- 44 -
Voorzitter Harmsen is van mening dat we meer een koopman dan een
accountant nodig hebben.
De heer Caransa vindt het een slechte zaak als de voorzitter de
voorkeur geeft aan een zakenman, omdat zijns inziens je daar maar
één van in het bestuur moet hebben. Hij heeft geen bezwaar om aan
de heer Bartels te worden voorgesteld, maar hij is nog niet zo
ver dat hij akkoord gaat met een kandidaat voor het penningmees
terschap die geen lid is van de vereniging.
De heer Fischer maakt zich enigszins kwaad en vraagt aan de heer
Caransas Wat heeft u eigenlijk gedaan om dit te voorkomen?
De heer Middendorp zegt dat hij de gehele ledenlijst heeft nage
lopen, maar dat hij geen enkele geschikte kandidaat voor penning
meester heeft gevonden.
De heer Pil herinnert er aan dat in het verleden de heer Caransa
door de ledenraad tot werkend lid is benoemd en dat toen ook niet
alle leden iets van hem wisten, maar het werd gedaan omdat hij
dan later kandidaat kon worden gesteld voor de ledenraad.
De heer Caransa merkt op, dat op het tijdstip dat hij werd voor
gedragen voor benoeming tot werkend lid, hij zeker reeds 10 jaar
voor Ajax had gewerkt, wat het toenmalige bestuur bekend was.
De heer Klok denkt niet dat het de bedoeling van de heer Caransa
is geweest om de heer Fischer aan te vallen.
De heer Lambregts zegt dat het niet de bedoeling is dat de heer
Bartels reeds vanavond wordt gekozen tot penningmeester. Hij is
het met de heer Van Wijk eens, dat we over 2, 3 of 5 jaar weer
voor hetzelfde dilemma kunnen komen te staan. Persoonlijk ont
breekt hem de tijd om penningmeester te kunnen zijn. We moeten
dankbaar zijn dat we een bestuur hebben waarvan de leden nog wel
de benodigde tijd hebben.
De heer Timman heeft vanavond veel gehoord en dat is begrijpe
lijk, want we moeten op 28 augustus een nieuwe penningmeester
hebben. Hij meent begrepen te hebben, dat de voorzitter in het
begin van de avond heeft gezegd, dat hij later op de avond meer
informatie over de heer Bartels zou geven. Zou het echter niet
beter zijn geweest indien de voorzitter meteen had gezegd wat hij
van de heer Bartels wist. Hij denkt dat de heer Bartels op het
ogenblik nog niet precies weet wat zijn taak zal zijn.
Hij zou graag willen weten hoe de financiële commissie, die toch
ook met hem zal moeten samenwerken, staat ten opzichte van deze
kandidaat
De heer Van Wijk is van oordeel dat de voorzitter wel de juiste
procedure heeft toegepast. Eerst over het principe niet-lid pra
ten en daarna over de persoon. Na een zinnige bespreking moeten
we het eerst eens zijn, dat in de vereniging geen geschikte kan
didaat voorhanden is die voldoende tijd heeft voor de functie.
Daarna moeten we er mede akkoord gaan dat we iemand nemen, die
geen lid is van de vereniging, die voor de functie geschikt wordt
geacht en wel voldoende tijd heeft om de functie te vervullen,
met gevolg dat we hem werkend lid moeten maken.
De heer Gianotten is van mening dat vanavond te veel van het goe
de aan de leden wordt voorgelegd, namelijk dat we van de goede
