Sjfi^afe De Goeie ouwe tijd □aar stelt men het op prijs, wanneer er ex-spelers langskomen. Door ex-spelers bij de club te betrekken krijg je een goede voetbalsfeer in de club. Veel bestuursleden zijn echter bang dat dergelijke spelers te veel invloed krijgen, dan zijn ze zelf niet belangrijk meer". Sjaak Swart is een echte Ajacied. Sjaak: „Als jongen van vijf ging ik al met mijn vader naar Ajax, Guus Drager was mijn idool, ik zie hem nog regelmatig. Het doet me pijn, wanneer het slecht gaat met Ajax. Veel ex-spelers vinden het leuk, wanneer het slecht gaat, zodra zij vertrokken zijn. Ik niet, wanneer Ajax verliest, vind ik dat erger dan de meeste spelers die nu bij Ajax spelen". Op zijn dagelijkse rit langs de restaurants stopt Sjaak Swart altijd bij het Confectie Centrum, waar zijn zwager een viskraam heeft, en volgens Sjaak verkoopt hij de beste broodjes van Amsterdam. Tussen de inderdaad heerlijke broodjes zalmsalade en haring door klaagt Sjaak Swart over het feit dat je bijna geen echte vleugelspelers meer ziet. Sjaak: „René van de Kerkhof is eigenlijk de enige echte vleugelspeler, die doorgaat naar de achterlijn. Dat zie je bijna niet meer en toch krijg je dan de gevaarlijkste situaties. Je ziet ook te weinig voorzetten bij de tweede paal, daar liggen namelijk de kansen. Ik voelde dat vroeger goed aan, ik was er altijd precies op tijd. Als kijkspel is voetbal een stuk minder aantrekkelijk nu er geen vleugelspelers meer zijn. Op de vleugels is er ruimte, daar zag je vroeger individuele acties. Tegenwoordig valt er niet veel meer te genieten op de vleugels. Ik probeer er wel eens met Leo Beenhakker over te praten, maar hij luistert niet, terwijl ik in zijn positie wel zou luisteren.Leo is echt een aardige vent, maar hij heeft nooit gevoetbald. Met Ivic kon ik veel beter over voetbal praten, hij luisterde naar me, we zaten uren te praten. Met Michels had ik ook lange gesprekken over voetbal, Michels zegt altijd erg zinnige dingen over voetbal. Met Ivic had ik altijd meningsverschillen over Lerby. Hij zag het niet zitten, ik heb hem toen aangeraden om Lerby op het middenveld te zetten. Ik heb hem voorspeld dat Lerby dan minstens twintig goals zou maken. Die Lerby is een grote, die heeft dezelfde mentaliteit als Johan Neeskens". Pagina 31 De Meersche Helden 2010 Sjaak Swart houdt zich bij Ajax ook bezig met jongens die niet draaien. Peter Boeve is een patiënt van hem. Sjaak: „Ik praat regelmatig met Peter, een jongen met een geweldige mentaliteit. Hij is te serieus, te veel met voetbal bezig. Hij zit daar maar op zijn flat en denkt alleen aan de wedstrijd. Hij zou eens een, keer lekker moeten ontspannen. Het is ook moeilijk om zo uit een dorp bij Ajax neergezette worden. Hij is veel te nerveus. Ik denk dat een andere trainer veel meer uit hem zou halen. Het ontbreekt in Nederland aan de juiste sfeer rond het veld. In Engeland is dat beter, daar heb je negentig minuten sfeer, hier heb je alleen sfeer, wanneer het even goed gaat. Misschien ligt het wel aan ons voetbal, er is geen club in Nederland die echt pressie kan spelen. Dat deden wij vroeger wel, wij zetten elke club met de rug tegen de muur. Nu komt het voor dat de keeper van de tegenpartij na een half uur het eerste schot op doel krijgt. De sfeer onder de spelers is ook anders dan vroeger. Ik heb nog met Rinus Michels gespeeld, hij had humor. Vooral voor de wedstrijd zorgde hij altijd voor sfeer. Tijdens de training was hij vreselijk lui, daar had hij een hekel aan. Hij was de gangmaker, wanneer hij binnenkwam was het lachen". f:-'

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Meersche Helden (vanaf 2008) | 2010 | | pagina 32