^VaV7^][FË De Goeie ouwe tijd
Sjaak Swart, de legendarische rechtsbuiten van het grote Ajax, is intussen een geslaagd zakenman.
Hij runt samen met de ex-Blauw Wit-voetballer Bram Haverkamp het restaurant in de Jaap Edenhal
en drie restaurants in Amsterdamse zwembaden. Daarnaast houdt Sjaak Swart zich nog steeds met
voetbal bezig. Hij begeleidt Ajax-spelers en hij bekijkt spelers namens Ajax. Een weerzien met een nog
steeds populair voetbaldier. Overal waar Sjaak Swart zich vertoont, moet hij over voetbal praten. Het
begint 's morgens vroeg al in zijn restaurant in de Jaap Edenhal, waar hij gezellig een bakkie koffie
drinkt met wat Ajax-supporters. Sjaak: „Het gaat niet best met Ajax, maar alles zit ook tegen. Ik geloof
niet dat Leo Beenhakker de juiste trainer voor Ajax is, een trainer moet in de top gespeeld hebben, hij
moet een bal in het kruis kunnen schoppen, Michels, Happel en Ivic kunnen dat. Voorzitter Harmsen
krijgt nu de schuld, maar wanneer je een gesprek met hem hebt, en hem wat beter leert kennen,
valt hij best mee, hij heeft het momenteel moeilijk. Toch weet ik zeker dat Ajax weer terugkomt. Leo
Beenhakker zou eens wat meer naar ex-voetballers, jongens die er kijk op hebben, moeten luisteren".
Het is vrijdagmorgen, voordat Sjaak Swart de restaurants in de zwembaden bezoekt, laat hij zich door
Salo Muller behandelen. Onderweg vertelt hij waarom hij tegenwoordig in een peperdure Citroen rijdt.
Sjaak: „Ik ben vreselijk bang voor vliegen. Omdat ik toch zoveel mogelijk met Ajax mee wil, heb ik een
goede auto gekocht, voor die lange afstanden. De eerste trip die ik met het Nederlands elftal maakte
ging naar Mexico. Boven Mexico vlogen er twee motoren in brand, we moesten een noodlanding
maken. Dit is onze laatste reis jongens, zei Elek Schwartz. We maakten een paar klappen, niet te
geloven, maar de piloot kreeg het toestel wel veilig aan de grond. Sindsdien ben ik doodsbang in een
vliegtuig Velibor Vasovic was ook zo bang. In Praag is Vasco een keer uitgestapt. We moesten daar
een uur wachten, omdat het vliegtuig gerepareerd werd. Toen we instapten sloegen de motoren af.
Vasco werd lijkwit, en stapte uit. Mister Michels goodbye, riep hij op de trap. Twee dagen later kwam
hij pas in het trainingskamp aan Toen kreeg hij ook nog een boete van duizend gulden. Gerrie Mühren
was ook erg bang in een vliegtuig. Vasco en Gerrie zaten altijd op de eerste bank, wit weggetrokken en
meeremmend, wanneer het vliegtuig daalde. Ik mocht altijd bij de piloten in de cockpit zitten, anders
hield ik het niet uit. Ik was jaloers op een jongen als Johan Neeskens, die altijd rustig lag te slapen
tijdens vliegreizen".
De Meersche Helden 2010