- 29 -
"Dit is dus in grote trekken een verslag van het gebeuren rond
"het bestuur in de maand oktober 1979-"
Amsterdam, november 1979-
(w.g.) G.Fischer. Voor akkoord: J.Neefjes en H. van der Zwaag.
Hierna geeft hij nog een resumé omtrent het jongstleden maandag
avond besprokene. Het resultaat van de bijeenkomst was de samen
stelling van een commissie bestaande uit de leden: Neefjes, Van
Wijk en Van der Zwaag.
Door de publicatie in Het Parool is het vertrouwen in de leden
raad geschaad, hetgeen hem verschrikkelijk spijt en hij zal po
gen de aanwezigen tot andere gedachten te brengen.
Aan het eind van de maandagavond gehouden bijeenkomst hebben de
heer Kraan en hijzelf nadrukkelijk een beroep gedaan op de aanwe
zigen om over het besprokene met niemand te praten en derhalve
aan de bestuursleden noch aan de pers daaromtrent iets mede te
delen.
Desondanks stond dinsdagavond in Het Parool een resumé van het
besprokene.
De heer Van Wijk zegt dat hij na deze achtergrond-informatie het
moeilijk vindt vertrouwelijk verkregen inlichtingen te verstrek
ken. Hij neemt aan dat een belangrijk deel van de ledenraad daar
dezelfde moeite mee heeft.
Besloten was dat de benoemde commissie de discussie zou leiden,
die door de ledenraad met het bestuur zou worden gehouden om de
algemene zorg die er heerst te verwoorden.
Nu hem gebleken is dat vertrouwelijk verkregen inlichtingen niet
vertrouwelijk zijn gebleven, waardoor naar zijn mening het be
stuur toch wel in nood is gebracht, bedankt hij als lid van de
genoemde commissie, omdat hij geen enkele garantie heeft dat de
door het bestuur gegeven informatie niet naar buiten wordt ge
bracht. Hij vindt dit wel een schande, maar het is wel de reali
teit
De heer Neefjes heeft aan deze woorden, waar hij zich geheel ach
ter schaart, niets toe te voegen. Alleen dan dat ook hij zijn
functie in die commissie ter beschikking stelt.
De heer Caransa vindt de gegeven uiteenzettingen zeer duidelijk.
Zijns inziens had de commissie geen behoorlijk werk meer kunnen
verrichten, gezien de perspublicatie.
De heer Fischer vindt de impasse waarin we zitten op het ogen
blik uitzichtloos, ondanks dat er maandagavond is gebleken dat
er kritiek is op het beleid van het bestuur en de voorzitter.
Hij stelt voor om drie leden te benoemen, waarmede het bestuur
nauw moet samenwerken.
De heer Caransa is van mening dat het bestuur daardoor in wezen
met drie man wordt uitgebreid.
De heer Timman zegt dat hij tegen een dergelijk voorstel is, om
dat zijns inziens de ledenraad daardoor onmondig zou worden. Bo
vendien hebben we reeds een commissie van drie man, welke toezicht
houdt op het financieel beleid.