M
Hij is de enige assistent-trainer ter wereld, die 4 Cups-met-de-grote
oren, 1 Europacup 2,1 Uefacup, 1 Wereldbeker won.
Hij is de enige assistent-trainer ter wereld met een eigen fanclub. Hij
is de enige assistent-trainer ter wereld over wie en met wie een
boek is geschreven. Die prijzen, die fanclub, dat boek: hij spint van
genoegen, hij is er apetrots op. Maar zonder enige eigen dunk. Hij
zal zich nooit op de borst slaan, bonkend met een hand van ijdel
heid en zelfverdienste. Wat hij heeft meegemaakt en hem ten deel
is gevallen heeft alles te maken met wat hij zelf noemt: "trouw aan
mijn duppie".
Zijn wieg stond in Betondorp, pal tegenover De Meer. Hij is als het
ware in Ajax geboren. Ik verdenk hem ervan dat hij vóór dat hij
pappa en mamma kon zeggen, dat woord: Ajax, als eerste over zijn
babylippen kwam. Hij bleek zoveel voetbaltalent te bezitten, dat hij
niet alleen aan de kant als toeschouwer zijn liefde voor de rood
witte helden kon belijden, maar dat hij zelf tot de rood-witte helden
mocht behoren.
Een onwillige knie maakte een vroegtijdig einde aan z'n spelers
loopbaan. Hij werd trainer bij amateurclubs. Rinus Michels haalde
hem terug naar waar hij hoorde: een actieve rol in de stuurhut van
het Ajax-vlaggeschip. Veel later deed Johan Cruijff hetzelfde.
Als trainer was en is hij hard, meedogenloos. Spelers die blessure
leed overwonnen hadden, wisten en weten nog steeds dat het
grootste obstakel op de weg terug naar de top die geblokte, nu wat
kalende man van 61 jaar is. In zijn handen en onder zijn hoede is
het méér dan afzien. Het is bloed, zweet en tranen. Het is beulen.
Maar dat alles heeft maar één doel: de spelers moeten er beter van
worden, Ajax moet er beter van worden. Als geen ander weet hij
dat ook de Godenzonen, de artiesten van De Meer het van 99%
transpiratie hebben moeten naast die ene procent inspiratie. Hij is
het boegbeeld van wat ook des Ajax is: de onoverzettelijke wil tot
winnen, het vuur van de inzet, de kracht van de passie, het ziek
zijn van een gelijkspel, het doodgaan aan een nederlaag. En al die
spelers die eens vloekend met hem hebben kennisgemaakt en nog
kennis zullen maken, zijn hem voor eeuwig dankbaar of zullen dat
zijn. Dat bewijst wel het grote aantal oud-spelers dat lid is van zijn
Hart voor zijn club, daar alles voor over hebben, een
vriendschap, een huwelijk bijkans, voor het leven: dat
drijft hem in alles wat hij doet. Ajax staat voorop, altijd
en overal. En dat herkent de supporter. In hem ziet hij of
zij belichaamd wat het ware supportersschap inhoudt:
oprechte trouw, tot de dood toe.
Althans zo zie ik het. Hij is de Super-supporter. Hij:
Bobby Haarms.
P.S. Het boek over Bobby heet Tussen Hemel en hok en
is geschreven door Raymond Bouman en Michel
Sleutelberg en wordt uitgegeven door Thomas Rap BV
te Amsterdam
Klaas Vos
NEDERLAl^T)^
Tussen hemel en hok
BOBB
Bobby Haarms en zijn Aja