Gaan voor het kampioens chap □e Goeie ouwe tijd
et is december 1976... De laatste landstitel van Ajaxwas destijds mijlenver weg. Ruim drie
jaar lang had Ajax 's lands hoofdprijs aan een concurrent moeten laten. Er heerst paniek in de
Watergraafsmeer. Ajax moést weer kampioen van Nederland worden. En gevoel dat heden ten
dage zeer herkenbaar is. In seizoen 1976/1977 gelukte het Ajax onder de bezielde leiding van
de Joegoslavische trainer Tomislav Ivic wist Ajax zich, vier jaar na de laatste landstitel en Europa
Cup, weer te kronen tot de beste club van ons land. Met ogenschijnlijk behoudend, maar eigenlijke
gewoon realistisch voetbal werd deze titel bereikt.
Wat weten we eigenlijk van deze kleine man, die als een rubberen balletje op de spelersbank heen
en weer dobbert tijdens de wedstrijd. Een harde werker, met zo'n melancholieke blik in z'n ogen.
Nooit weg trouwens, zulke reebruine kijkers als je behoefte hebt aan sympathie en begrip. Want
neemt U van mij aan, dat de vroegere succestrainer van Hajduk Split door een poel van ellende is
gegaan in die eerste maanden van zijn Ajax-verbintenis. Hij kwam gretig af op de wereldbekende
naam van de Amsterdammers, maar moest razendsnel constateren dat hij voor de taak stond om
het Ajax-imperium te behoeden voor een diepe val. Of, zoals Ruud Krol het zegt: "Die man dacht dat-
ie in het paradijs terecht kwam, maar toen-ie hier eenmaal was, is-ie zich rot geschrokken."
Een middagje praten met Tomislav Ivic werkt verhelderend. En als z'n kennis van de Engelse taal
tekort schiet om verbaal te verklaren wat hij bedoelt, dan springt de kleine trainer als een kikker
door z'n kantoortje om de tactische patronen zichtbaar te maken. Ivic grijpt dit interview met
overgave aan om z'n behandeling van de patiënt Ajax loepzuiver te verklaren. Tenslotte is hij een half
jaar lang niet zo vaak in de gelegenheid gesteld om zich te verweren tegen de snerpende kritiek die
van uit de rest van het aanschouwen van het Ivic-Ajax. Defensief voetbal was nog het mildste verwijt,
maar de Joegoslaaf kreeg ook te horen dat hij bezig was het publiek zowel in Amsterdam als in
andere stadions definitief terug naar de huiskamers te verwijzen. Ivic vindt het niet lollig dat hij op
een dergelijke wijze in het vriendelijke Nederland over de tong gaat, maar die kritiek zal niet in staat
zijn om zijn visie te veranderen. Want een ding werd na dit gesprek wel duidelijk: Ivic' voetbaltheorie
die hij voor zichzelf heeft ontwikkeld. Hij wordt in die mening gesterkt door het succes dat als een
rode draad door zijn trainersloopbaan loopt. Als we daarom tenslotte concluderen dat de hoge
positie van Ajax na een halfjaar ploeteren een complete verrassing is, glimlacht hij tevreden: "Ik
trek kennelijk het succes aan." Maar hij voegt daar razendsnel een roffel met de knokkels op de
hardhouten tafel aan toe. Je moet het geluk immers niet tarten.
De Meersche Helden 2Q10
Pagina 3D