Statutaire bepalingen omtrent winstbestemming
Artikel 30 van de statuten luidt:
la Uit de winst - het positieve saldo van de winst
en verliesrekening - die in het laatst verstreken
boekjaar is behaald, wordt allereerst, zo
mogelijk, op het bijzonder aandeel een dividend
uitgekeerd van zes procent (6%) van het nomi
nale bedrag en op ieder preferent aandeel een
dividend uitgekeerd waarvan de hoogte casu quo
de wijze van vaststelling wordt bepaald door het
tot uitgifte bevoegde orgaan bij de uitgifte van
het preferent aandeel. Bij de vaststelling kan
rekening worden gehouden met het op preferen
te aandelen van de betrokken soort gestort agio.
lb Indien over enig boekjaar de hiervoor bedoelde
uitkering niet of niet geheel kan plaatsvinden
omdat de winst dat niet toelaat, kan de
Hoofddirectie onder goedkeuring van de Raad
van Commissarissen besluiten dat het tekort
wordt uitgekeerd .en laste van de vrij uitkeer-
bare reserves. Besluit de Hoofddirectie hiertoe
niet, dan wordt het tekort ten laste van de
winst van de volgende jaren uitgekeerd.
In dat geval wordt, steeds zoveel mogelijk, eerst
aan de houder van het bijzonder aandeel en aan
de houders van preferente aandelen uitgekeerd
het aan hen toekomende achterstallige dividend
en daarna het aan hen toekomende dividend
over het laatst verstreken boekjaar.
2 Jaarlijks wordt door de Hoofddirectie onder
goedkeuring van de Raad van Commissarissen
vastgesteld welk deel van de uitkeerbare winst
resterend na toepassing van lid 1 wordt gere
serveerd.
3 Het na uitkering op het bijzonder aandeel en de
preferente aandelen en reservering overblijvende
deel van de winst staat ter beschikking van de
algemene vergadering.
4 De algemene vergadering kan op voorstel van de
Hoofddirectie dat is goedgekeurd door de Raad
van Commissarissen besluiten aan houders van
gewone aandelen uitkeringen te doen ten laste
van het uitkeerbare deel van het eigen vermogen.
5 Op het bijzonder aandeel en de preferente aan
delen kan jaarlijks in totaal niet meer worden
uitgekeerd dan het bedrag dat volgens lid 1 op
de betrokken aandelen aan dividend wordt uit
gekeerd bij toereikend winstbedrag, behoudens
het bepaalde in artikel 11 lid 4
6 De Hoofddirectie kan besluiten tot uitkering
van interim-dividend. Het daartoe strekkend
besluit is onderworpen aan de goedkeuring van
de Raad van Commissarissen.
7 De Hoofddirectie kan besluiten dat een uitkering
op gewone aandelen geheel of ten dele plaats
vindt niet in geld, doch in aandelen in de ven
nootschap of certificaten daarvan. Het daartoe
strekkend besluit is onderworpen aan de goed
keuring van de Raad van Commissarissen.
8 Op uitkeringen aan aandeelhouders zijn voorts
de artikelen 103, 104 en 105, Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek van toepassing.
'Intrekking van preferente aandelen. Preferente aandelen zijn thans niet uitgegeven.
51