Support de goeie ouwe tijd
ie politie in de provincie, in die dorpen, dat zijn gewoon fascisten.
Officieel bestaat de F-Side sinds oktober 1976, maar natuurlijk was er op supportersgebied rondom
Ajax al veel eerder genoeg te doen. We gaan terug naar oktober 1977, de eerste berichtgeving
over de F-Side...
Ze willen absoluut niet op de foto. Omdat ze de politie niet behulpzaam willen zijn, maar ook vanwege
mogelijke sancties op hun werk. Flet zijn de jongens van de F-Side. Supporters van Ajax met een
slechte naam. 's Zondags treffen ze elkaar in vak F van het Ajax-stadion of in de trein op weg naar
een tegenstander. En 's maandags lezen we in de krant hoeveel gewonden er ditmaal weer gevallen
zijn in de confrontatie tussen supporterslegioenen of elke schade er weer is aangericht in de
treinen. De jongens van de F-Side. Zijn dat criminelen? Of slachtoffers van onze eigen maatschappij?
Nog nooit heeft iemand het ze gevraagd.
De dagbladen volstaan 's zondagsavonds met een telefoontje naar de politie. Om de totaalscore
te vernemen; zoveel gewonden, zoveel vernield. Maar wat zijn de motieven van de jongens van de
F-side? Flebben ze zelf een oplossing bij de hand? Op deze pagina's komen vier jongens aan het
woord. De harde kern van de F-side. In principe geen rellenschoppers, maar wel degelijk fanatieke
Ajax-supporters. Toch loopt het geregeld uit de hand Als Nico, Frans, Aad en Eddie met uw
verslaggever een kroeg binnenstappen om onderstaand verhaal tot stand te brengen, wordt "de
leider" ogenblikkelijk herkend. Hij stond immers onlangs te kijk in Studio Sport, achterna gezeten
door een Utrecht-fan met fietsketting. Vier jongens van de F-Side, verbonden door Ajax, maar van
uiteenlopende herkomst.
De één is verhuizer, de ander beheert in zijn eentje een boerderij met zeventig koeien, de derde
is hovenier en de vierde studeert voor leraareconomie. Ze komen niet allemaal uit Amsterdam.
Eentje zelfs uit Delft. De onderlinge verbondenheid is groot, zoals je vaak aantreft bij bedreigde
minderheidsgroepen. Luister mee naar hun verhaal.
Frans: "Vorige week zondag kon ik er verdomme niet bij zijn. Voor het eerst in jaren miste ik een
wedstrijd van Ajax. Eens per jaar speel ik namelijk op zondagmiddag mee in een waterpolo-toernooi.
Zelfs toen ik in het water lag, moest ik steeds aan Ajax denken. Ja, ik geloof dat het een soort
verslaving is. Toen ik dertien jaar was, nam ik een krantenwijk. Van dat geld kon ik mijn eerste
seizoenkaart van Ajax betalen."
Eddie: "Iets anders dan Ajax is er niet. Zaterdagavond begint het al. We slaan de nodige borrels
achterover en we gaan de hele nacht de stad in. En dan gezellig naar het Centraal Station. Het blijft
alleen nooit zo gezellig. Het eindigt altijd in vechten. Ja, als Ajax achter staat, hé. Dan sta je met
zo'n kop en dan hoeft er maar één verkeerd woord te vallen en het is wham. Dan ben je geïrriteerd.
De verliezende partij begint altijd."
Pagina 33
De Meersche Helden 2Ü14 - 2015