6. Verkiezing van 1 plaatsvervangend lid van de Financiële Commissie
De aftredende heer Drs. K.G.A. Timman heeft zich herkiesbaar gesteld. Er is geen
andere kandidaat gesteld.
Aangezien zich hier ook geen andere kandidaten hebben gemeld wordt de heer
Timman herkozen.
7. Jaarverslag van de secretaris over het verenigingsjaar 1988-1989, waarin opgeno
men een verslag over de werkzaamheden van de ledenraad
De heer Buskermolen vraagt het woord. Hij is van mening dat de algemene ledenver
gadering een toneelstuk in 11 bedrijven en elk jaar hetzelfde is. Ook kandidaatstellin
gen leveren nooit verrassingen op, maar verbazen hem wel. De commissie die vorig
jaar is aangesteld door de ledenraad om een nieuw bestuur te vormen had de leden
dienen te informeren omtrent de diagnose en met welke gedachten het nieuwe
bestuur is aangesteld. De ledenraad is net als het bestuur verantwoordelijk voor de
vorig jaar ontstane situatie.
Statutair klopt het allemaal rond de kandidaatstellingen, stemgerechtigdheid e.d. wel,
maar anno 1989 deugt het niet meer.
Zijn mening is dat de ledenraad uit 12 specialisten dient te bestaan en men zou niet
meer dan 3 opeenvolgende perioden zitting mogen hebben.
Gaarne zou hij een standpunt van de ledenraad en overige aanwezigen willen
vernemen.
De heer Smit had graag vóór de vergadering van zijn grieven willen vernemen, zodat
men zich dan had kunnen voorbereiden.
De heer Pil heeft er geen behoefte aan om te reageren, hetgeen niet wil zeggen dat
hij het met de heer Buskermolen eens is.
De heer K. Timman wijst op het feit dat men bezig is de reglementen bij te stellen.
De heer Neefjes stelt voor de heer Buskermolen uit te nodigen bij de ledenraad.
De heer Gianotten vindt dit niet juist want de heer Buskermolen heeft het recht dit in
de ledenvergadering aan de orde te stellen. Hij stelt dat de ledenraad door de vereni
ging is ingesteld en niet door de ledenraad zelf. De crisis is begonnen met het aftre
den van het bestuur en het bestuur is ook niet weggestuurd.
De opdracht aan de commissie is destijds ruimer opgevat en men heeft verantwoor
ding aan de ledenraad afgelegd.
Op zich is het terecht dat de ledenraad mede verantwoordelijk is voor de gemaakte
fouten, maar men is wel afhankelijk van de verkregen informatie. Duidelijk is dat er
thans een veel opener bestuurlijk klimaat aanwezig is.
De voorzitter zegt dat dit bestuur voorzichtig moet zijn met uitspraken over de voorbije
periode. De informatie naar de ledenraad blijkt ontoereikend te zijn geweest, maar
toch had er ook meer kritiek kunnen zijn. Over het aantal leden in de ledenraad, en
over de vergrijzing onder de leden is door ons gediscussieerd en de 1e aanzet is ge
weest de instelling van een commissie om de statuten en het huishoudelijke regle
ment door te nemen.
De heer Buskermolen zegt dat de vraag is of de ledenraad wel of niet goed funktio-
neert. Zijn mening is duidelijk dat deze niet goed funktioneert.
De voorzitter stelt voor de ideeën van de heren Buskermolen eerst in het bestuur te
bespreken, vervolgens met de ledenraad en dan vervolgens in de ledenpefifevergade-
ring terug te brengen.
De vergadering gaat hiermede akkoord.
54