34
diezelfde naam; er zijn zowel negatieve als positieve punten; men
moet afwegen wat wel en wat niet zwaarwegend is.
Ik zal u vier punten noemen en kom daarmee tot de kern van de zaak.
1. er is niet bewezen, verre van dat, dat betaald is voor de aange
boden stukken, dus zijn er andere motieven om Ajax een hak te zet
ten waarbij de naam Boering niet zo moeilijk is in te vullen;
2. wie heeft deze gegevens in zijn bezit, die gepubliceerd zijn in
Vrij Nederland; zelfde als in punt 1;
3. wie heeft contact gehad met de man die ze heeft aangeboden, zelfde
als punt 1;
4. de correspondentie over het toekennen van het lintje aan de heer
Van Praag is ook een tegenpunt voor Boering.
Maar niemand heeft exact de naam Boering genoemd; er is zelfs één
verslaggever die gezegd heeft dat het Boering niet is, maar dat men
uitermate verrast zou zijn als men hoorde wie het wel was, aldus het
relaas van de heer Kraan.
De heer Van der Zwaag stelt dat er is gezegd dat één der aangevers
die de stukken bij de dagbladen heeft aangeboden nauwe contacten
heeft met de persoon die in een bepaalde relatie staat tot Boering.
De heer Pil zegt dat hij de inhoud van de verklaring al wist maar
dat de conclusie hierin niet juist is.
Het bewijs is dan wel niet geleverd, maar dat Boering de stukken
heeft verstrekt is hem wel duidelijk.
De heer Van der Zwaag zegt dat aanvankelijk de commissie dacht niet
het wettelijk en overtuigend bewijs in handen te hebben, maar nader
hand ook niet de stellige overtuiging had dat het Boering was geweest.
Hij zegt dat er wel een relatie was van Boering met de eerste tus
senpersoon, maar niet van Boering met de aanbieder.
De heer Pil vraagt of de aanbieder contact heeft gehad met andere
bestuursleden, hetgeen niet het geval was.
De heer Van der Zwaag zegt dat notulen van bestuursvergaderingen al
leen in het bezit zijn van de secretaris en op de administratie zijn
in een kast achter slot.
De heer Bartels zegt dat dit niet juist is aangezien die kast niet op
slot is. Ongeveer twee jaar geleden zijn de notulen naar het archief
verhuisd.
De heer Kraan stelt dat er met één schakel nog niet is gesproken maar
deze zal nu nog niets zeggen
Met een andere schakel is wel gesproken, maar er zijn geen gegevens
los gekregen. Deze laatste schakel heeft wel een relatie met Boering.
De heer Henrichs vraagt of het steeds dezelfde persoon is geweest
die de stukken bij de verschillende bladen heeft aangeboden, waarop
de heer Van der Zwaag antwoordt dat dit wel kan worden aangenomen.