Laat broer Ronald z'n mond houden van Mokum
interklaasavond, ergens in het Noord-Hollandse dorp Grootebroek, ergens middenin de jaren
'70. Frank heeft een mooi Sintliedje gezongen en mag nu een pakje met zijn naam erop uit de
grote jutezak halen. Gezin De Boer kijk gespannen toe. Vooral broer Ronald, die een paar minuutjes
ouder is dan zijn tweelingbroer. Met een strenge blik ontfermt Frank zich over zijn cadeau, dat in
traditioneel Sinterklaaspapier verpakt is. Met één routinematige beweging zoals normaliter alleen
lopendebandmedewerkers dat kunnen, scheurt hij de papieren bedekking eraf. Een rode speelgoed
vrachtwagen, mét oplegger, komt tevoorschijn. Frank is ogenzienlijk blij en trots, terwijl zijn tien
minuten oudere broer huilend naar z'n kamer rent.
Tweelingen treffen in hun levens nu eenmaal een voortdurende strijd met elkaar. De strijd om het
mooiste, het beste, het eerste. Uiteraard met een uitzondering daargelaten. Maar de gebroeders
De Boer zijn geen uitzondering. De allerbeste vrienden enerzijds, de allergrootste concurrenten
anderzijds. De tweeling mag van groot geluk spreken, dat zij op voetbalgebied uitblonken op
verschillende posities, zodat de megatalenten niet in eikaars vaarwater liepen. Dat is uiteindelijk de
reden dat ze het beiden zover schopten.
Doordat Frank en Ronald verschillende voetbaltalenten hadden - de één als verdediger, de ander als
aanvallende middenvelder - schitterden zij aan eikaars zijden in onder andere Ajax 1Oranje en FC
Barcelona. Neerlands beste voetbaltweeling ooit. Zonder twijfel. Misschien maakten zij elkaar juist
wel beter, omdat het als verdediger makkelijk is om kritisch te zijn op de linie die voor je staat.
En bij een klassiek 'Frank-de-Boertje', keek broer Ronald dikwijls hoofdschuddend toe, wanneer Edwin
van der Sar een bal uit het net moest vissen nadat zijn bijna-kloon in de defensie een cruciaal foutje
had begaan.
In 2011 is die harmonie echter volledig klaar. We zijn weer terug in de jaren '70, in de Noord-
Hollandse klei, waar louter kaplaarzen toegang tot de huisdeur bieden. Frank heeft namelijk iets
nieuws; een nieuw speeltje dat Ajax-hoofdcoach heet. Broer Ronald zag er, vanuit zijn verre,
Oosterse zandbakvilla lijdzaam en vol jaloezie, op toe, hoe zijn broer die erebaan binnensleepte. Hij
zal het hem niet misgunnen. Maar dat jaloerse gevoel speelt parten. Hij wilt er ook een stukje van.
"Mag ik nu even met je vrachtwagen, Frank?", dat werk. Daarom roept Ronald, overigens ooit een
geweldige voetballer, nu vanuit zijn zandbak, allerlei dingen over het algemene Ajax-functioneren.
Dat doet mij net even iets teveel aan de gebroeders Jol denken. Spreek de lettercombinatie
'Cock Jol' op De Toekomst hardop uit, en je wordt direct het terrein afgebonjourd, zo erg was het
zijspannetje van Martin. Het wormvormige aanhangsel dat als vanzelfsprekend onderdeel van het
pretpakket fungeerde. Niet dat ik Ronald de Boer in dezelfde categorie schaar, absoluut niet, maar
na dergelijke ervaringen met broers van trainers, lijkt het mij voor Ajax verstandig om zo iemand
in eerste instantie op afstand te houden, hoeveel voetbalverstand hij ook mag hebben. Om allerlei
ergernissen te voorkomen.
Want ineens wil ook Ronald babbelen over een
rol in het Amsterdamse. Trainer van de 01
de B1 of de A1het maakt hem geeneens uit.
Terwijl ik denk dat hij nog jarenlang geruisloos in
zijn zandbak in Qatar zou vertoeven, als Frank
niet de Ajax-verantwoordelijkheid had gekregen.
Nu praat Ronald in de media over de functies
van Bergkamp en Blind en over het uiterlijke
voorkomen van Martin Jol. Onverstandig,
Ronald, beweeg je liever geruisloos op de
achtergrond als je iets zou willen doen bij Ajax.
Laat Frank eerst zijn pakje volledig openmaken.
Laat hem van zijn nieuwe aanwinst genieten
en kijk vervolgens in samenspraak met alle
geledingen, in alle rust, naar wat jij eventueel
voor ons wit-rood-wit kunt betekenen. Het komt
heus goed. Word geen Cock Jol, dus houd je
mond, voor jouw eigen bestwil.
De Meersche Helden 2011
Pagina 12