41
Door ons werden in de competitie de meeste doelpunten gescoord, te
weten 100. Onze tegenstanders maakten tegen ons 46 doelpunten, het
geen te veel is. Het geeft een aanwijzing dat enige versterking van
de achterhoede welkom zou zijn.
De competitie beëindigen op de derde plaats kan, gelet op de oner
varenheid van ons jeugdig elftal, mijns inziens toch wel succesvol
worden genoemd. In elk geval werd met een voorsprong van 10 punten
op nummer 4 Europees voetbal veilig gesteld.
Vooral als daarbij in aanmerking wordt genomen:
a. de vele lange blessures van Molenaar, Rijkaard, Olsen en Ophof;
b. de uitschakeling van Gasselich en Van Basten door de ziekte van
Pfeiffer;
c. de schorsingen van Koeman, Mölby, Rijkaard en Schoenaker;
d. het bij de letters a, b en c vermelde was de oorzaak dat het
eerste elftal geen enkele keer 2 wedstrijden achtereen in de
zelfde opstelling kon spelen.
Niettemin heeft het niet behalen van het landskampioenschap onder
de Ajax-aanhang toch wel enige teleurstelling gegeven.
De 100 competitiedoelpunten werden gemaakt door:
Van Basten
28
w.o. 3 pen.
Schoenaker
12
Gasselich
11
w.o. 1 pen.
Rijkaard
9
Koeman
7
w.o. 2 pen.
Vanenburg
7
Bosman
5
Olsen
5
Van 't Schip -
5
Boeve
3
Ophof
3
w.o. 1 pen.
Mölby
2
Molenaar
2
eigen doel
1
de derde plaats
van
de enigszins
Gasselich met 11 doelpunten opmerkelijk in vergelijking met de 7
doelpunten van Vanenburg op de zevende plaats.
Het 100ste doelpunt werd in de wedstrijd Ajax - D.S.'79 gemaakt
door Marco van Basten.
Het is de laatste jaren enigszins gebruikelijk geworden dat ook
worden vermeld de zogenaamde schaduwschutterswaarmede wordt be
doeld dat een voorzet wordt gegeven waaruit direct wordt ge
scoord. (Assits).
In het afgelopen seizoen waren dit bij Ajax: Vanenburg 17,
Olsen 9, Van 't Schip 8, Gasselich, Molenaar en Mölby elk 6,
Boeve 5, Rijkaard 4, Koeman, Ophof en Schoenaker elk 3, Van
Basten 2, Van Buuren en Silooy elk 1.
In nummer 23 van 9 juni 1984 van Voetbal International zijn aller
lei gegevens gepubliceerd betrekking hebbende op het seizoen 1983-
1984 bijgehouden door de heer John Frederikstadt waaruit we het
