- 81 -
Op 17 januari 1980 had het bestuur nog een bespreking met de fi
nanciële commissie in het bijzijn van de leden van de technische
commissie.
Vóór de aanvang van de vergadering van de ledenraad van 29 mei
1980 had een bespreking plaats, waarin de heren werden ingelicht
omtrent de aan- en verkoop van spelers en over het plan om in de
vakken B en C op de ere-tribune en IC en L op de Reijnoldstribune
kuipstoeltjes te laten aanbrengen.
Donderdag 26 juni 1980 had het bestuur een bespreking met de heren
Lambregts en Van Wijk van de financiële commissie en de heer Sebus
van de Terrein- en Onderhoudscommissie over reparatie van het dak
van de Reijnoldstribune en over de eventuele verbouwing van de
rechtervleugel onder de ere-tribune, gepaard gaande met modernise
ring van de toegangsdeuren, de hal en de ruimte toegang gevende
tot het veld.
Namens het bestuur hartelijk dank aan de leden van de commissie
voor hun werkzaamheden en hun prettige opstelling in de gehouden
besprekingen in het afgelopen verenigingsjaar
ENQUÊTE - COMMISSIE.
Volgens het bepaalde in het huishoudelijk reglement dient deze
commissie te bestaan uit een voorzitter, een secretaris en 1 lid.
lis zodanig treden respectievelijk op:
a. de secretaris van de vereniging
b. de secretaris van de commissie jeugdvoetbal en
c. de secretaris van de commissie amateur-seniores-voetbal
De commissie bestond derhalve uit de heren:
J.H.Westrik, voorzitter;
J.Neefjes, secretaris en
W.F.Schoevaart, lid.
Omdat de heer Neefjes in de jaarvergadering van de ledenraad van
24 januari 1980 tot bestuurslid werd gekozen en zijn functie in
de jeugdcommissie werd overgenomen door de heer Been, is sinds
dien de samenstelling:
J.H.Westrik, voorzitter;
A.R.Been, secretaris en
W.F.Schoevaart, lid.
Ook in het afgelopen verenigingsjaar bleef de commissie een zo
genaamde "slapende" commissie.
Dit wordt veroorzaakt doordat de heren Neefjes (na 24 januari
1980 de heer Been) en Schoevaart ten nauwste zijn betrokken bij
het aannemen van jeugd- respectievelijk amateur-seniores-leden,
zodat het niet nodig werd geacht deze nieuwe leden ook nog voor
de commissie te laten verschijnen.
Het aannemen van nieuwe ondersteunende leden blijft veelal beperkt
tot kennissen, vrienden en/of bekenden van werkende- en/of onder
steunende leden, zodat er ook voor het aannemen van deze nieuwe
donateurs geen aanleiding bestond om de enquête-commissie bijeen
te roepen.