Rob Nolet over Ajax en Cruijff □e Goeie ouwe tijd
Dn een betaald voetbal organisatie staat de medische staf niet vaak op de voorgrond. Mocht dat
wel zo zijn, dan is dat meestal geen goed teken. Dan is veelal sprake van bijzondere blessures voor
bijvoorbeeld een belangrijke wedstrijd. Gelukkig komt dat bij Ajax maar zelden voor. De medische staf
verricht haar werkzaamheden achter de schermen en in alle stilte. De lichamelijke en geestelijke
gezondheid van de spelers gaat hun na aan het hart. Daar hebben zij geen pottenkijkers bij nodig.
Fysiotherapeut Rob Nolet maakt deel uit van de medische staf bij Ajax. Hij is de man ook die met de
beroemde waterzak die het veld in spurt wanneer er een speler van Ajax geblesseerd ter aarde valt.
Maar dat is lang niet alles wat hij in zijn functie doet. Eigenlijk zeven dagen in de week van vroeg tot
laat is hij met Ajax bezig. Op zijn manier draagt hij zeker bij aan de grote saamhorigheid in de club
waarbij iedereen, van hoog tot laag, zich enorm inzet in het belang van de vereniging. Ik sprak met
Rob Nolet op 31 maart over voetbal, Ajax, profvoetballers, blessures en soms dat ongrijpbare wat
inherent is aan het voetbal.
Invaller
"Mijn komst bij Ajax ging eigenlijk net zo snel als onverwachts. In 1978 werd ik gevraagd door
de Spaanse Roeibond om mee te gaan naar Nieuw Zeeland voor de wereldkampioenschappen.
Ik werkte toen voor een baas die er weinig voor voelde mij zes weken onbetaald verlof te geven.
De toenmalige fysiotherapeut Hans Wolf van Ajax ging met de Nederlandse Roeibond naar Nieuw
Zeeland en aan mij werd gevraagd of ik die zes weken de plaats van Hans bij Ajax wilde innemen.
Dat heb ik toen gedaan, zeker niet met de bedoeling hier op welke wijze dan ook voordeel uit te
halen. De eerste wedstrijd was de afscheidsontmoeting van Johan Cruijff tegen Bayern München.
Daar volgden er nog wat wedstrijden en na zes weken was het voorbij." Maar niet voor lang want om
wat voor reden dan ook vertrok Hans Wolf in 1979 bij Ajax en werd Nolet door John Rolink gebeld
met de vraag of hij in dienst van Ajax wilde treden. Inmiddels was hij zelf ook een praktijk in de
Vondelstraat begonnen maar dat weerhield hem er niet van het aanbod te accepteren. De praktijk
kon hij aanhouden maar primair was hij wel voor Ajax beschikbaar. "Zo is het allemaal begonnen",
verzucht hij.
I
Verwend
Rob Nolet is helemaal aan Ajax verknocht en kijkt nog steeds, ook na vier jaar en driehonderd
wedstrijden, z'n ogen uit vooral als het gaat hoe gemotiveerd mensen zijn om zo goed mogelijk
voor Ajax voor de dag te komen. "Het is ook een echte club," zegt hij trots, "met een geweldige
organisatie en een uitstekende werksfeer. Als je toch ziet dat al die vroegere spelers als Sjaak
Swart, Johnny Rep. Tscheu la Ling, Hans Erkens en noem maar op, Ajax nog steeds opzoeken
om bijvoorbeeld te mogen meetrainen. Waar treft je dat aan? Als ik bij Ajax weg zou gaan, ga ik
zeker vragen of ik lid mag worden. Ajax is echt iets bijzonders. Dat is bijna niet uit te leggen. Die
bezetenheid op alles optimaal uit te voeren, dat optimale presteren, die enorme mentale druk op
de spelers en dat harde werken van al die vrijwilligers, dat allemaal spreekt mij enorm aan. Ajax
verdient elke week een uitverkocht stadion, zo goed wordt er gevoetbald. Maar helaas, het is
anders. Kijk naar de uitwedstrijden. Waar je ook komt, alles is altijd stijf uitverkocht. Bij Ajax-PSV
voor de beker komen maar 17.000 mensen. Natuurlijk zal dat wel een reden hebben. Men heeft
schijnbaar alles al gezien. Het publiek is misschien wel te verwend.'
Pagina 31 De Meersche Helden 2011
