AJAX
Notulen jaarlijkse Algemene Ledenvergadering. 13 november 2001
1. Opening
De voorzitter opent de vergadering met de mededeling dat dit de laatste ledenvergadering zal
zijn die hij als voorzitter zal leiden.
Vervolgens vraagt hij aan de het nieuwe bestuurslid financiële zaken Hein Blocks zichzelf te intro
duceren hetgeen geschiedt.
Een moment stilte wordt gehouden vanwege het overlijden van de leden C.W.F.Timman,
G.Leentvaar, H.B.Lauer, P.Mendes en W.Rossen.
Bericht van verhindering is ontvangen van de leden F.Andriese, A.BIekkenhorst, P.Boeve, C.Boot,
P.Busby, LBijker, J.C.van Dijk,J.A.van Eijden, R.Grootenboer, G.van Ham, C.Harms, C.Kamlag, K.
Kleijn, J.v.d.Lee, E.Lefeber, E.Ligthart, S.Muller, J.van Oevelen, M.OIdenhof.A.L. van Os, P.Ouderland,
J.Potharst, N.Pover, A.Pronk, D.Spits, J.Swart, E.vanThijn, L.van Veen, E.Vermeer, I.Waas, E.van
Westerloo en K.Zwamborn; tevens van de ondersteunende leden A.Schram, J.Janssen en
H.Wijbrandts.
Aanwezig zijn 91 werkende en 21 ondersteunende leden
2. Ingekomen stukken
Brief E.Vermeer
Geachte Medeleden,
Hoewel ik zeer trots ben op mijn lidmaatschap van deze vereniging, en nooit ontbreek op de
Algemene Ledenvergadering, heb ik besloten deze ditmaal aan mij voorbij te laten gaan. Ik wil
echter niet nalaten mijn afwezigheid kort toe te lichten.
Ik ben van mening dat de Algemene Vergadering van groot belang is voor de vereniging Ajax. Het
is de enige keer in het jaar dat er door "gewone"leden zoals ikzelf, rechtstreeks gecommuniceerd
kan worden met het bestuur. Zeker waar het beantwoorden van de post nogal te wensen over
laat, is die communicatie van fundamenteel belang.
Bij de rondvraag pleeg ik doorgaans wel een vraag te stellen. Dat daarop niet altijd rechtstreeks
wordt geantwoord, laat ik graag buiten beschouwing. Echter, de laatste drie jaar heb ik getracht
een antwoord te krijgen op een toch simpele vraag. Ik zal hem niet nog eens herhalen, daar zijn
notulen voor.Telkenmale heeft de voorzitter geweigerd op deze vraag te antwoorden; ook zijn
belofte dat buiten de vergadering te doen, heeft hij niet gestand gedaan. Zelfs werd de indruk
gewekt alsof het een impertinente vraag betrof waar niet op ingegaan hoefde te worden.
38