Meneer Schoevaart interview
U bent in 1930 lid geworden van Ajax, betekent dat u ook nog in het houten stadion heeft
gevoetbald?
Ja inderdaad. Ik ben daar begonnen het stadion stond op het Christiaan Huygensplein. Er waren
in eerste instantie geen tribunes en de grond was van meneer Egenman, hij was toentertijd nog
voorzitter van Ajax. Hij was een welvarend man en de grond vanaf de Middenweg tot aan de
spoorbaan was in zijn bezit. Hij verhuurde het aan Ajax, het ging toen om twee velden. Maar waar
het allemaal begon dat was op de Laanweg in Amsterdam-Noord.
U heeft ook nog onder de legendarische trainer Jack Reynolds getraind, wat voor een herinneringen
heeft u daar nog aan?
Daar heb ik hele goede herinneringen aan, Jack was een aimabele man. Zelf ooit rechtsbuiten. Hij
trainde binnen Ajax alle elftallen. Hij kwam altijd op de fiets naar Ajax, zijn salaris was toen 250
gulden per maand. We praten natuurlijk wel van voor de oorlog. Hij was een hele aardige man,
hij vertelde ook veel over het Engelse voetbal. Vroeger had je binnen Ajax ook de Reynolds school,
dan werd je vanuit de jeugd opgeleid op de Reynolds school. In totaal is hij 33 jaar trainer bij Ajax
geweest.
Heeft u zelf ooit de selectie van Ajax gehaald?
Ik heb in Ajax 2 gespeeld. In mijn tijd hadden we negen elftallen en daaronder de junioren. Mijn
vader is aanvoerder van het eerste geweest in 1904 en oom Jan speelde in 1908 in het eerste
elftal.
Wat was u rol bij de opening van De Meer in 1934?
Ik was toen junior speler en stond in het rijtje van de erewacht. Alle junioren vormden toen een
erewacht en alle spelers vanaf achttien jaar passeerden ons dan en gingen naar het veld. Ook het
beroemde elftal met De Natris deed dat. De jeugd vormde toen ook liggend op het veld de letters
Kunt u wat vertellen over Bobby Haarms?
Bobby Haarms heb ik vanaf zijn begin meegemaakt, hij was slank en spijkerhard zowel letterlijk als
figuurlijk. Hij speelde op de rechtsbuiten positie. Hij was geen geweldige technische voetballer maar
hij was wel een werker en een jongen met een hart voor Ajax. Ook in de andere functies die hij
bekleedde binnen Ajax gaf hij zich helemaal. Hij zei altijd: "spelen in een rood-wit shirt moet een eer
voor je zijn, niet iedereen mag erin spelen."
U was in 2004 een van de magnificent seven wat houdt dat precies in?
Dat zijn zeven mensen die in Europa op organisatorisch gebied nogal veel voor het Europese voetbal
hebben gedaan. Ik was met mensen van onder andere Manchester, Chelsea en Anderlecht. Die
kregen dan van de UEFA een aandenken en een oorkonde. En van onze grote vriend Blatter van
de FIFA kreeg ik ook een oorkonde. Daar staat ongeveer hetzelfde in als in die van de UEFA. En als
bewaker van de voetbalhistorie heb ik van de KNVB een certificaat gehad.
Pagina 21
De Meersche Helden 2012 - 2013