WHAT'S IN A NAME? THAT WHICH WE CALL A ROSE, BY ANY OTHER NAME WOULD SMELL AS SWEET. Shakespeare schreef dat beroemde citaat in zijn toneelstuk "Romeo and Juliet". Vrij vertaald komt het hier op neer: "Wat betekent nou een naam? Dat wat wij een roos noemen, zou met elke andere naam even heerlijk ruiken". Ik zou gek zijn als ik het genie William zou tegen spreken. En toch... ik vind dat er namen zijn die bij mensen passen, of andersom. Neem nou de naam "BOB". Spreek hem alleen maar even uit. Je merkt dat hij krachtig klinkt, een klank waar je niet om heen kunt. De "Bobben" die ik in mijn leven heb gekend en nog ken, hadden en hebben dat ook: Kracht". Maar, mijn Bobben hebben meer eigen-schappen, ze zijn niet gespeend van moed en...willen winnen! De eerste Bob die ik leerde kennen was mijn 6 jaar oudere buurjongen in een Haagse arbeiderswijk. Hij stelde ongemerkt het eisenpakket samen waaraan mijn latere Bobben moesten vol-doen. Bob Kleiweerd was een vro lijke snuiter. Krachtig, niet bang en wilde met alles win nen. Ik heb het hem nooit verteld, maar als ik tramme lant had met grotere jongens dreigde ik mijn grote vriend erbij te halen. Zonder dat hij het wist heeft hij mij gebro ken tanden en bloedneuzen bespaard. Het echte bewijs van zijn moed, kracht en willen win nen heeft een enorme indruk op mij gemaakt en zal ik dan ook nooit verge-ten. Het speelde zich af in de beruchte hongerwinter 44/45. Ik was acht en Bob veertien. De winter was nog ouderwets streng met regelmatig minimumtemperaturen van onder de min twintig. Wilde men een beetje warm worden moest er flink gestookt worden. Maar daar zat hem nou juist de kneep, er waren geen kolen. Hout was het alterna-tief, maar binnen een mum van tijd was er geen spaander meer over. Door de nood gedwongen moest men hout gaan jatten. Dat ging tenkoste van de bomen in perken en tui nen. Binnen een paar weken stonden er korte stronken in-plaats van rui-sende bomen. De volgende stap was het strippen van je woning. Wat maar naar hout rook werd gesloopt. Slechts de voordeur overleefde het vuur. Er bleef nog maar een moge lijkheid over, de beuken in het bos van Overvoorde. Alleen was dat bos verge-ven van groene unifor men. De Herrn schoten van uit het groen, V1 raketten naar Engeland, ledereen wist dat het zelf moord was als je daar een beuk zou jatten. Van die moge-lijk-heid werd logischerwijs afge zien. Op een dag was er grote paniek in onze straat. De buurvrouw was teneinde raad. Bob was al een paar dagen zoek. Omdat hij er ouder uit zag dan 14 was men bang dat hij was opgepakt om in Duitsland hulzen en granaten te draai-en. Bob draaide wel, maar de Duitsers een loer. Na vijf dagen ging het als een lopend vuurtje- dat wij zo ontbeerden- door de buurt dat Bob op weg was naar huis. ledereen stond buiten voor zijn laatste deur. Daar kwam Bob de hoek om. Sleurend aan touwen sleepte hij een dikke beuk achter zich aan. De straat stond bol van gejoel en gejuich. Klein en groot rende naar hem toe en hiel pen hem slepen. De wijkagent met verkeerde sym pathieën had nog even de moed om corri-gerend op te treden maar Bob, ge-steund door woedende moeders, joeg de collabora-teur met drei-gemen- ten weg. Het beeld van de zeulende jongen zal ik nooit meer vergeten. Dat was mijn eerste Bob. Krachtig, moedig en de wil om te winnen. Een mens om van te houden. Nu ik er over nadenk heb ik niet eens zo veel Bobben ontmoet, maar ze voldeden en voldoen allen aan mijn Bobbeeld. En de laatste Bob die ik heb leren kennen? Geen twijfel moge-lijk! BOB HAARMS is een echte Bob! Een moedig man die altijd wil winnen. Maar ook een krachtig en warm mens. -Velen zullen dat met mij eens zijn. Een man die staat voor zijn werk. Daar kunnen ze bij Ajax over mee praten. Beste Bob ik ben blij dat jij mijn rijtje Bobben bent komen versterken. Ook jou zal ik nooit vergeten. Je vriend en Bob liefhebber Jaap Stobbe 3

AJAX ARCHIEF

Fanclub Bobby Haarms (1993-2000) | 1999 | | pagina 3