1 orracio H §10 De Goeie ouwe tijd
Op 7 mei 1950 vond in Heerenveen een "voetbalmirakel" plaats. De locale voetbaltrots won die
gedenkwaardige zondagmiddag met 6-5 van Ajax. De eindstand was al hoogst opmerkelijk, de manier
waarop ze tot stand kwam haast ongelooflijk. Na een uur leidde het tot dan superieure Ajax nog met
5-1En geen weldenkend mens twijfelde, logisch, aan een Amsterdamse zege. Maar o wonder, ineens
kregen Abe en zijn kornuiten de geest, Rinus Michels, Joop Staffelen, Car van der Hart, Guus Drager,
Cor van der Hoeven en al die andere hoofdstedelijke coryfeeën wisten niet hoe ze het hadden en
werden met orkaankracht de kalkende Friese arena uitgeblazen. Wim Molenaar, de boezemvriend van
wijlen Abe Lenstra, was destijds één van de elf Friese helden. Aan de hand van deze Wim Molenaar
Rinus Michels scoorde twee keer in
die gedenkwaardige Heerenveen-Ajax
van ruim veertig jaar geleden. "Ik kan
het me niet meer herinneren." Michels
kan zich het wonder van Heerenveen
nog maar vaag voor de geest halen.
De 6-5 uitslag weet hij nog wel. "Ik kan
me nog herinneren dat het een zeer
vreemdsoortige wedstrijd was. En dat
het voor ons een gelopen koers leek
toen we in tweede helft met, naar me
dunkt 5-1 voor kwamen. En ik weet
ook nog wel," gaat Michels verder, "dat
we uiteindelijk met 6-5 verloren. Maar
hoe dat allemaal precies in zijn werk is
gegaan, weet ik niet meer. Daarvoor is
het te lang leden.
Maar het is in ieder geval een hele bijzondere en spectaculaire wedstrijd geweest, dat kan niet anders.
Het was de grote tijd van Abe."
"Zeg boer, je mag er wel eens iets aan gaan doen," grinnikte Ajax-aanvoerder Joop Staffelen
meesmuilend, terwijl hij met Abe Lenstra de kleedkamers opzocht voor de welverdiende thee. Zo'n
20.000 muisstille toeschouwers op de tribunes keken verbijsterd naar het scorebord: Heerenveen
1 -Ajax 5. Het was 7 mei 1950, kwart over drie op een zonnige zondagmiddag. Heerenveen en
Ajax standen tegenover elkaar in de competitie om het Kampioenschap van Nederland, waarin ze
overigens beide al kansloos waren voor de titel. Abe krabbelde eens in zijn befaamde kuif, maar
antwoorde niets op het plagerijtje van de Ajax-aanvoerder.
Jaren later realiseert Joop Staffelen zich dat juist die denigrerende opmerking wellicht de inleiding is
geweest tot de complete metamorfose die Heerenveen onderging. "Ik speelde zelf tegen Abe," zegt de
man die dertien jaar in het eerste van Ajax stond. "En ik kende hem van haver tot gort doordat wij bij
de wedstrijden van het Nederlands Elftal altijd bij elkaar op de kamer lagen. Als voetballer was hij een
buitengewoon bekwaam technicus, maar soms wat lui. Naar buiten was hij een beetje stug, maar als
je hem beter leerde kennen was het een heel gezellige kerel, die enorm veel plezier kon maken. Ik kon
hem bij Oranje uitschelden voor alles wat mooi en lelijk was. En daarom kon ik dat geintje in de rust van
Heerenveen-Ajax ook maken. Hij wist wie het zei en hij wist ook dat ik veel waardering voor hem had."
Maar Staffelen raakte kennelijk een gevoelige snaar. Je moest Abe niet kwaad maken. Dan was hij
op de groene mat tot alles in staat. Zijn echtgenote Hil Wisman vertelde eens: "Ik kende Abe al een
tijdje, maar echt verkering kreeg ik met hem op 18 februari 1939 tijdens een feestavond van de
gymnastiekvereniging WIK/FTC. Het werd nachtwerk en bijna het hele eerste elftal van Heerenveen
was aanwezig. De volgende dag moesten ze in Veendam spelen.
gaan we bijna zes decennia terug in de tijd.
Pagina 27
De Meersche Helden 2009