Bobby Haarms Interview
U stond vroeger ook bekend als de Goede Beul. Op uw eigen manier bracht u spelers terug naar het
veld. Dat was toch uw passie?
"Ja. Pim van Dord was toen fysiotherapeut. Die zei dan op een gegeven moment: Bob, ik denk dat we
het licht op groen kunnen zetten. Dan kon de speler zich gaan omkleden en begonnen we met een
zware training. Die was niet eens zo hard als veel mensen denken. Ik zei altijd tegen een speler dat
als ie pijn had, hij het wel moest zeggen want anders had het weinig nut. Zo heb ik heel veel jongens
gebracht: als eerste Ruud Krol, maar ook Jari Litmanen, Frank Rijkaard, zelfs Johan. Als zo'n speler
dan 2 weken later weer werd opgesteld, was ie weer 100% fit. Vaak scoorden ze dan ook nog en dan
zochten ze me op aan de zijlijn en omhelsden ze me. Ze waren dan wel afgebeuld, maar erg dankbaar."
In het verleden bent u interim-trainer geweest met Barry Hulshoff en Spitz Kohn. Heeft u nooit meer
de ambitie gehad om hoofdtrainer te worden?
"Ik was veels teveel verknocht aan Ajax. Stefan Kovacs was destijds trainer en werd bondscoach van
Frankrijk. Die zei toen: Bob, ik heb een club voor je, ik dacht Marseille of Strasbourg. Vanmiddag komt
de voorzitter en dan gaan we praten. Toen ging er al iets in me rommelen: als ik wegga, dan moet ik
me club verlaten. De volgende dag kwam Kovacs naar me toe en vroeg: en Bob, doe je het? Maar ik
bleef liever bij Ajax. Ik had er veel geld kunnen verdienen, maar de liefde voor je club is nummer 1
Wij zou willen dat de huidige spelers ook zoveel voor de club overhadden. Maar Bob merkt al terecht
op dat die het echte Ajax-hart niet hebben.
Met welke speler had of
heeft u een speciale band?
"Ik was een trainer
waarbij de spelers zichzelf
selecteerden. Maar mijn
grote favoriet is Johan. Die
was onvoorstelbaar groot.
Niet alleen als voetballer.
Toen ik bij Volendam zat,
heeft hij me teruggehaald
naar Ajax. Hij wilde een
staf met Ajacieden om zich
heen, mooier kan natuurlijk
En Simon Tahamata?
"Ja, Simon was natuurlijk een verhaal apart, ledereen vond hem te klein, ook de dokter vond dat.
Maar hij ging steeds beter spelen, dus zelfs de dokter ging erin geloven. Op mijn aanraden heeft ie
toen ook een contract bij Ajax getekend. Simon wist eerst niet wat ie zou doen, maar ik heb hem
overtuigd om te tekenen. Ik heb hem ook naar de bioscoopfilm over Cruijff gestuurd. Daar heeft ie veel
van opgestoken, want zijn schijnbewegingen werden steeds beter. Op een gegeven moment speelde
hij ook een verschrikkelijk goede wedstrijd tegen psv. Hij had 2 keer gescoord en Ivic, de toenmalige
trainer, zei: Bob, zullen we hem maar wisselen? Dus ik pak het bordje om te wisselen en zeg tegen
Simon: eruit jij. Hij begreep er niks van: waarom moet ik er nou uit, ik heb toch goed gespeeld?
Twintigduizend man in De Meer scandeerden zijn naam: Simon, Simon, Simon! Hij liep met zijn hoofd
naar beneden van het veld af. Dus ik legde mijn hand onder zijn kin, duwde zijn hoofd omhoog en zei:
dat is voor jou jongen! Dat is nog een beroemde foto geworden."
De Meersche Helden 201
Pagina 22