21 Voorzitter Harmsen zegt het vreemd te vinden dat personeelsleden bij ledenraadsleden aankloppen, aangezien het bestuur toch de werkgever is. Hij zegt dat bij alle gesprekken met de F-side de politie ook aanwe zig is geweest en dat de politie zich niet kan onttrekken aan enig toezicht op het gebeuren. Er zitten goede elementen bij de F-side, indien het echter niet gaat dan is het over. De heer Bartels zegt dat uit vele gesprekken met de F-side en poli tie men gezamenlijk tot iets is gekomen en dat hij tegen Van Ingen heeft gezegd dat het hele gebeuren met de F-side nog niet in de le denraad kon worden behandeld. De heer Been zegt ook door Van Ingen en Hoefman te zijn benaderd en wijst op het laatste feestje van de F-side vorig seizoen. Als jeugd commissie zien wij het experiment met vrees tegemoet. De heer Blekkenhorst vindt het onbegrijpelijk dat men ook op twee doordeweekse dagen is geopend. De heer Pil zegt dat men er toch enig vertrouwen in moet hebben en als het uit de hand loopt het gelijk is afgelopen. Hij wijst verder op het feit dat de BV De Vecht ook geen verminderde pachtsom hoeft te betalen. De heer Kraan vraagt vervolgens aandacht voor de toekomst van de le denraad. Hij ziet die toch wel met enige angst tegemoet en tezamen met de andere wat oudere leden van de ledenraad is hij van mening dat de jongeren niet over die spreekvaardigheid beschikken die nodig is. Hij vraagt het bestuur of hij gebruik mag maken van de bestuurskamer om dit probleem te bespreken met de ledenraadsleden zonder bestuurs leden De voorzitter vindt het vreemd dat dit zonder bestuursleden zou moe ten gebeuren. De heer Kraan antwoordt dat volgens zijn mening de jongeren terug houdender zijn als er wel bestuursleden bij zijn. Tevens vraagt hij het bestuur wat meer openheid van zaken te geven. De heer Potharst memoreert het feit dat men destijds in eerste in stantie niets wilde vertellen over het plan tot overkapping van de staantribunes. De voorzitter zegt een voorstander van openheid te zijn. Het pro bleem is wel eens dat er dingen in een grote groep niet kunnen wor den verteld, maar in een persoonlijk gesprek kan het één en ander wel duidelijk worden gezegd. Hij vindt het persoonlijk een zwakke zaak dat men wil vergaderen zon der bestuursleden over het feit hoe men zou moeten vergaderen. De heer Van Eijden vraagt of de bijeenkomst een bestuurlijke achter grond heeft.

AJAX ARCHIEF

Jaarverslagen Vereniging (vanaf 1964) | 1985 | | pagina 26