is dat toch het aller mooiste.Als je die kans krijgt, dan wil je toch ook gewoon kampioen worden? Als speler ben ik in negen jaar zes keer kampioen geworden, en drie keer niet. Ik ben er nóg ziek van dat ik het drie keer niet ben geworden. Stom is dat hé? Jan-Matthijs Harderwijk

AJAX ARCHIEF

Jaarverslagen Vereniging (vanaf 1964) | 2013 | | pagina 23