- 58 -
de bijeenkomst van 14 november 1977. Het was wel een verrassing om
eens te horen wat de leden van de commissie er voor over hebben, om
te trachten jeugdig talent voor Ajax op te sporen.
Volgt u in de toekomst eens extra de verrichtingen van bijvoorbeeld
de nieuwe spelers Van Alkemade, Kaiser en Wijnberg, dan kunt u be
oordelen of de heren een juiste kijk op htm voetbalkunde hebben ge
had.
Door de vele tips die bij de commissie binnenkomen blijkt duidelijk,
dat Ajax in den lande nog vele vrienden heeft.
Scouting kost erg veel tijd, vooral door het vele reizen. Laten we
hopen dat er doelgericht en goed is gescout, want dat is een levens
belang voor Ajax.
Mijne Heren, in dit geval gaat het gezegde "Onbekend maakt onbemind"
niet op.
Namens het bestuur veel dank voor het door u verrichte belangrijke
werk.
ENQ.UÊTE-COMMISSIE,
Volgens artikel 33 van het huishoudelijk reglement behoort deze com
missie te bestaan uit voorzitter, secretaris en 1 lid. Als zodanig
treden onderscheidenlijk op;
a. de secretaris van de vereniging;
b. de secretaris van de commissie jeugdvoetbal en
c. de secretaris van de commissie amateur-seniores-voetbal
Aangezien in het afgelopen verenigingsjaar in deze functie geen wij
ziging optrad, bleef de commissie derhalve ook in het afgelopen ver
enigingsjaar bestaan uit de heren;
J.H.Westrik, voorzitter;
J.Neefjes, secretaris en
W.F.Schoevaartlid.
Ook tijdens het afgelopen verenigingsjaar bleef deze commissie een
zogenaamde "slapende" commissie.
Dit wordt veroorzaakt doordat de heren Neefjes en Schoevaart ten
nauwste betrokken zijn bij het aannemen van respectievelijk jeugd
leden en seniores.
Het aannemen van nieuwe ondersteunende leden blijft bovendien veelal
beperkt tot familie, vrienden en/of bekenden van werkende- of onder
steunende leden, zodat er geen aanleiding bestond om de commissie in
vergadering bijeen te roepen.
TOTO- EN LOTTO-COMMISSIE.
Op 1 juli 1977 bestond deze commissie uit de heren;
G.J.Hulscher
F.Kubin;
F.C.Molema;
J.Slauerhof en
C.W.F.Timman.
Aangezien geen van de heren te kennen had gegeven om met hun functie
te willen stoppen en voor het bestuur, gezien de wijze waarop de he
ren hun taak vervullen, er geen aanleiding was om wijziging te bren-