35
De heer Kraan stelt vast dat andere bestuursleden nimmer in de zaak
zijn genoemd, maar dat het toch om notulen van de bestuursvergade
ringen plus vertrouwelijke correspondentie tussen 2 personen gaat.
De heer Brandsteder vraagt of er geld is aangeboden, waarop de heer
Kraan zegt dat dit niet bewezen is.
De heer Van der Zwaag zegt dat door iemand wel is gesteld, dat als
een dagblad een baan had voor die persoon dat dagblad dan die stuk
ken kon krijgen.
De heer Kraan zegt met betrekking tot het lintje van de heer Van
Praag, dat aan de heren Timman en Boering is gevraagd of men het er
mee eens was; de heer Boering kreeg als vertrouwensman alle corres
pondentie toegeschoven.
Toen de heer Boering met deze kwestie door de commissie werd gecon
fronteerd was hij hierdoor onaangenaam verrast. Er is hem gevraagd
of andere bestuursleden hierover waren geraadpleegd, maar dat is
niet gebeurd omdat dit niet op een bestuursvergadering kon.
Niets vanuit de briefwisseling is geciteerd in Vrij Nederland, maar
wel moet de betreffende persoon goed op de hoogte zijn geweest.
Uit notulen van bestuurs- en ledenraadsvergaderingen is wel letterlijk
geciteerd
De heer Waas vraagt zich af wat thans het vervolg zal zijn.
De heer Van der Wal zegt dat de hamvraag niet is bewezen en dat het
zijns inziens zinloos is om verder te gaan.
De heer Kraan dacht dat het niet zinvol was om in de zaak te gaan
graven. Op een termijn van lange duur is misschien de tussenpersoon
genegen een stap verder te gaan.
De heer Lindeman stelt dat als er publiekrechtelijk wordt bekend ge
maakt dat er twee aangevers zijn, de naam van de hoofdpersoon vanzelf
te voorschijn zal komen.
De heer Van der Zwaag zegt dat één journalist de commissie achter
volgt. Deze journalist heeft een uitgebreid interview gehad met de
heer Boering. Het interview is nog niet gepubliceerd.
Voorts zegt hij dat de heer Boering na dit seizoen zal bedanken als
lid, maar dat hij dit op dit moment nog niet wil doen.
De heer Van Wijk stelt dat als er nieuwe feiten zijn de zaak weer ver
der kan worden onderzocht. Hij kan het zich voorstellen dat het be
stuur zich niet in deze discussie mengt, maar vraagt wat de mening
van het bestuur is in deze zaak.
De voorzitter antwoordt dat het belang van Ajax voorop staat en dat
er op dit moment niets kan worden gedaan, maar als de bal éénmaal
voor de goal ligt deze er wel in gaat.
De heer Kraan vult aan dat dit ook de wens van de ledenraad is.