Simon Tahamata de goeie ouwe tijd
Na schooltijd stond er een wat oudere meneer ons op te wachten en dan gingen we in het
plantsoen of op het garageplein voetballen. Elke dag prijs. Er kwamen ook fantastische talenten
naar voren. Ik heb in Theole gespeeld, van club van Jan van Deinsen ook. We hadden een
C-elftal dat uitsluitend bestond uit Ambonezen. Uitslagen van 15-0 waren haast normaal, zo
sterk was dat ploeggie.'
Voordat het eerste elftal van Theole gebruik
kon gaan maken van diens niet geringe
talenten, was hij al verdwenen. Naar Ajax. Op
15-jarigeleeftijd. 'Dat was geregeld door de
jeugdvoorzitter. Die had kennissen bij Ajax en
tipte me daar. Toen is het begonnen. Eerst
nog in de B1later de hoogste jeugdelftallen,
vervolgens twee jaar in het C-team, en sinds
dit seizoen zit ik dus bij de A-selectie. Dat
is overigens niet volgens planning verlopen,
want daar doe ik niet aan. Ik doe m'n best en
zie verder wel. Het eerste halfjaar bij Ajax
had ik 't moeilijk. Ik was ondergebracht bij
een Nederlands pleeggezin. Nou, daar kon
ik niet wennen. Ik miste er de drukte bij ons
thuis, een gezin van bij elkaar twaalf kinderen,
de Ambonese gewoonten en vooral het eten.
Later ging het beter. Ik verhuisde naar een
oom en tante in Diemen en nog later naar
mijn zwager in Wormerveen. Daar zit ik nog.
Ik studeer nog voor het MTS-diploma weg- en
waterbouw, dat wil ik afmaken binnenkort.
Verder doe ik buiten het voetbal niet veel. Kijk
een beetje televisie, speel vaak en met plezier
met mijn driejarige neefje en ga nooit uit.'
Michels bood Tahamata zijn eerste echte contract aan, maar pas bij Ivic brak voor hem de zon
door. 'Ik ben wel meegegaan, dat eerste trainingskamp in Papendal met Michels, nadien moet
hij me ook aan het werk hebben gezien, maar iets gehoord heb ik nooit. Daardoor ging ik het
afgelopen seizoen weer in bij het C-team. Zes wedstrijden lang en toen pikte Ivic me eruit. Ik
schijn het goed gedaan te hebben. Dat brengt je ineens in een hele andere positie. Afgezien dan
nog van het feit dat je contract onmiddellijk verdubbeld wordt. Het is toch een hele andere sfeer,
die A-selectie. Professioneel, serieus, anders. Ivic heeft me tijdens die overgang fantastisch
opgevangen. Hij praat veel met de spelers individueel, ook met mij. Gaf me echt het gevoel erbij
te horen, belangrijk te zijn voor de ploeg. Doetje goed, hele fijne man, Ivic. En ik gedraag me
rustig in de groep, ja, misschien wel te bescheiden. Dat zegt Bobby Haarms ook altijd, dat ik
brutaler moet worden, meer van me moet afbijten, in het veld, maar ook daarbuiten.'
Dat blijkt ook uit zijn reactie als we op zijn favoriete rol bij het Ajax-publiek duiden. Er gaat geen
wedstrijd voorbij of men schreeuwt in De Meer nadrukkelijk om Simon-Simon. 'Dat heeft me
wel verbaasd, het geeft me ook een gek gevoel', zegt hij. Maar ook: 'Tscheu La Ling en ik zijn
concurrenten. Ik ben de beste vrienden met hem, hele aardige jongen, al denkt-ie anders over
voetbal dan ik. Hij vond het niet nodig om iets van zijn vakantie prijs te geven om met Jong
Oranje in Toulon te spelen, ik wel. Ik heb die internationale toernooien altijd leuk gevonden,
bovendien gaat er een stukje erkenning vanuit. Maar goed, Tscheu La Ling is anders. Maar
daarom vind ik het nog wel vervelend als het publiek al na een kwartier om Simon gaat roepen.
Dat kan voor Ling nooit goed zijn, dat tast zijn zelfvertrouwen aan, daarom ergert het mij. Je
moet maar eens opletten, Ling speelt zijn beste wedstrijden buiten het Ajax-stadion.'
Het kan best wel eens zijn dat Tahamata op wat langere termijn dat gevecht met Ling in zijn
voordeel gaat beslissen.
De Meersche Helden 2014 - 2015
Pagina 36