29
gaan zal hij zijn functie neerleggen.
De voorzitter zegt dat elke aanbieding geschiedt onder voorbehoud
van toestemming.
De heer Van Wijk blijft het tegen de reglementen vinden en vindt de
gevolgde procedure onaanvaardbaar.
De voorzitter vindt dat de spelregels anders dienen te zijn.
De heer Van Wijk zegt hierop dat dit dan met de financiële commissie
moet u/orden overlegd.
De heer Been vindt de aan de gang zijnde discussie geen goede zaak
voor Ajax en vraagt daarom een schorsing.
Na de schorsing van 35 minuten heropent de voorzitter de vergade
ring en geeft het woord aan de heer Kraan.
Deze stelt voor dat het bestuur met de financiële commissie aan ta
fel gaat zitten om de problemen uit te praten.
De voorzitter stelt dat de opmerkingen van de heer Van Wijk niet op
deze vergadering thuishoren. Er zijn genoeg gelegenheden geweest om
op deze affaire in te haken, zoals bijvoorbeeld tijdens het gesprek
dat het bestuur met de financiële commissie heeft gehad op 19 janu
ari jl.
Zojuist heeft het bestuur nog telefonisch contact gehad met penning
meester Bartels en de bestuursleden zijn het gezamenlijk eens dat
de opmerkingen van de heer Van Wijk hier niet thuishoren. De voor
zitter vindt zijn opmerkingen een stoot onder de gordel, maar is
tot een gesprek bereid waarbij de heer Bartels echter aanwezig
dient te zijn.
De heer Van Wijk zegt dat de financiële commissie ook tot een ge
sprek bereid is, maar hij vraagt een moment schorsing voor overleg
met de andere leden van de commissie. Na de schorsing deelt hij
mede, dat de commissie inderdaad gaarne op korte termijn een gesprek
met het bestuur wil hebben. Of de opmerkingen van hem als een stoot
onder de gordel moeten worden beschouwd kan men van mening over ver
schillen en hij zou ook daarover nog wel eens willen praten. Hij
vervolgt met de opmerking dat gezien de perspublicaties en de opmer
kingen in de ledenraad zojuist over de zaak Olsen, hij niet verder
zijn mond kon houden maar tot discussie werd gedwongen, omdat hij
anders zijn geloofwaardigheid als lid van de financiële commissie
ten opzichte van de ledenraad zou verliezen. Terecht kan de voorzit
ter zich afvragen of er geen andere mogelijkheden zijn geweest en
daarover wil de commissie ook met het bestuur van gedachten wisse
len
Tot slot zegt de heer Van Wijk dat zijn opmerkingen niet bedoeld
zijn als een stoot onder de gordel en dat deze ook niet als een
persoonlijke aanval moeten worden beschouwd.
Na een korte schorsing vraagt de heer Kraan zich af of het niet te
lang zou duren voordat de heer Bartels bij het gesprek aanwezig zou
kunnen zijn.
De voorzitter denkt dat dit niet zo lang zou duren. Met de finan
ciële commissie gaan we praten over de spelregels. Van die spelre-