Rob Nolet over Ajax en Cruijff □e Goeie ouwe tijd
Aandacht
Rob Nolet weer precies hoe je blessures kan voorkomen. Als fysiotherapeut doet hij aan massage,
oefentherapie en hij maakt gebruik van fysiotechnische apparatuur. Om blessures te voorkomen
dienen volgens Nolet spelers te voldoen aan de volgende voorwaarden: goed trainen, goede
nachtrust, goed voedsel en niet roken en drinken. "Nee, ik geloof niet in spelverruwing. Bij een
goede conditie springt een speler bijtijds opzij en als je niet voldoet aan de voorwaarden dat val
je door de mand. Natuurlijk is alles gekoppeld aan talent. Olsen en Vanenburg zijn bijna nooit
geblesseerd. Liggen ook veel korter op de massagetafel. Ja, daar praat iedereen. Dat kan over
alles gaan zoals trainers, huizen, auto's en thuis. Dan kom je wel eens aan de weet waarom een
bepaalde speler niet meer goed presteert. Spelers hebben een lang seizoen en spelen meer dan
zeventig wedstrijden. Geen speler presteert ieder wedstrijd optimaal. Toch moet de speler heel
veel zelf doen om uit een dip te komen. Soms staan we machteloos. Mij wordt wel eens verweten,
dat ik te weinig kontakten heb met spelers. Dat doe ik wel eens bewust omdat er wat mij betreft
rust moet uitgaan in de relatie met de speler; vooral geen opdringerige bedillerige houding. Ik
probeer mij altijd zo neutraal mogelijk op te stellen. Ik heb zeker geen moeite om met spelers of
trainers uren lang te praten over het voetbalvak. De problemen, de grote druk die altijd weer op
de prestatie staat, onzekerheid, weinig zelfvertrouwen. Het moet bij voorkeur rustig zijn rond de
speler. Daarnaast is het van belang dat hij het gevoel heeft dat wij concreet met hem bezig zijn om
hem zo snel mogelijk weer op de been te helpen en dat hij onze volle aandacht heeft. Daar kan geen
voetbalpsycholoog tegen op."
Blessures
"De medische staf denkt ook aan de voetballer na zijn voetbalcarrière", gaat Nolet verder. "Een
bepaalde blessure kan zo ernstig zijn dat wij hem moeten adviseren niet verder te gaan omdat hij
ook nog op z'n veertigste jaar moet kunnen lopen. Wij moeten dan zien de speler te overtuigen
dat het maar beter niet langer topsport te blijven bedrijven. Dat valt soms niet mee. Ook in het
veld ontstaan soms blessures waarbij de speler absoluut gewisseld wil worden omdat hij denkt niet
verder te kunnen. Maar taak is dan ter plekke snel een diagnose te stellen en vaak de speler te
bewegen weer verder te gaan, soms met alle risico's van dien. Daar moet je als verzorger ook wat
geluk mee hebben en tot op heden - laten we het afkloppen - heb ik nog niet een speler onnodig
laten vervangen. Maar dat kan altijd een keer gebeuren. Wij volgen een wedstrijd anders dan het
publiek. Ik volg minder de bal en meer de spelers, vooral wanneer deze een blessure heeft. Soms
betrap ik mij er wel eens op dat ik wel eens meer aandacht voor het spel heb. En dat ik ook ga
aanmoedigen."
De Meersche Helden 2011
Pagina 32