daar m(È dat zegt, d© (p^on ric Is je aan me vraagt wat mijn vroegste herinnering aan Ajax is dan denk ik meteen aan tramlijn 9. Eind jaren 80 ging ik als klein jochie in het weekend vaak bij mijn oma op bezoek die toen net naar Diemen-Zuid was verhuisd. Vanaf de Spaarndammerbuurt namen we de bus naar Centraal om daar over te stappen op de metro. Bij het overstappen liepen we altijd langs de trams. De tram die me het meest opviel, was lijn 9. Die zat op de zondagen dat Ajax speelde namelijk altijd volgepropt met mensen. Het voertuig was soms zo zwaar beladen dat er gewoon geen mensen meer bij konden. Die moesten dan wachten op de volgende tram. Vaak waren er op dat moment jongens die hier geen zin in hadden. Ze klemden zich dan vast aan de ijzeren staven die aan de tramdeuren vastzaten en hadden zo een gratis ritje naar de Middenweg (zolang ze dat vol konden houden). Ik vond het een geweldig schouwspel. Mannen met lange haren die schreeuwend en zingend aan een tram hingen op weg naar een plek waar ik tot dan toe nog nooit geweest was: Stadion De Meer. Ik was op die leeftijd nog helemaal niet gefascineerd door voetbal, maar meer door de stad. Als je tramlijn 9 van het begin-tot het eindpunt neemt dan zie je veel van Amsterdam. Het Centraal Station, Damrak, Munt, Rembrandts, Waterloo, Artis en ga zo maar door. In de triomfjaren 90 begon ik steeds meer te beseffen dat Ajax voor mij niet alleen mooi voetbal betekende, maar ik de club vooral zag als de Trots van Amsterdam. Deze club vertegenwoordigt mijn stad en ik ben trots □m geboren en getogen Amsterdammer te zijn. Toen ik eindelijk een keer naar een voetbalwedstrijd mocht, merkte ik dat er ook veel mensen van buiten Amsterdam de weg naar Ajax hadden gevonden. Ik snapte daar helemaal niets van. Kwamen ze voor de successen? Later begreep ik dat een club die het goed doet een bepaalde aantrekkingskracht heeft. Dat snapte ik. Ik kon echter niet begrijpen waarom mensen uren wilden reizen om Ajax te zien, terwijl er in hun eigen dorp of stad ook gewoon een profclub zat. Hoe vaker ik naar wedstrijden ging, hoe meer ik ging letten op de verschillende accenten die ik □m me heen hoorde. Toen ik een jongen uit Brabant een keer vroeg waarom hij naar Ajax ging, antwoordde hij: "Moet ik dan naar Psv gaan?" Ik dacht bij mezelf, dat zou je in ieder geval heel wat reistijd schelen. Ik hoorde laatst een verhaal over een Ajax-supporter uit Groningen die onlangs met Groningen- Ajax doodleuk met de combi meeging. Er was voor deze wedstrijd geen alternatieve opstapplaats waardoor hij 's ochtends in alle vroegte vanuit het Hoge Noorden naar Amsterdam reisde om daar de combibus naar Groningen te nemen. Na afloop ging hij met dezelfde bus weer naar Amsterdam □m vervolgens weer terug naar Groningen te rijden. Tot op de dag van vandaag kan ik dit soort dingen niet goed begrijpen. Ajax is voor mij onlosmakelijk verbonden met Amsterdam. Hoe kan je supporter zijn van een club die speelt in een stad waar je helemaal geen binding mee hebt? Ik moet bekennen, als ik in een dorpje in Limburg opgegroeid zou zijn dan zou ik wellicht ook opkijken tegen het grote Ajax. Toch zou ik dan gewoon lekker naar Roda □f VW gaan, omdat ik me daar dan veel meer thuis zou voelen. Natuurlijk zijn er ook niet-Amsterdammers die hun onvoorwaardelijke steun geven aan Ajax, ook in slechte tijden. Ik irriteer me echter mateloos aan spandoeken waar plaatsnamen op staan waar ik nog nooit van gehoord heb (Vrouwenpolder, Raalte of Wolvega?). Dit heeft niets met Ajax te maken. Net zoals ik met avondwedstrijden mensen voor het eindsignaal zie vertrekken omdat ze anders hun laatste trein naar Schubbekutteveen missen. En die mensen durven wel te zingen: "Maar wie dat zegt, is geen Amsterdammer..." De Meersche Helden 2011 - 2012 Pagina 4

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Meersche Helden (vanaf 2008) | 2011 | | pagina 5