Simk De Goeie ouwe tijd Ondanks het feit dat Sjaak Swart al jaren geen topvoetbal meer speelt, is hij wekelijks Salo Muller blijven bezoeken voor de „wekelijkse likbeurt". Salo Muller: „Sjaak staat veel, speelt nog veel en maakt lange dagen. Daardoor is de circulatie niet optimaal Iedere week pak ik hem even, als voetballer was hij dat gewend. Toen hij stopte is hij dat blijven doen. Hij is zuinig op zijn lichaam, hij is nu slechts twee kilo zwaarder dan in zijn Ajax-tijd. Ik behandel trouwens nog steeds veel sportmensen, veel judoka's en worstelaars. Ik krijg hier regelmatig spelers, die bij hun clubs behandeld worden, maar blijven sukkelen. Die man mag alleen gezonde mensen masseren, maar wanneer we de zaak realistisch benaderen, weten we dat hij aangetrokken wordt om blessures te behandelen. Wanneer ik in de krant lees dat er bij Ajax zoveel geblesseerde spelers rondlopen, jeuken mijn handen. Dan wil ik zó de telefoon wel grijpen, dan wil ik er iets aan doen. Wanneer er bij een club veel blessures voorkomen, zet ik vraagtekens achter de trainer. Dan is de conditie niet optimaal of er wordt met verkeerde oefenstof gewerkt. Met Michels waren er nooit problemen. Iedere avond spraken Michels, dokter Rolink en ik de zaken door. Ik wil alles goed doen, ik ben een vakfanaat, leder jaar ruil ik al mijn apparatuur in en schaf ik nieuwe spullen aan. Het wordt steeds gekker, ik word wekelijks geconfronteerd met nieuwe blessures, de sport wordt steeds agressiever. Ik weet niet hoe lang dat nog kan doorgaan". In het Sloterparkbad loopt alles gesmeerd. Sjaak gaat erg amicaal met het personeel om en hangt beslist niet de baas uit. Sjaak: „Bram en ik zijn erg zorgvuldig met het aantrekken van personeel. We hebben veel familieleden ingeschakeld. Dan weetje tenminste wat voor vlees je in de kuip hebt. We zijn goed voor onze mensen, alles gaat gemoedelijk. Bram en ik zijn met het restaurant in de Jaap Edenhal begonnen, momenteel hebben we vier zaken en dat vind ik genoeg. Nu is het nog te overzien en we houden nog wat tijd over voor onze hobby's. Bram en ik zijn namelijk gek van voetbal, we spelen nog en we gaan graag kijken. Ik regel hoofdzakelijk de zaken in de Jaap Edenhal en Bram gaat dagelijks langs de zwembaden. Wanneer het druk is, werken we zelf keihard mee, daar zijn we echt niet te beroerd voor ik heb er geen hekel aan, het is leuk werk, altijd mensen om je heen - Sjaak Swart is één van de weinige ex-voetballers die populair gebleven is. Hij is nog steeds publiek bezit, voor jong en oud heet hij nog steeds Sjakie. Sjaak: "Toen ik stopte, hield ik er rekening mee dat iedereen me na een half jaar vergeten zou zijn, maar dat is beslist niet het geval. Op straat word ik nog steeds nageroepen en ik moet nog steeds regelmatig foto's laten maken. Want men blijft om foto's met handtekening vragen. Ik ben nu al zeven jaar weg bij Ajax, dat is toch niet te geloven. Voetbal betekent nog steeds veel voor me. Ik speel bij WGA, bij de Oud-Internationals, bij Oud-Ajax en ik speel regelmatig in de zaal. Vooral bij de Oud-Internationals gaat het leuk nu er wat fitte jongens bijzitten. Charly Bosveld, Piet de Vries, Klaas Nuninga en Jan Mulder zijn jongens waar je nog lekker mee kunt voetballen". Veel ex-voetballers ergeren zich aan de mentaliteit van de huidige generatie profs Sjaak „Wanneer het zaterdags slecht weer was, had ik de ziekte in. Ik wilde de volgende dag voetballen. Nu zijn ze blij, wanneer het afgelast wordt. De clubs zouden veel meer ex-spelers bij het hele gebeuren moeten betrekken. Ik bekijk voor Ajax regelmatig spelers en ik kom bijna dagelijks bij de training om met spelers te praten Ik zie bij Ajax echter veel te weinig ex-spelers. Die jongens kunnen zoveel nuttig werk doen. Alleen Tonnie Pronk, Piet Keizer, Theo van Duivenbode en ik komen er regelmatig. Wanneer Dick van Dijk komt, heeft hij de grootste moeite om binnen te komen. Dat is in het buitenland veel beter geregeld. De Meersche Helden 2010 Pagina 30

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Meersche Helden (vanaf 2008) | 2010 | | pagina 31