- 11 -
plaatsen), Pil (verzekeringen en het gooien met kussentjes) Potharst
(Jan Mulder), Van der Zwaag (bericht in Het Parool betreffende Michels),
Lambregts (datum speelgerechtigdheid van de 2 nieuwe Deense spelers).
Voorzitter Van Praag spreekt van een zeer prettige vergadering met een
goede inbreng van verschillende zijden. Betreffende het 1e elftal is
hij optimistisch en daarmede sluit hij de vergadering.
Vergadering, gehouden op 8 maart 1976.
Het is ruim acht uur als voorzitter Van Praag de aanwezigen welkom
heet, waarbij hij zich speciaal richt tot de ere-leden De Boer Sr.,
Geudeker, De Jongh en Vunderink, alsmede tot zijn collega-bestuursle
den Boering en Kraan, geen leden van de ledenraad zijnde.
Hij deelt mede, dat bericht van verhindering is ontvangen van de leden
Bouwens, Van Deijck Sr., Van Dijk en Hordijk en dat de heer Smit later
zou komen (kwam pas ter vergadering tijdens het slotwoord van de voor
zitter). Hij heeft in zijn openingswoord niet zo veel te zeggen. Hij
zal niet zeggen dat het zo slecht gaat, maar ook niet dat het zo goed
gaat. Na een gesprek dat het bestuur heeft gehad met Michels heeft hij
goede hoop voor de toekomst. Hij verklaart de vergadering voor ge
opend.
De secretaris deelt mede, dat er geen ingekomen stukken zijn, zodat
direct wordt begonnen aan punt 3 van de Agenda: Notulen van de verga
dering van 1 december 1975*
Nadat de penningmeester de vraag van de heer Potharst ten aanzien van
de gereserveerde plaatsen heeft beantwoord, worden de notulen verder
ongewijzigd door de voorzitter vastgesteld, onder dankzegging aan de
secretaris voor de samenstelling.
Voorzitter Van Praag stelt voor, gelet op de enkele kandidaatstelling,
de heren Potharst en Fischer als gekozen te verklaren tot respectie
velijk 1e en 2e plaatsvervangend voorzitter van de ledenraad, waar
mede alle leden akkoord gaan. De voorzitter feliciteert de heren met
hun benoeming.
Betreffende het punt: Opiniepeiling inzake aflossing van de obligatie
lening geeft de voorzitter het woord aan de penningmeester.
De heer Timman zegt dat de obligatielening in 1966 werd uitgegeven
ter financiering van de overkapping van de ReijnoldstribuneIn de
leningsvoorwaarden staat onder meer vermeld, dat een aflossing van
10$ per 1 juli 1976 verplicht is, maar ook dat Ajax het recht heeft
op die datum de lening in zijn geheel af te lossen. De vraag is nu of
het correct wordt geacht de lening in zijn geheel af te lossen omdat
de obligatiehouders Ajax indertijd aan het geld hebben geholpen en de
notering volgens zijn gegevens op het ogenblik 150 a 160^o bedraagt.
Doordat verkochte obligaties in het register bij Ajax op de naam van
de nieuwe houder moet worden overgeschreven is het hem bekend dat in
de afgelopen 10 jaren niet zoveel mutaties hebben plaatsgevonden.
Nadat de vragen gesteld door de heren Lambregts, Pil, Neefjes, Van
Wijk, Van der Zwaag, Been en De Jongh door de penningmeester zijn
beantwoord wordt besloten te handelen conform een door de heer De
Jongh ingediend voorstel. Aan de obligatiehouders zal worden medege
deeld dat per 1 juli 1976 10$ van de lening zal worden afgelost en
dat het bestuur overweegt per 1 juli 1977 het restant in zijn geheel
af te lossen. De houders van de uitgelote obligaties krijgen recht
van voorkeur bij het aankopen van een seizoenkaart met reserverings-
kaart, recht gevende op dezelfde plaats die ze hadden.
Penningmeester Timman geeft hierna een toelichting op de tussentijdse
Balans per 31 december 1975 en de Rekening van Baten en Lasten over